5 havo B 10 april

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Goedemorgen

Telefoon in je tas

Eerst het dictee, dan de rest!

1. Startklaar

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.

Zin 1 (2023)

Stel je voor dat iemand je ghost en dat die persoon dan nog de audacity heeft om terug te komen – en je vervolgens gaslight over de reden dat je werd geghost.

Zin 2 (2023)

Het druktepoppetje wordt gebruikt als indicator in de NS-app en kan bewegend tevens als wachtverzachter werken. 

Agenda

• Dictee 
• Nieuwe examen uitgelicht
• Tekst 2 maken
• Volgende week nog meer 'nieuwe' examens

Nieuwe vraagtypen

1 het combineren van verschillende bronnen

2 functionele bevraging van argumentatie

3 figuurlijk taalgebruik

4 framing

5 synthesetaken

6 sorteertaken

7 bruikbaarheid en betrouwbaarheid van teksten

1. Het combineren van verschillende bronnen

1. Er zijn vaker meer dan twee bronnen per thema geselecteerd.

2. Er is meer gespreid in type bronnen (niet alleen artikelen uit kranten, maar ook een sonnet en een satirische bijdrage).

3. Er is meer gespreid in de kwaliteit van bronnen (bv. ook

internetreacties op een artikel).

4. Elementen als infographics, cartoons en foto’s of illustraties

opgenomen bij een artikel. 

2. Functionele bevraging van argumentatie

 

Bijvoorbeeld: verzamel argumenten voor een betoog uit

meerdere bronnen.

 

3. Figuurlijk taalgebruik 

Welke sturing proberen auteurs aan hun onderwerpsbehandeling te geven door de keuze voor een bepaalde beeldspraak, en in hoeverre is de gebruikte beeldspraak daarmee adequaat (of juist manipulatief)? 

 

4. Framing

Bij framing-opgaven richten we ons op het vermoedelijk beoogde effect van specifieke woorden of perspectieven op de lezer, en dus op de interpretatieve dimensies van tekstbegrip (vooral op het stilistisch-retorische vlak).  

5. Synthesetaken en 6. Sorteertaken 

Beide typen vragen werden in eerdere CE’s gesteld onder de noemer ‘overkoepelende vragen bij tekst X en Y’. 

Maken tekst 2

blz. 278- 284

40 minuten 

Voorbereiding

- Neem theorie door in Examen ...

- Kijk op Maarten de Krosse examentips

-Oefen oefen oefen: zie Examenblad voor nieuwe examens

- Kijk na en zoek de goede (jouw foute antwoorden) op

- Check Teams

Figuurlijk taalgebruik

Tegenover letterlijk/ Je spreekt met beelden

Beer van een vent, achter de ellebogen, zwijg als het graf

Figuurlijk taalgebruik in 2023: 

Wees alert: stijlfiguren

Eufemisme, hyperbool, understatement, tegenstelling (antithese) dik-dun, alliteratie, ironie, sarcasme, metafoor, paradox (zeg nooit nooit), personificatie, retorische vraag, pleonasme (natte sneeuw), tautologie (gratis en voor niets)

JdW-kijkwijzer

Lesopbouw:

1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen
2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen
3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
4. EVALUATIE: Afsluiting

Controlevragen

1. a.
2. b.
3. c.
4. d.

7. Formatief handelen

De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.

    Begrippen uit deze les

Exit ticket;