In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
LES 3.2 - Inkomstenbronnen
Slide 1 - Tekstslide
Procenten
Rente is een vorm van inkomen uit bezit.
Je zet bijvoorbeeld spaargeld op de bank en krijgt als vergoeding rente.
De hoeveelheid rente is meestal een percentage van je spaargeld.
Slide 2 - Tekstslide
Voorbeeld
Jeroen heeft € 1200,- op zijn bankrekening staan.
Hij krijgt 5% rente per jaar,
5% van € 1200,- = 5 x € 12,- = € 60,-
Na een jaar krijgt hij dus € 60,- aan rente.
Als hij niets opneemt, heeft hij dan € 1260,- op zijn rekening staan.
Slide 3 - Tekstslide
Reken uit. a 4% van € 2000,- is € b 3% van € 5000,- is € c 5% van € 2500,- is € d 6% van € 1400,- is €
timer
5:00
Slide 4 - Open vraag
Jorrick van de Velde heeft € 800,- op zijn bankrekening staan. De bank geeft 4% rente per jaar?
a. Hoeveel euro rente krijgt Yorrick na het eerste jaar? € b. Welk bedrag staat er dan op zijn rekening? €
timer
3:00
Slide 5 - Open vraag
Inkomensoverdrachten
Soms krijg je een inkomen zonder dat je daar iets voor hoeft te doen. Een inkomen waarvoor je niets hoeft te doen, is een inkomensoverdracht.
Slide 6 - Tekstslide
Inkomensoverdrachten
Voorbeelden van inkomensoverdrachten zijn:
kindertoeslag: bijdrage van de overheid voor de kosten voor kinderen.
huurtoeslag: bijdrage van de overheid voor de huur.
bijstandsuitkering: uitkering van de overheid voor iemand die geen werk heeft.
Slide 7 - Tekstslide
Inkomen in natura
Soms krijg je een deel van je inkomen niet in geld maar in producten. Je noemt dat een inkomen in natura.
Voorbeelden van inkomens in natura zijn:
een auto van de zaak.
een mobiele telefoon van de baas .
een abonnement op een krant of tijdschrift betaald door de zaak.
Slide 8 - Tekstslide
Bekijk de advertentie hiernaast.
Johan solliciteert op de baan en wordt aangenomen. Volgens Johan gaat hij meer dan € 32.400,- per jaar verdienen. Heeft Johan gelijk? Leg je antwoord uit.