LES 1.2 - Schaarste, Keuzes Maken 2/3

LES 1.2 - Schaarste, keuzes maken -
opdracht 2 en 3
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

LES 1.2 - Schaarste, keuzes maken -
opdracht 2 en 3

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je: 

  • drie verschillende inkomstenbronnen noemen.
  • twee voorbeelden geven van inkomsten waar je geen prestatie voor hoeft te leveren (inkomensoverdracht)
  • van een bedrag een percentage uitrekenen.
  • een voorbeeld geven van wat wordt bedoeld met inkomen in natura.

Slide 2 - Tekstslide

Welke factor beslist niet in jouw keuzes?
A
Je ouders
B
Hoeveel geld je hebt
C
Klasgenoten
D
Zeewater

Slide 3 - Quizvraag

Zet in de juiste kolom.....
Primaire behoeften
Secondaire behoeften
Onderwijs
Onderdak
Brood
Gezondheidzorg
Vakantie
Luxe sportschoenen
Kaartjes voor Formule 1
Netflix

Slide 4 - Sleepvraag

Slide 5 - Video

Inkomstenbronnen
Belangrijke inkomstenbronnen zijn:

  • Arbeid: je werkt voor een loon of salaris.
  • Bezit: je krijgt rente over het geld op je spaarrekening of je krijgt de huur als een woning verhuurt.
  • Een eigen bedrijf: je krijgt de winst.

Slide 6 - Tekstslide

Inkomstenbronnen
Met je inkomen kun je:

  • consumeren: je koopt producten.
  • sparen: je geeft een deel van het geld niet uit.



Slide 7 - Tekstslide

Inkomensoverdrachten
Soms krijg je een inkomen zonder dat je daar iets voor hoeft te doen. Een inkomen waarvoor je niets hoeft te doen, is een inkomensoverdracht.



Slide 8 - Tekstslide

Inkomensoverdrachten
Voorbeelden van inkomensoverdrachten zijn:

  • kindertoeslag: bijdrage van de overheid voor de kosten voor kinderen.
  • huurtoeslag: bijdrage van de overheid voor de huur.
  • bijstandsuitkering: uitkering van de overheid voor iemand die geen werk heeft.

Slide 9 - Tekstslide

Inkomen in natura
Soms krijg je een deel van je inkomen niet in geld maar in producten. Je noemt dat een inkomen in natura.


Voorbeelden van inkomens in natura zijn:

  • een auto van de zaak.
  • een mobiele telefoon van de baas .
  • een abonnement op een krant of tijdschrift betaald door de zaak.

Slide 10 - Tekstslide

Inkomstenverschillen
Inkomensverschillen:
  • de hoogte van je opleiding. 
  • je ervaring met het werk.
  • de mate van verantwoordelijkheid.
  • je leeftijd.
  • de zwaarte van het werk.

Maar ook waar je op de wereld woont!


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video