Bedevaart naar Mekka

Bedevaart Naar Mekka
1 / 12
volgende
Slide 1: Woordweb

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Bedevaart Naar Mekka

Slide 1 - Woordweb

Slide 2 - Video

Geloofsbelijdenis (shahadah)
Iedere moslim dient zich te houden aan de vijf zuilen van de islam. De eerste en belangrijkste is het uitspreken van de geloofsbelijdenis. Dit houdt in dat een moslim gelooft en uitspreekt dat er maar één god is en dat Mohammed Zijn profeet is. Deze zin zie je vaak gekalligrafeerd op kunstwerken. De zin die wordt uitgesproken is: ‘ik getuig dat er geen God is dan God en dat Mohammed Zijn profeet is’. In het Arabisch is dat: Ach’hadoe an la ielaha iella Allah, wa ach’hadoe anna
Mohammadan rasoeloe Allah 

Slide 3 - Tekstslide

Bidden (salat)
Moslims bidden vijf keer per dag op vaste tijden. Kinderen hoeven nog niet te bidden. Dat doen ze pas als ze in de pubertijd komen. De vijf tijden waarop wordt gebeden zijn: bij zonsopgang, als de zon op z’n hoogste punt staat, in de namiddag, bij zonsondergang en bij het vallen van de nacht. De tijden zijn vastgesteld in gebedskalenders omdat de tijden iedere dag met een paar minuten
verschuiven. Het gebed wordt altijd met het gezicht richting Mekka gedaan. Vanuit Nederland ligt Mekka naar het oosten, op ongeveer 124 graden op het kompas. In de tentoonstelling zie je een kompas uit de collectie van het Tropenmuseum en een modern kompas die vandaag de dag wordt gebruikt tijdens de hadj.

Slide 4 - Tekstslide

Vasten (sawm)
De negende maand van islamitische kalender heet ramadan. Dit is de vastenmaand waarin moslims van zonsopgang tot zonsondergang vasten. Ze drinken dan geen water, eten niet en leven zo sober mogelijk. Na zonsondergang mogen ze weer eten en drinken. De maand ramadan is een maand van bezinning en spiritualiteit. Door te vasten proberen moslims mee te voelen met degenen die het moeilijk hebben en geen eten hebben. Ook is het een reiniging voor het lichaam en de ziel. Ze houden zich minder bezig met wereldse zaken en proberen zich te concentreren op hun relatie met God. In de ramadan wordt ook veel aan liefdadigheid gedaan. Aan het einde van de ramadan wordt het Suikerfeest gevierd. Het Suikerfeest begint met het geven van een aalmoes aan een arme. Dit is het bedrag wat een behoeftig iemand nodig heeft om een maaltijd te kopen. Voor Nederland is dat vastgesteld op € 7,-. Iedere vastende moet vóór het Suikerfeest dus minimaal € 7,- aan een arme geven. Daarna wordt feest gevierd met veel lekkers en familiebezoek. Soms is het niet duidelijk wanneer precies de start van de ramadan of het Suikerfeest is. Dat komt omdat moslims een maankalender volgen. Daarbij gaan ze uit van het zien van de maan en die is pas de avond voor de aanvang van de ramadan of het Suikerfeest te zien.

Slide 5 - Tekstslide

Aalmoezen (zakat)
Lesbrief bij de galerij tentoonstelling De bedevaart naar Mekka. Iedere moslims dient over zijn bezittingen 2,5 procent ‘armenbelasting’ te betalen. Dit gebeurt jaarlijks. Het gaat dan zowel om spaargeld wat op de bank staat, als om bezittingen in goud, zilver, granen etc. Dit moet aan armen gegeven worden. Hiermee worden de bezittingen gezuiverd. Zakat komt in het Arabisch van het woord ‘reinigen’. Met het geven van de zakat, reinig je je bezittingen. De zakat is ook pas verplicht vanaf het moment dat iemand een eigen inkomen en bezit heeft.

