3H oefenen met repetitie K1

3H oefenen met repetitie K1
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

3H oefenen met repetitie K1

Slide 1 - Tekstslide

werden
A
ich wird
B
ich werd
C
ich werde
D
ich wirst

Slide 2 - Quizvraag

werden
A
Jan werdet 16 Jahre alt.
B
Jan wird 16 Jahre alt.
C
Jan werdet 16 Jahre alt.
D
Jan wirst 16 Jahre alt.

Slide 3 - Quizvraag

werden
A
Wir werden dabei sein.
B
Wir werdet dabei sein.
C
Wir wirst dabei sien.
D
Wir werdetet dabei sein.

Slide 4 - Quizvraag

die Hose
A
de rok
B
de broeken
C
de trui
D
de broek

Slide 5 - Quizvraag

de manier
A
die Manier
B
der Art und Weise
C
der Art
D
die Möglichkeit

Slide 6 - Quizvraag

die Datei
A
de datum
B
het archief
C
het bestand
D
de kalender

Slide 7 - Quizvraag

het milieu
A
das Milieu
B
die Umwelt
C
der Müll
D
der Umzug

Slide 8 - Quizvraag

Lustig
A
lusten
B
lekker
C
grappig
D
lui

Slide 9 - Quizvraag

die Kappe
A
de kap
B
de pet
C
de kapuchon
D
de hoed

Slide 10 - Quizvraag

goedkoop
A
gutkauf
B
billig
C
guter kauf
D
preiswert

Slide 11 - Quizvraag

Johann ------ kein Bock auf die Schule
A
hattet
B
hatten
C
hatte
D
hattest

Slide 12 - Quizvraag

Wir _______ zu spät in Dinslaken
A
was
B
wart
C
warten
D
waren

Slide 13 - Quizvraag

______ ihr auch mit ins Centro?
A
waret
B
wart
C
waren
D
warten

Slide 14 - Quizvraag

Frau Merkel ________ Sie viel Stress?
A
hattet
B
hatten
C
habet
D
habten

Slide 15 - Quizvraag

die Größe
A
de grote
B
de maatstaf
C
de grootheid
D
de maat

Slide 16 - Quizvraag

hässlich
A
lelijk
B
gehaat
C
hatelijk
D
haat

Slide 17 - Quizvraag

das Angebot
A
het aanbod
B
de aanbieding
C
het aanbieden
D
dat aanbieden

Slide 18 - Quizvraag

die Erfindung
A
de vondst
B
de vinding
C
het vinden
D
de uitvinding

Slide 19 - Quizvraag

altmodisch
A
oude mode
B
ouderen
C
mode voor ouderen
D
ouderwets

Slide 20 - Quizvraag

faul
A
lui
B
falen
C
vuil
D
luilak

Slide 21 - Quizvraag

umtauschen
A
vergissen
B
verwisseling
C
ruilen
D
omruilen

Slide 22 - Quizvraag