2.2 De groei en opbouw van steden
1 / 11
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is suburbanisatie?
A
Van de stad naar het platteland.
B
Van het platteland naar de stad.
Slide 2 - Quizvraag
In suburbs is de bebouwingsdichtheid...
A
laag
B
hoog
Slide 3 - Quizvraag
Kenmerkend voor de suburbs is ....
A
de hoogbouw
B
de laagbouw
Slide 4 - Quizvraag
Suburbs liggen meestal in het centrum van de stad.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
In suburbs wonen vooral de arme mensen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Gentrificatie is...
A
Het bouwen van een compleet nieuwe wijk.
B
Het afbreken van vervallen woonwijken.
C
Het opknappen van vervallen woonwijken.
Slide 7 - Quizvraag
Wat is een nadeel van gentrificatie?
A
De veiligheid in een wijk gaat achteruit
B
Het aantal voorzieningen neemt toe in een wijk
C
De oorspronkelijke bewoners kunnen de huur niet meer betalen
D
Huizen worden opgeknapt door rijke bewoners
Slide 8 - Quizvraag
Wanneer ontstond er in rijke landen suburbanisatie?
A
voor 1960
B
vanaf 1960 tot 1990
C
vanaf 1990
Slide 9 - Quizvraag
Ruimtelijke ordening gaat over het inrichten van de ruimte.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Welke landen doen meer aan ruimtelijke ordening?
A
Rijke landen
B
Opkomende landen
