Ik weet nu hoe ik kleding kan kopen in een winkel.
1 / 47
volgende
Slide 1: Poll
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Ik weet nu hoe ik kleding kan kopen in een winkel.
Slide 1 - Poll
Expression orale
les 3
Slide 2 - Tekstslide
Tout d'abord
La base
Slide 3 - Tekstslide
Combinez les couleurs
Combinez les couleurs
jaune
bleu
noir
gris
rouge
vert
blanc
orange
rose
brun / marron
violet
Slide 4 - Sleepvraag
Sleep de juiste antwoorden naar elkaar toe
Combine les nombres 11 à 20 correctement
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
onze
vingt
dix-huit
treize
quatorze
quinze
seize
dix-sept
douze
dix-neuf
Slide 5 - Sleepvraag
Zet de getallen in de juiste volgorde
van klein naar groot:
sept
dix-sept
seize
trente-quatre
quarante-trois
soixante-deux
soixante-six
soixante-dix
cinquante-six
Slide 6 - Sleepvraag
COMBINEZ:
60
70
80
90
50
40
soixante-dix
quatre-vingts-dix
quatre-vingts
quaranten
cinquante
soixante
Slide 7 - Sleepvraag
quatre-vingt-onze
trois-cents
neuf-cent-quatre-vingt
mille
cent-trente-cinq
soixante-dix-sept
quatre-cent-quatre
sept-cent-soixante
cent-seize
deux-cents
huit-cent-quatre-vingt-quinze
quarante
760
300
200
780
440
404
40
100
1000
116
91
77
980
135
895
Slide 8 - Sleepvraag
Les jours de la semaine
Vertaal de dagen van de week naar het Frans. Sleep blauw naar rood!
On est quel jour?
> On est....
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
dinsdag
maandag
zondag
mardi
vendredi
mercredi
lundi
samedi
jeudi
dimanche
Slide 9 - Sleepvraag
La prononciation
Welke woordjes worden op dezelfde manier uitgesproken en rijmen dus?
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
caisse
vélo
étudiant
savoureux
repas
prête
aider
coûte
j'ai
ans
espèce
maillot
ingrédient
un jeu
procédé
retraite
sympa
toute
âgé
temps
Slide 12 - Sleepvraag
FR:
Uitspraak:
voorbeeld
ou
oe
pour
oi
wa
trois
ui
wie
huit
ai
e (als in gek)
mais
(e)au
oo
aussi
qu
k
quand
oeu
u
coeur
Slide 13 - Tekstslide
FR:
Uitspraak:
voorbeeld
Uitgang met -p, -s, -t ,-x, -z
de medeklinker aan het eind van een woord spreek je vaak niet uit
trop, beaucoup, gris, vert, prix, nez, chez
é / -er/ -ez
ee
café, donner, chantez
è
e
collège
e
stomme e: wordt niet uitgesproken of als ''u''
rouge
Slide 14 - Tekstslide
Introductie
Voor de mondeling gaan we een 3-tal lessen oefenen met spreekvaardigheid.
We gaan ons verdiepen in de volgende thema's: het oefenen van jezelf voorstellen, het bestellen in een restaurant en het kopen van kleding in een kledingwinkel.
Slide 15 - Tekstslide
We gaan weer kijken naar dezelfde filmpjes. Je krijgt tussendoor een aantal vragen en daar ga je antwoord op geven. Probeer vooral persoonlijke antwoorden te geven!
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
02:09
Et toi? Comment tu t'appelles?
Slide 18 - Open vraag
02:30
Et toi? Tu viens d'où? Tu habites où?
Slide 19 - Open vraag
02:40
Et toi? Combien de frères et soeurs tu as?
Slide 20 - Open vraag
02:58
Et toi? Tu as un petit boulot?
Slide 21 - Open vraag
03:08
Et toi? Quels sont tes hobbies?
Slide 22 - Open vraag
Ik weet nu hoe ik mijzelf moet voorstellen
Slide 23 - Poll
We gaan weer kijken naar dezelfde filmpjes. Je krijgt tussendoor een aantal vragen en daar ga je antwoord op geven. Probeer vooral persoonlijke antwoorden te geven!
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
00:45
Geef antwoord: Vous avez une reservation?
Slide 26 - Open vraag
00:57
Geef antwoord: Pour combien de personnes vous avez reservé?
Slide 27 - Open vraag
01:05
Geef antwoord: Vous êtes prêtes à commander?
Slide 28 - Open vraag
01:31
Geef antwoord: Et pour le dîner, que voudriez-vous?
Slide 29 - Open vraag
01:58
Geef antwoord: Et comme boisson? Qu'est-ce que vous voulez?
Slide 30 - Open vraag
02:41
Geef antwoord: Avez-vous apprécié votre répas?
Slide 31 - Open vraag
02:48
Geef antwoord: Voulez-vous quelque chose pour le dessert?
Slide 32 - Open vraag
Ik weet nu hoe ik in een restaurant iets kan bestellen en mijn mening erover kan geven
Slide 33 - Poll
We gaan weer kijken naar dezelfde filmpjes. Je krijgt tussendoor een aantal vragen en daar ga je antwoord op geven. Probeer vooral persoonlijke antwoorden te geven!
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Video
Ik weet nu hoe ik iets kan kopen in een winkel
Slide 36 - Poll
00:12
Antwoord: Je peux vous aider?
Slide 37 - Open vraag
00:30
Antwoord: Combien coûte ce pull?
Slide 38 - Open vraag
00:46
Antwoord: Ce pull est moins cher. Pourquoi?
Slide 39 - Open vraag
00:59
Antwoord: Vous l'avez en quelle couleur?
Slide 40 - Open vraag
01:07
Vraag of je het mag passen
Slide 41 - Open vraag
01:12
Antwoord: Vous faîtes quelle taille?
Slide 42 - Open vraag
01:21
Vraag waar de paskamers zijn
Slide 43 - Open vraag
01:38
Antwoord: Comment vous trouvez ce pull?
Slide 44 - Open vraag
01:57
Antwoord: Est-ce que ça vous va?
Slide 45 - Open vraag
02:16
Antwoord: Vous payez comment? Par carte ou en espèces?