In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Welkom klas 3
2.3 Wonen
Pak je boek en iPad
Slide 1 - Tekstslide
lesdoelen
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
EEN HUIS HUREN
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
EEN HUIS KOPEN
Slide 6 - Tekstslide
Stappenplan huis kopen
Slide 7 - Tekstslide
Makelaar
Beroep van iemand die helpt, adviseert en onderhandelt bij het kopen of verkopen van een huis. Je betaalt hier een vergoeding voor.
Slide 8 - Tekstslide
Voorlopig
koopcontract
Als koper en verkoper het eens zijn ondertekenen ze beiden een voorlopig koopcontract. Er staan vaak ontbindende voorwaarden in, dat zijn redenen om zonder kosten van de koop af te kunnen zien.
Slide 9 - Tekstslide
Kosten koper
Bijkomende kosten als je een huis koopt:
overdrachtsbelasting (ongeveer 2% van de koopprijs)
makelaarskosten
kosten notaris
_________________________________________
= kosten koper(k.k.)
= ongeveer 5% van de koopprijs
Slide 10 - Tekstslide
Gemeentelijke belastingen
OZB (onroerendezaakbelasting) =% van de WOZ (wet onroerendezaakbelasting)
Afvalstoffenheffing
Hondenbelasting
Rioolrecht
Slide 11 - Tekstslide
Wat heb je geleerd ?
Slide 12 - Tekstslide
Wat is juist?
A
Bij een huurhuis is de huurbaas de eigenaar.
B
Bij een koophuis betaal je huur.
C
Een hypotheek wordt iedere maand hoger.
D
Bij een huurhuis heb je altijd recht op huurtoeslag.