FA 20-21 a3ab w02 chap3CD

1 / 26
volgende
Slide 1: Video
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 12 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

La vie du bon côté de Keen'v
Hey yo
Lorelei
Faut prendre la vie du bon côté
Ça y 'est, j'en ai assez, assez de m'lamenter
J'ai effacé le passé pour tout recommencer
Me libérer j'ai décidé de prendre la vie du bon côté

Slide 2 - Tekstslide

A3ab semaine 02 chap 3 CD
leerdoelen van  deze week: je begrijpt het verschil tussen de futur proche en de futur simple en kan ze allebei toepassen. 
Deze week werk je aan C en D.
Ook op One Drive: GL5 chap 3 cahier numérique en via de methodelicentie;
Herhaal op Quizlet: GL5 A3 chap 3 A FN-NF / GL5 A3 chap 3 B FN-NF;
          

Slide 3 - Tekstslide

A3ab semaine 02, chap 3 - source C
le futur (F)

F proche: vorm van aller + hele ww
par ex: Je vais acheter des fraises. = ik ga aardbeien kopen.
F simple: stam vd futur + uitgang vd futur (ai,as,a,ons,ez,ont) 
* onreg.ww => opzoeken achterin TB (p. 142-149) + leren
par ex: j'irai  = ik zal gaan; nous verrons = we zullen zien;  
* reg.ww =>  hele ww (eventueel laatste e eraf)  + uitgangen  
par ex: le réveil sonnera = de wekker zal afgaan;

Slide 4 - Tekstslide

A3ab semaine 02, chap 3 - source C
le futur (F)

TIP ! de uitgangen van de futur simple :  
                                                                                               J'ai
lijken  op de vervoeging van avoir (présent)     tu as
                                                                                                il a
                                                                                               nous avons
                                                                                                vous avez
                                                                                                ils ont

Slide 5 - Tekstslide

A3ab semaine 02, chap 3 - source C
le futur (F)

Pour les questions suivantes, tu as besoin de:
- ton livre de textes page 38;
- ton livre d'exercices page pages 126-129 (voca) 

Slide 6 - Tekstslide

je zal komen
A
je viendrai
B
tu vas venir
C
tu viendras

Slide 7 - Quizvraag

jullie gaan zien
A
vous allez voir
B
vous verrez
C
on verra

Slide 8 - Quizvraag

traduis: ils seront

Slide 9 - Open vraag

elle fera

Slide 10 - Open vraag

Elles vont s'inscrire

Slide 11 - Open vraag

nous pourrons

Slide 12 - Open vraag

Tu vas faire la grasse matinée ?

Slide 13 - Open vraag

tu auras

Slide 14 - Open vraag

Ik zal in het buitenland werken.
(vergeet de accenten en de punt niet)

Slide 15 - Open vraag

We zullen mensen helpen.
(accenten? punt aan het eind vd zin)

Slide 16 - Open vraag

Jullie gaan lessen volgen.
(accenten? punt aan het eind vd zin)

Slide 17 - Open vraag

Zij zal een taal beheersen.
(accenten? punt aan het eind vd zin)

Slide 18 - Open vraag

U zult een studie doen.
(accenten? punt aan het eind vd zin)

Slide 19 - Open vraag

Ik ga mijn opleiding voltooien.
(accenten? punt aan het eind vd zin)

Slide 20 - Open vraag

Wij gaan een profiel kiezen.
(accenten? punt aan het eind vd zin)

Slide 21 - Open vraag

U zult naar school gaan.
(accenten? punt aan het eind vd zin)

Slide 22 - Open vraag

Ik zal om 8 uur komen.
(accenten? punt aan het eind vd zin)

Slide 23 - Open vraag

Zij (m) zullen moeten opruimen.
(accenten? punt aan het eind vd zin)

Slide 24 - Open vraag

A3ab semaine 02, chap 3 - source C

1. maak ook de oefeningen op je licentie source C 
timer
15:00

Slide 25 - Tekstslide

A3ab semaine 02, chap 3 - source D

1. opdracht source D in je Cahier numérique sur One Drive:
je werkt alleen of met iemand samen, schrijf dan elkaars namen op;
2. je maakt de licentie source C&D; 

Slide 26 - Tekstslide