In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 100 min
Onderdelen in deze les
drugs en drankverslaving
Slide 1 - Tekstslide
Drugs en drankverslaving
Slide 2 - Woordweb
wat is GEEN herkenbaar gedrag bij een verslaving?
A
vaak aan drank en/of drugs denken
B
gebruik om beter te kunnen functioneren
C
gebruik om stemming te veranderen
D
veel water drinken, door de hele dag
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Video
Is Renee Verslaafd?
A
JA
B
Jazeker
C
Nee
D
Nee hoor
Slide 5 - Quizvraag
Fasen van verslavingen
Er zijn 4 kenmerkende fases van verslaving
-1 : experimenterende fase
2-fase van 'sociaal of geïntegreerd gebruik'
3-fase van 'overmatig en schadelijk gebruik'
4-de verslavingsfase'
Slide 6 - Tekstslide
Fase 1: 'experimenteerfase'
Meestal begint het, vaak op jonge leeftijd met experimenteel gebruik: uit nieuwsgierigheid probeert men een bepaald middel uit.
Slide 7 - Tekstslide
Fase 2: fase van 'sociaal of geïntegreerd gebruik'
De gebruiker zoekt de positieve effecten van het middel en weet dit in zijn leven in te passen zonder dat men er last van heeft.
Slide 8 - Tekstslide
Fase 3: fase van 'overmatig en schadelijk gebruik'
Het gebruik krijgt een steeds grotere rol in het dagelijks leven. Men gebruikt niet alleen om zich lekker te voelen, maar ook om spanningen en onlust te verdrijven.
Slide 9 - Tekstslide
Fase 4: 'de verslavingsfase'
In deze fase wordt vrijwel het hele leven door gebruik beheerst. Er zijn schadelijke gevolgen op lichamelijk, psychisch en sociaal gebied.
Slide 10 - Tekstslide
welk verslavend middel wordt niet sociaal geaccepteerd?
A
Caffeïne (koffie)
B
nicotine (sigaretten)
C
Alcohol (biertje)
D
Ketamine
Slide 11 - Quizvraag
In welke wet staan de regels over drugsgebruik?
A
Opiumwet
B
drank en horecawet
C
wet,wapens en minutiewet
D
wet wegen verkeer
Slide 12 - Quizvraag
Wat houd de opiumwet in?
De Opiumwet verbiedt het bezit van bepaalde middelen die staan vermeld op lijst l en ll van de Opiumwet. Het vervaardigen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren ervan is ook verboden.
Slide 13 - Tekstslide
hoeveel lijsten horen bij deze wet?
Slide 14 - Open vraag
lijst 1:
Deze zijn schadelijker voor de gezondheid dan softdrugs. Voorbeelden zijn heroïne, cocaïne, amfetamine, xtc en GHB
Slide 15 - Tekstslide
lijst 2:
De risico’s van deze drugs zijn minder groot dan bij de harddrugs op lijst I. Voorbeelden zijn cannabisproducten (hasj en wiet) en slaapmiddelen. Ook kalmeringsmiddelen als Valium en Seresta staan op deze lijst.
Slide 16 - Tekstslide
een verslaving is gebaseerd op een eigen gemaakte keuze
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quizvraag
niet waar!
het komt meestal voor dat mensen het eens proberen en zo verder de andere fases ingaan, dit gebeurt natuurlijk niet altijd. veel mensen gebruiken op recreatieve wijzen en kennen ook hun grenzen.
Slide 18 - Tekstslide
kan een verslaving genetisch bepaald zijn?
A
ja
B
nee
Slide 19 - Quizvraag
ja en nee
kinderen van rokers roken sneller dan kinderen waarvan de ouders niet roken, dit komt ook grotendeels door het normaliseren van het roken door de ouders.
Slide 20 - Tekstslide
hulp krijgen
een verslaafd iemand kan hulp krijgen bij de verslavingszorg.
Behandeling is doorgaans ambulant. Bij ernstige en langdurige verslaving kan daaraan klinische opname voorafgaan.
Slide 21 - Tekstslide
https:
Slide 22 - Link
Slide 23 - Video
Is Whitney het beeld wat je krijgt als je aan een verslaafd persoon denkt?
A
ja
B
nee
Slide 24 - Quizvraag
vanaf welk moment in haar leven gebruikten zij ketamine niet meer recreatief?
A
toen ze het ging gebruiken op een feestje
B
toen ze het als antisdepressiva ging gebruiken
C
vanaf het moment dat ze afviel
D
toen ze struikelde over haar losse veter
Slide 25 - Quizvraag
wat betekent 'recreatief gebruik'?
A
Slide 26 - Quizvraag
hebben jullie eigen ervaringen die jullie zouden willen delen?