Slide 6 - Tekstslide

Pelgrimstocht naar Mekka (hadj)
De vijfde zuil van de islam is de hadj. Deze vindt jaarlijks plaats in de twaalfde maand van de Islamitische maankalender (dhu’l-Hidja). De hadj is verplicht voor iedere moslim die hiertoe lichamelijk en financieel in staat is. De hadj is pas verplicht als men volwassen is. Kinderen hoeven nog niet op hadj. De hadj bestaat uit een aantal rituelen die in een vaste volgorde en op vaste tijden moeten worden uitgevoerd. Deze rituelen zijn: het aannemen van de ‘ihram’ staat. Dit betekent dat je je begeeft in een staat van soberheid, reinheid en toewijding aan God. Mannen dragen dan twee witte, ongenaaide doeken en slippers, vrouwen dragen simpele bedekkende kleding. Tijdens de ihram mag je niets kopen of verkopen, geen dieren doodmaken (dus ook geen vervelende mug).

Slide 7 - Tekstslide

Riyad is de hoofdstad van Saoedi-Arabië. De meeste vliegtuigen met pelgrims landen in Djedda of in Medina. Daarvandaan wordt dan met de bus naar Mekka gereisd. Er zijn geen directe vluchten vanuit Nederland naar Saoedi-Arabië. Pelgrims maken altijd een overstap in Istanbul, Cairo, Damascus of Amman.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Kaart

Mekka is een stad in Saoedi-Arabië . In Mekka wonen ongeveer 1.944.168 mensen. Tijdens de periode van de hadj stroomt Mekka vol met ongeveer 3 miljoen mensen. Deze pelgrims komen allemaal voor de ‘al-Masjid al-Haram’  de Grote Moskee waar de Ka’ba  ook in staat. De Ka’ba is de belangrijkste plek voor moslims op aarde. Ka’ba betekent in het Arabisch letterlijk
kubus. Het gebouw is dan ook kubusvorming en heeft een hoogte van ongeveer vijftien meter en een breedte van ongeveer twaalf meter. Moslims over de hele wereld bidden vijf keer per dag met hun gezicht richting Mekka. Als ze in Mekka zijn, dan bidden ze richting de Ka’ba. Mekka is naast een religieuze stad ook een hele moderne stad. Er zijn wolkenkrabbers, winkelcentra,
pretparken en hotels. Mekka is van oudsher een handelsstad en dat is het nog steeds.

Slide 10 - Tekstslide

Medina is de tweede heilige stad in de islam (de derde is Jeruzalem). Hier ligt de profeet Mohammed begraven samen met veel van zijn vrienden. Toen de profeet Mohammed zijn boodschap verkondigde in Mekka vonden de bewoners van Mekka dat niet leuk. Ze bedreigden hem en zijn volgelingen. Daardoor besloot hij te verhuizen naar Medina. De dag van deze emigratie is ook de start van de islamitische kalender. Deze noemen we de Hijri kalender. Hijri komt van het woord hijra dat emigratie betekent. In de islamitische jaartelling is het nu het jaar 1436. Tijdens de hadj bezoeken veel pelgrims ook Medina. In Medina staat ook een grote moskee met een groene koepel. Onder die groene koepel ligt de profeet Mohammed begraven.

Slide 11 - Tekstslide

De hadj start met het bezoeken van de Grote Moskee en de ‘tawaf’ het zeven keer om de Ka’ba lopen. Hierna wordt er zeven keer heen en weer gelopen tussen de heuvels van Safa en Marwa. Hiermee wordt Hagar, de vrouw van Abraham herdacht die met haar zoon Ismaël op de arm heen en weer liep tussen deze heuvels op zoek naar water. Na zeven keer ontsprong op die plek de bron
Zemzem als een gunst van God. De Zemzem-bron stroomt nog steeds. Pelgrims drinken hier van en nemen het water ook mee terug naar huis als souvenir. Volgens moslims heeft Zemzem-water een genezende werking. Na het drinken van Zemzem-water wordt er nog gebeden achter de standplaats van Abraham.

Na verschillende rituelen eindigt de hadj ook weer in Mekka waar bij de Ka’ba pelgrims nog een keer zeven rondjes rondom de Ka’ba lopen (‘afscheidstawaf’) en weer tussen Safa en Marwa lopen. Hierna scheren ze hun hoofd (mannen) of knippen ze een stukje haar (vrouwen) af. De hadj is daarmee afgesloten. Veel pelgrims gaan daarna (en soms ook daarvoor al) nog voor een bezoek naar Medina om het graf van de profeet Mohammed en zijn metgezellen te bezoeken. Dit is geen verplicht onderdeel van de
hadj.

Slide 12 - Tekstslide