3.4 HERH WWG met te

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Deze les

- Kun je werkwoorden (ww) en persoonsvormen (PV) in een zin benoemen

- Werkwoordelijk gezegde (WWG) met te benoemen

inloggen

blz: 113

Wat is een werkwoord?

Alles wat je kan doen

Wat is de persoonsvorm?

Een werkwoord

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?

Wat is de persoonsvorm in de zin?
Tante Jo loopt over de straat

1. Tante Jo
2. loopt
3. over de
4. straat

Wat is de persoonsvorm in de zin?
Anne benoemt de dieren

1. De dieren
2. Benoemen
3. benoemt
4. Anne

Wat is een werkwoord?

1. De
2. leven
3. allebei
4. over

Wat is een werkwoord?

1. springen
2. rennen
3. koken
4. kijken

Wat is een werkwoord?

1. is
2. jij
3. mooi
4. groot

Wat is een werkwoord?

1. Weg
2. wat
3. opdracht
4. zijn

Werkwoordelijk gezegde

Alle werkwoorden in een zin!

Wat is de persoonsvorm in de zin?
Joop heeft een griepje opgelopen

heeft

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin?
Joop heeft een griepje opgelopen

heeft opgelopen

Joop heeft een griepje opgelopen

pv: heeft

wwg: heeft opgelopen

Wat is het onderwerp?

Ond: Joop

Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Lies leerde Lotje lopen

leerde

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin?
Liesje leerde Lotje lopen

Leerde lopen

Liesje leerde Lotje lopen

PV: leerde

WWG: leerde lopen

Wat is het onderwerp?

ond: Liesje

Oefenen

https://www.jufmelis.nl/zinsontleding/persoonsvorm/persoonsvorm-1

https://www.jufmelis.nl/werkwoordspelling/voltooid-deelwoord-herkennen/voltooid-deelwoord-herkennen-1

Volgende les

- Oefenen met zinsontleding

                  Maak opdracht 2 blz: 114

Volgende les 3.5

zinsdelen en lijdend voorwerp