Par 4.4 zenuwstelsel

Maak deze test: https://www.123test.nl/leerstijl/
Welke leerstijl heb jij?
1 / 36
volgende
Slide 1: Open vraag
BiologieMiddelbare school

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Maak deze test: https://www.123test.nl/leerstijl/
Welke leerstijl heb jij?

Slide 1 - Open vraag

Par 4.4 Zenuwstelsel

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan bij 'zenuwstelsel'?

Slide 3 - Woordweb

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je:
-de onderdelen en werking van het zenuwstelsel benoemen.
- de drie soorten zenuwcellen benoemen en hun verschillende werking toepassen.
-Uitleggen hoe je leert en hoe het geheugen werkt

Slide 4 - Tekstslide

Verschillende prikkels
Zintuigen zetten prikkels 
om in impulsen. 

impulsen gaan door het zenuwstelsel


Slide 5 - Tekstslide

Het CZS

hersenen

ruggenmerg

zenuwen

Slide 6 - Tekstslide

0

Slide 7 - Video

3 type zenuwcellen
  1. gevoelszenuwcellen
  2. bewegingszenuwcellen 
  3. schakelcellen

Slide 8 - Tekstslide

3 typen zenuwen
1. gevoelszenuwen (sensorisch)
2. bewegingszenuwen (motorisch)
3. gemengde zenuwen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Hersenen
grote hersenen= bewustwoording
kleine hersenen=  coördineren bewegingen en zorgen voor het evenwicht
hersenstam= reflexen van het hoofd en
automatische functies

Slide 13 - Tekstslide

0

Slide 14 - Video

0

Slide 15 - Video

Hersencentra
In de grote hersenen liggen de hersencentra. Dit zijn gebieden in je hersenen die verbonden zijn aan een zintuig. 

Slide 16 - Tekstslide

De grote hersenen hebben als taak.
A
bewegingen te coördineren
B
bewust wording van impulsen
C
regelen van lichaamtemperatuur

Slide 17 - Quizvraag

De gevoelszenuwcellen geleiden impulsen van het ruggenmerg naar de spier.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Hoe werkt leren?
Leren is het maken van verbindingen tussen zenuwcellen in je hersenen. Door iets vaker te doen worden deze verbindingen sterker, maar als je iets weinig of niet meer doet worden deze verbindingen steeds zwakker. Door vaak genoeg te oefenen met bijvoorbeeld lopen gaat het uiteindelijk automatisch

Slide 19 - Tekstslide

Geheugen
Korte termijn geheugen: dit geheugen werkt maximaal een half uur. Hier sla je bijvoorbeeld een telefoonnummer op wat je meteen gaat gebruiken.
Lange termijn geheugen: hier onthoud je informatie voor een langere tijd. Dit is informatie uit het korte termijn geheugen die je meerdere malen herhaald hebt.

Slide 20 - Tekstslide

Geheugenspoor
Wanneer je informatie steeds herhaald komt er een vaste route in je hersenen. Dit heet een geheugenspoor. Hoe vaker je dit spoor gebruikt, hoe makkelijker het wordt om dit spoor te gebruiken (en hoe meer je onthoudt).

Slide 21 - Tekstslide

Maak deze test:
https://www.jellinek.nl/test-uw-kennis-of-gebruik/test-uw-kennis/alcohol-makkelijk/
Hoe ging dit?

Slide 22 - Open vraag

Stoffen die de hersenen beinvloeden

Slide 23 - Tekstslide

Alcohol
Overmatig alcoholgebruik is schadelijk voor de ontwikkeling van de hersenen. Je hersenen ontwikkelen zich tot hun 24e en misschien zelfs tot hun 30e. Tijdens de puberteit neemt het aantal verbindingen tussen hersencellen toe.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Drugs
Drugs zijn middelen die de hersenen prikkelen. Mensen gebruiken drugs voor hun plezier – het is een genotmiddel -, om zich beter te voelen of om in een roes te komen. De meest gebruikte drugs zijn alcohol en tabak. Van de verboden drugs is cannabis, verzamelnaam van hasj en wiet, de meest bekende.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Opdracht:
Beantwoord de volgende vragen, mail je antwoorden naar bgk@jfc.nl:
1. Wat zijn de gevolgen van alcohol voor je hersenen?
2. Wat zijn andere gevolgen/risico’s van alcohol?
3. Wat is comazuipen?
4. Welke soorten drugs zijn er?
5. Wat is de invloed van drugs op je hersenen
6. Wat zijn andere gevolgen/risico’s van drugs
7. Wanneer ben je verslaafd?

www.voorkom.nl
www.alcoholinfo.nl
www.drugsinfo.nl
https://www.jellinek.nl
……

Slide 29 - Tekstslide

Hoe noemen we hersenen en ruggenmerg samen?
A
Zenuwstelsel
B
Hersenstelsel
C
Centraal zenuwstelsel
D
autonoom zenuwstelsel

Slide 30 - Quizvraag

Welke drie typen zenuwcellen zijn er?

Slide 31 - Open vraag


Bewegingszenuwen geleiden impulsen van ...
A
zintuigen naar het ruggenmerg
B
het ruggenmerg naar zintuigen
C
spieren naar het ruggenmerg
D
het ruggenmerg naar spieren

Slide 32 - Quizvraag

Gevoelszenuwen geleiden impulsen van ....
A
zintuigen naar het ruggenmerg
B
het ruggenmerg naar zintuigen
C
spieren naar het ruggenmerg
D
het ruggenmerg naar spieren

Slide 33 - Quizvraag

Alcohol heeft invloed op:
A
alleen de grote hersenen
B
alleen de kleine hersenen
C
zowel de grote hersenen als de kleine hersenen
D
niet op de grote hersenen en ook niet op de kleine hersenen

Slide 34 - Quizvraag

Welk deel van de hersenen zorgt voor het coördineren van bewegingen?
A
Kleine hersenen
B
Grote hersenen
C
hersenstam
D
hypofyse

Slide 35 - Quizvraag

Doen:
Lezen par 4.4 pagina 119 t/m 124
Maken opdracht 1 t/m 28

Slide 36 - Tekstslide