2.5 geboorte

2.5 geboorte
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

2.5 geboorte

Slide 1 - Tekstslide

even herhalen

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de functie van nummer 6?
A
Zaadcellen produceren
B
zaadcellen opslaan
C
Zaadcellen vervoeren
D
vocht toevoegen aan de zaadcellen

Slide 3 - Quizvraag

Hoe noem je nummer 5 en wat is zijn functie?

Slide 4 - Open vraag

Uit hoeveel zaadcellen en eicellen is eeneiige tweeling ontstaan?

Slide 5 - Open vraag

Hoe kan het dat een eeneiige tweeling geen broer en zus zijn?

Slide 6 - Open vraag

In welk deel van het lichaam vindt dit proces plaats?

Slide 7 - Open vraag

Wat gebeurd er bij bevruchting?
A
de kernen versmelten van eicel en zaadcel
B
zaadcel dringt de eicel binnen.
C
celmembraan wordt ondoordringbaar
D
Eicel komt uit de eileider vrij

Slide 8 - Quizvraag

Wat is nummer 3?
A
eierstok
B
eileider
C
baarmoeder
D
vagina

Slide 9 - Quizvraag

Met welk orgaan van het mannelijk voortplantingsstelsel is het orgaan met nummer 1 te vergelijken?

Slide 10 - Open vraag

Wat is een ander woord voor eisprong?

Slide 11 - Open vraag

Hoeveel dagen heeft een menstruatiecyclus gemiddeld?

Slide 12 - Open vraag

Hoe heet het vrouwelijk geslachtshormoon?
A
testosteron
B
gele lichaam
C
oestrogeen
D
ovulatie

Slide 13 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de menstruatie als een vrouw zwanger is?

Slide 14 - Open vraag

Wat is de functie van de placenta?

Slide 15 - Open vraag

Wanneer wordt het embryo een foetus?
A
vanaf tweede maand
B
vanaf de derde maand
C
vanaf de vierde maand
D
vanaf de vijfde maand

Slide 16 - Quizvraag

leerdoelen
2.4.4 Je kunt beschrijven hoe eeneiige en twee-eiige tweelingen ontstaan.
2.5.1 Je kunt beschrijven welke fasen tijdens de geboorte worden doorlopen.

Slide 17 - Tekstslide

twee-eiige tweelingen
 Een twee-eiige tweeling ontstaat uit twee eicellen. Er zijn twee eicellen vrijgekomen tijdens de ovulatie. Beide eicellen worden bevrucht. Er ontstaan twee klompjes cellen. Beide nestelen zich in het baarmoederslijmvlies in

Slide 18 - Tekstslide

eeneiige tweeling
 Een eeneiige tweeling ontstaat uit één bevruchte eicel. Tijdens de eerste delingen raken cellen los van elkaar. Er ontstaan dan twee losse klompjes cellen. Beide klompjes cellen nestelen zich in het baarmoederslijmvlies in

Slide 19 - Tekstslide

Bevalling
De geboorte van een baby gaat in vijf stappen:

indaling
ontsluiting
breken van de vruchtvliezen
uitdrijving
nageboorte

Slide 20 - Tekstslide

De indaling
begint vaak een paar weken voor de bevalling. Hierbij zakt het hoofdje van de foetus naar beneden

Slide 21 - Tekstslide

Ontsluiting 
- De bevalling begint met weeën. 
- Tijdens de weeën worden de baarmoederhals en baarmoedermond wijder. 
- Opening v/d ontsluiting moet groot genoeg zijn voor het hoofdje (10cm)

Slide 22 - Tekstslide

Breken van de vruchtvliezen 
- Bij ontsluiting breken meestal de vruchtvliezen. 
- Het vruchtwater komt voor een deel naar buiten. 

Slide 23 - Tekstslide

Uitdrijving 
- weeën worden krachtiger. 
- spieren in de buikwand trekken samen. 
- met deze persweeën wordt de baby naar buiten geperst.

Slide 24 - Tekstslide

Na de geboorte
- Huilen = teken van ademen
- navelstreng wordt afgeknipt, litteken ontstaat (de navel).
- ongeveer kwartier na de geboorte ontstaan naweeën. 
- Placenta, rest v/d navelstreng en vruchtvliezen via de vagina naar buiten (nageboorte).
- Wordt geregeld door hormonen. 

Slide 25 - Tekstslide

Maken
vanaf blz. 110
opdr. 1 t/m 6

Slide 26 - Tekstslide