Het bepalen van prijsbeleid, 2-2-2022

Planning voor de les:
5 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor
5 minuten : voorkennis
5 minuten: leerdoelen en huiswerk
30 minuten: uitleg 
5 minuten: PAUZE
25 minuten: aan het werk!
10 minuten: leerdoelen testen
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
MarketingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Planning voor de les:
5 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor
5 minuten : voorkennis
5 minuten: leerdoelen en huiswerk
30 minuten: uitleg 
5 minuten: PAUZE
25 minuten: aan het werk!
10 minuten: leerdoelen testen

Slide 1 - Tekstslide

Prijsbeleid heeft een rol als onderdeel van het marketingproces.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

De Ikea is een voorbeeld van een...
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Volkomen mededinging

Slide 3 - Quizvraag

De distributie van het product is een interne factor die invloed heeft op het prijsbeleid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Wanneer de distributie van fabrikant-detailhandel-consument loopt noemen we dit...
A
Indirect lang distributiekanaal
B
Indirect kort distributiekanaal
C
Direct distributiekanaal

Slide 5 - Quizvraag

De overheid speelt een belangrijke factor bij de totstandkoming van de verkoopprijzen in Nederland.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Een hoge prijs voor een product vragen is alleen mogelijk, als er value for money wordt geleverd.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Leerdoelen:
1. Je kan het opslagpercentage berekenen.
2. Je kan de break-even afzet berekenen.
3. Je kan de break-even omzet berekenen.
HUISWERK: opdracht 11 t/m 17, par 2.2
(Marketingmix, prijsbeleid)

Slide 8 - Tekstslide

Bepalen van prijsbeleid

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Cost-plus pricing of mark-up pricing

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld
Guus maakt eikenhouten tuintafels. Een tafel van 2 meter lang heeft een kostprijs van € 100,00 aan materialen en arbeid. Per jaar verwacht Guus 200 tafels te gaan maken en verkopen.

De totale productiekosten zijn dus 200 x € 100,00 = € 20.000,-per jaar.
De overige kosten van Guus (huur van een loods, transport, energiekosten) bedragen € 5.000,- per jaar. Guus wil € 20.000,- winst maken per jaar.

Slide 12 - Tekstslide

Het opslagpercentage voor kosten en winst is dan:
Kosten + Beoogde winst            x 100%
Inkoop of productiekosten                           

Slide 13 - Tekstslide

De verkoopprijs van een eikenhouten tuintafel bedraagt dan:

Slide 14 - Tekstslide

Opgave
Jamie verkoopt party shoes met ledverlichting met behulp van een webshop.
De inkoopprijs van een paar schoenen bedraagt € 25,00.  Jamie verwacht per jaar 1.000 paar party shoes te kunnen verkopen.  De inkoopwaarde van de omzet is dan: 1.000 paar x € 25,00 = € 25.000,-.  De bedrijfskosten bedragen € 10.000,- per jaar en Jamie wil € 20.000,- winst behalen.

Slide 15 - Tekstslide

Hoeveel bedraagt het opslagpercentage?

Slide 16 - Open vraag

Het opslagpercentage voor kosten en winst is dan:
Kosten + Beoogde winst            x 100%
Inkoop of productiekosten                           

Slide 17 - Tekstslide

Hoeveel bedraagt de consumentenprijs?

Slide 18 - Open vraag

De verkoopprijs van partyshoes bedraagt dan:

Slide 19 - Tekstslide

Basis calculaties in Marketing!! WAT???

Slide 20 - Tekstslide

Break-even afzet (BEA)
- P = prijs per stuk
- v = variabele kosten per stuk

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht
Kim verkoopt Vietnamese loempia’s.
Hiervoor maakt Kim gebruikt van een wagen met verrijdbare keuken.
De vaste kosten bedragen € 10.000,- per jaar.
De inkoopkosten voor 20 loempia’s bedragen € 3,-
Een Loempia wordt verkocht voor € 1,- per stuk.

Slide 22 - Tekstslide

Bereken de break-even afzet. (afronden op helen)

Slide 23 - Open vraag

Uitwerking
€3,00 / 20 loempia's = €0,15 per loempia

Slide 24 - Tekstslide

Break-even omzet (BEO)

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht
Marlinde is vestigingsmanager van een groothandel in modeaccessoires. Het assortiment van de groothandel bestaat uit sieraden, horloges, riemen en tassen.  De jaarlijkse vaste kosten van de groothandel worden begroot op € 110.000,- . De artikelen worden met een gemiddeld brutowinstpercentage van 32% van de omzet verkocht aan winkeliers en webshops.

Slide 26 - Tekstslide

Bereken de break-even omzet.

Slide 27 - Open vraag

Uitwerking

Slide 28 - Tekstslide

5 minuten PAUZE
timer
5:00

Slide 29 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Opdracht11 t/m 17, par. 2.2
Hoe? Aan de hand van het stoplicht.
Hulp? Het stoplicht, de docent, je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot 10 minuten voor het einde van de les.
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Dan gaan klassikaal de lesdoelen testen.

Slide 30 - Tekstslide

Opdracht
Jamie verkoopt party shoes voor € 55,00 per stuk, exclusief BTW. De inkoopprijs van een paar schoenen bedraagt € 25,00 exclusief BTW.  De vaste kosten die Jamie moet terugverdienen bedragen € 10.000,- per jaar.

Slide 31 - Tekstslide

a. Bereken de break-even afzet voor Jamie.

Slide 32 - Open vraag

Uitwerking
10.000 : (55-25) = 334 stuks

Slide 33 - Tekstslide

b. Hoeveel bedraagt de break-even omzet van Jamie.

Slide 34 - Open vraag

Uitwerking
334 stuks x €55,00 = €18.370,00

Slide 35 - Tekstslide

Bedankt voor de aandacht!
HUISWERK: 1 1 t/m 17, par. 2.2
(Marketingmix, prijsbeleid)

Slide 36 - Tekstslide