Pedir en un restaurante-gustar

BIENVENIDOS
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

BIENVENIDOS

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

HOY
SO bespreken
corregir los deberes
Lista de vocabulario
Ejercicios
Gustar

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Deberes
Lees de dialoog van opdracht 5
op pagina 85 van je LA

maken van opdracht 5 LA pág 85
Invullen woordenlijst 2.2 Pedir en un restaurante


Slide 5 - Tekstslide

2.2
Woordenlijst

ook voor
LA pág 85
ej 5

Slide 6 - Tekstslide

Leed y haz
Lezen en maken

Pág 32 mod.b 
2.4 Preposiciones
timer
8:00
respuestas
1. para, de
2. de
3. de, al
4. de, a
5. -
6. de, con
7. de
8. para, con
9. sin

Slide 7 - Tekstslide

Vamos a hablar
Stel je eigen menukaart samen (zie blz 40 Mod.b)

Speel in drietallen de gesprekken na
(om de beurt speel je de ober)

Slide 8 - Tekstslide

A trabajar
2.7 ejercicio A + B + C
A
A.
1. patatas fritas
2. sorbete de limón
3. gazpacho
4. sardinas
5. gambas
6. sopa de tomate

B
1. comprar (kopen)
2. comer (eten)
3. preferir (liever hebben)
4. pedir (vragen)
5. querer (willen)
6. servir (dienen om)
7. escribir (schrijven)
8. hablar (praten)

C
1. escribimos
2. tengo, tienes
3. queréis
4. quiero
5. escribes
6. escribo
7. vive
8. tengo
9. pedimos
10. pido
11. pago
12. pagamos

Slide 9 - Tekstslide

2.6
pág 41 lezen, ontbrekende woorden invullen

Woordenlijst invullen
2.6
Spaans - Nederlands
la servilleta - het servet
la sal - het zout
el tenedor - de vork
el plato - het bord
el cuchillo - de lepel
la cuchara - het mes
el vaso - het glas
la copa - het wijnglas

Slide 10 - Tekstslide

El verbo: gustar
Het werkwoord gustar betekent 
'leuk vinden, houden van, iets graag doen, iets wat je bevalt'

Meestal wordt alleen de 3e persoon gebruikt
gusta en gustan

Kijk het filmpje voor de overige vormen (volgende dia)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

A leer
Lee página 46 y 47

haz los ejercicios de 2.9
A + B + C + D + E

LA pág 86 1 y 2

Slide 13 - Tekstslide

A practicar

LE ej 5.1  5.3  5.4  5.5  5.9

Slide 14 - Tekstslide

Habla con tu compañero
Bespreek met elkaar wat je wel en niet leuk vindt
Gebruik hiervoor ook de dingen die je zelf al hebt opgeschreven

Zie pag 50

Slide 15 - Tekstslide

Juego de rolas
Vamos a hablar

1 leerling is de ober
de 3 anderen komen eten in het restaurant
+
enkele staan op de markt
Rest komt producten kopen
gebruik hiervoor alles wat je geleerd hebt in dit boekje

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

PROEFWERK
Neem je hele moduleboekje goed door voor het proefwerk

Achterin staan bijvoorbeeld ook werkwoorden en hun betekenis!

Slide 18 - Tekstslide

Tarea 3
 Open je libro de alumno op pagina 87, opdracht 4. Hoe heten de lichaamsdelen in het Spaans? Vul
de woordenlijst 3.1 in.

Slide 19 - Tekstslide

A leer
 Lee página 53 en tu libro de modulo (3.2)

Haz los ejercicios de página 54 (3.3 + 3.4)


LE: 5.11, 5.12, 5.13
Haz los ejercicios
LA: pág. 94, ej. 3
LA: pág. 95, ej. 5

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

las respuestas
de antwoorden worden naar je gemaild
Kijk zelf je opdrachten na

Klaar? Oefen zacht in tweetallen de spreekvaardigheid

Slide 22 - Tekstslide