Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Taal par. 4 Voor- en achtervoegsels lj 2
Het loopt storm.
Er komen heel veel mensen.
Welkom
Pak voor je:
-tablet
-schrift, boek en pen
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Het loopt storm.
Er komen heel veel mensen.
Welkom
Pak voor je:
-tablet
-schrift, boek en pen
Slide 1 - Tekstslide
Doel van de les
Weet je wat voor- en achtervoegsels zijn en waarom je deze moet gebruiken.
Slide 2 - Tekstslide
Wat betekent hetzelfde als:
'bepalen' ?
A
beslissen
B
verschillende
C
na een tijdje
D
samen
Slide 3 - Quizvraag
Wat betekent hetzelfde als: 'gezamenlijk' ?
A
wel willen doen
B
samen
C
na een tijdje
D
delen
Slide 4 - Quizvraag
Wat betekent hetzelfde als: 'diverse' ?
A
voor het grootste deel
B
na een tijdje
C
of het nog vers is
D
verschillende
Slide 5 - Quizvraag
Wat betekent hetzelfde als:
'na verloop van tijd' ?
A
dat de tijd is verlopen
B
je hebt niet zoveel tijd
C
Na een tijdje
D
vroeger
Slide 6 - Quizvraag
Wat betekent: 'grotendeels' ?
A
voor het grootste deel
B
voor de helft
C
geen idee
D
het minst grote deel
Slide 7 - Quizvraag
Wat betekent: 'het resultaat' ?
A
een opdracht
B
hoe het geworden is
C
hoe iets eruit ziet
D
veel
Slide 8 - Quizvraag
Wat betekent: 'veroorzaakt'
A
weinig
B
veel
C
de verandering
D
heeft tot gevolg
Slide 9 - Quizvraag
Wat betekent:
'er is een verband tussen iets..'
A
heeft tot gevolg
B
er is iets gaande
C
het heeft met elkaar te maken
D
hoe het geworden is
Slide 10 - Quizvraag
Welk woord heeft een voorvoegsel?
A
beweegbaar
B
onmogelijk
C
fantasierijk
D
kinderachtig
Slide 11 - Quizvraag
Welk woord heeft een achtervoegsel?
A
misplaatst
B
herkansen
C
onmogelijk
D
fantasierijk
Slide 12 - Quizvraag
Instructie
Voorvoegsels: mis- , on-, wan-, her-
Achtervoegsels: -achtig, -baar, -loos, -vol, -arm, -rijk
Slide 13 - Tekstslide
Waarom moet je dit leren??
Het voor- of achtervoegsel kan je helpen om achter de betekenis van een woord te komen. Ze hebben een vaste betekenis
Slide 14 - Tekstslide
Een paar voorbeelden....
on
mogelijk = niet mogelijk
beweeg
baar
= het kan bewegen
fantasie
rijk
= met veel fantasie
kinder
achtig
= een beetje als een kind
Slide 15 - Tekstslide
Wat gaan we nu doen?
Wat?
Taal par. 4 opdr. 1 t/m 5 op blz. 92 en 93
Hoe?
Alleen
Hulp?
Docent
Tijd?
20 minuten
Uitkomst?
Toets
Klaar?
Kom naar de docent.
timer
20:00
Slide 16 - Tekstslide
Huiswerk: zie Magister
!! Denk bij het verlaten van het lokaal aan stoel aanschuiven
Een hele fijne dag!!
Slide 17 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Over taal blok 3
November 2020
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Woordenschat H5 - bekend woorddeel zoeken
Maart 2024
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Samenstelling en afleiding
September 2022
- Les met
13 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Onderdeel 2 Cursus 4 paragraaf 4 Voor -en achtervoegsels.
Augustus 2024
- Les met
43 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 1
Di 24 jan voorvoegsels en achtervoegsels
Juni 2024
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Woordenschat - Voor- en achtervoegsels
Maart 2022
- Les met
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
voor - en achtervoegsels
Oktober 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
HH achtervoegsels en samenstellingen
Augustus 2024
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2