Primaire <> secundaire groepen
< Persoonlijke, intieme relaties, kleine sociale afstand, direct contact en spontaan gedrag.
Gezin, vrienden. Belangrijk voor de ontwikkeling. Wederzijdse beïnvloeding is groot.
> Uit te voeren taak staat centraal. Contact is zakelijker. Wat kan je i.p.v. wie ben je? Formeler in de omgang. Beleefdheidsregels. Collega’s, schoolklas.
Formele <> informele groepen
< Afspraken mb.t. bestaan, doel, regels, taakverdeling etc. Een georganiseerde groep.
> Ongeorganiseerde groep, gemeenschappelijke belangstelling, geen regels.