3.3.2

Today
Uitleg portfolio - CumLaude
Uitleg vergrotende/overtreffende trap
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Today
Uitleg portfolio - CumLaude
Uitleg vergrotende/overtreffende trap

Slide 1 - Tekstslide

Portfolio
Doel: voorbereiding gespreksexamen
2 opdrachten in Cumlaude
Deadline 29-3

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

adjectives
Bijvoeglijke naamwoorden (adjectives)
zeggen iets over het zelfstandige naamwoord
(noun)
The fast car.



Slide 5 - Tekstslide

comparatives & superlatives
Degrees of comparison = trappen van vergelijking

comparative = vergelijkende trap
superlative = overtreffende trap

Slide 6 - Tekstslide

comparatives & superlatives
woorden van 1 lettergreep

  • Hij is groter dan ik ben. --> He is bigger than I am.
    big --> bigger --> biggest
  • Mijn kat is liever dan de jouwe. --> My cat is sweeter than yours.
    sweet --> sweeter --> sweetest

Slide 7 - Tekstslide

comparatives & superlatives
woorden van 2 of meer lettergrepen

  • English is more interesting than maths.
  • But science is the most interesting.

  • My friend is more grateful than my sister.
  • But my Grandma is the most grateful.

Slide 8 - Tekstslide

Comparatives & superlatives
Use 'less' for long adjectives

  • These jeans are less expensive than those jeans
  • This book is less interesting than your book

Slide 9 - Tekstslide

Uitzonderingen! woorden van 2 lettergrepen eindigend op:



  • - y        --> easy                  --> easier           --> easiest
  • -le       --> gentle              --> gentler          --> gentlest
  • - ow   --> shallow            --> shallower     --> shallowest
  • -er      --> clever               --> cleverer         --> cleverest
  • -some --> handsome   --> handsomer  --> handsomest
Deze woorden krijgen WEL -er/est i.p.v. more/most!

Slide 10 - Tekstslide

Uitzonderingen...
Irregular forms

  • good - better - best
  • bad - worse - worst
  • little - less - least
  • far - further - furthest

Slide 11 - Tekstslide

Uitzonderingen...
Irregular forms

  • good - better - best
  • bad - worse - worst
  • little - less - least
  • far - further - furthest

Slide 12 - Tekstslide

Uitzonderingen...
Irregular forms

  • good - better - best
  • bad - worse - worst
  • little - less - least
  • far - further - furthest

Slide 13 - Tekstslide

Comparisons
Als iets  (niet) hetzelfde is...

  • This chocolate tastes as good as that chocolate.
  • That game is as expensive as Fifa21.
  • This isn't as interesting as I thought.

Slide 14 - Tekstslide

Als er teveel is...
  • This is too  good to be true.
  • She is too nice to her daughter. 

Too = VOOR het bijv. nw.

Slide 15 - Tekstslide

Other ways to compare
  • Even ... als = as ... as
  • Niet zo ... als = not as ... as/notso ... as
  • Hoe ... hoe = the ... the
  • Steeds = more and more
  • Dan = than/then

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Assignments
Now finish 4A + 4B on page 31
2 assignments in MyEnglishLab

Slide 18 - Tekstslide

Homework
Finish assignments
Study 3.1+3.2
Start working on Portfolio

Slide 19 - Tekstslide