In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
100%
Slide 2 - Tekstslide
In deze vraag komt de kip voor het ei, maar zijn er in de afbeelding hierboven meer kippen of eieren?
timer
0:40
Slide 3 - Tekstslide
In deze vraag komt de kip voor het ei, maar zijn er in de afbeelding hiernaast meer kippen of eieren?
A
meer kippen
B
meer eieren
Slide 4 - Quizvraag
meer kippen
je hoeft niet te tellen, het begin en het eind is een kip, dus je er zijn meer kippen.
Slide 5 - Tekstslide
90%
Slide 6 - Tekstslide
A B C D
Welke hoort er logischerwijs niet bij?
timer
0:40
Slide 7 - Tekstslide
wat hoort er logischerwijs niet bij?
A
zadel
B
schommel
C
punaise
D
stoel
Slide 8 - Quizvraag
Een zadel, een schommel en een stoel zijn bedoeld om op te zitten. Een punaise niet.
Slide 9 - Tekstslide
80%
Slide 10 - Tekstslide
In welke antwoordoptie staan de letters NIET in alfabetische volgorde?
timer
0:40
A
AFKOOP
B
ACCENT
C
ALLIGATOR
D
AGNOST
Slide 11 - Quizvraag
C
ALLIGATOR
Slide 12 - Tekstslide
70%
Slide 13 - Tekstslide
Tom, Bram en Max tellen beurtelings tot 20. Tom zegt 1, Bram zegt 2, Max zegt 3, enzovoort. Wie zegt er dan 20?
timer
0:40
A
Tom
B
Bram
C
Max
Slide 14 - Quizvraag
B, Max
Ze zijn met zijn drieën dus tot en met 18 is iedereen 6 keer aan de beurt geweest. Tom zegt 19 en Bram zegt vervolgens 20.
Slide 15 - Tekstslide
60%
Slide 16 - Tekstslide
Welk schilderij kan niet juist zijn?
timer
0:40
Slide 17 - Tekstslide
A
A
B
B
C
C
Slide 18 - Quizvraag
Ten tijde van Napoleon was er nog geen Starbucks.
Slide 19 - Tekstslide
JOKER
Slide 20 - Tekstslide
50%
Slide 21 - Tekstslide
timer
0:40
Slide 22 - Tekstslide
A
HAAI
B
EGEL
C
LEEUW
D
FAZANT
Slide 23 - Quizvraag
B, EGEL
A aap
B beer
C cavia
D das
E egel
Slide 24 - Tekstslide
40%
Slide 25 - Tekstslide
wat is het antwoord op de vraag? ?SALKSULP ED NAV GAD ELAICEPS NEE GAADNAV SI MORAAW
timer
0:40
A
BREINTREIN
B
ÉÉN NA LAATSTE KEER
C
12 KINDEREN
D
HARMPJE VISSER
Slide 26 - Quizvraag
B, LAATSTE KEER
Waarom is vandaag een speciale dag van de plusklas?
Één na laatste keer van het schooljaar
Slide 27 - Tekstslide
35%
Slide 28 - Tekstslide
A is de eerste hoofdletter van het alfabet die er in spiegelbeeld precies hetzelfde uitziet. Wat is de tweede?
timer
0:40
Slide 29 - Open vraag
H
Slide 30 - Tekstslide
30%
Slide 31 - Tekstslide
Hoeveel kootjes heeft mijn linkerhand?
timer
0:40
Slide 32 - Open vraag
14
Dat kun je op je hand natellen:
drie in elke vinger,
twee in je duim
Slide 33 - Tekstslide
25%
Slide 34 - Tekstslide
Wat is de som van alle getallen die verstopt zitten in de zin op de volgende dia?
de som betekent
een plussom
Slide 35 - Tekstslide
Adrie wachtte 's ochtends op de vrachtwagen uit Zevenaar die daar in de nacht was vertrokken.
timer
0:40
Slide 36 - Open vraag
Adrie wachtte 's ochtends op de vrachtwagen uit Zevenaar die daar in de nacht was vertrokken.
3+8+8+7+8=34
Slide 37 - Tekstslide
20%
Slide 38 - Tekstslide
Wolter Kroes heeft een woord in gedachten dat bestaat uit 3 lettergrepen en waar geen letters in voorkomen die in zijn eigen naam zitten. Welk van deze woorden is het?
timer
0:40
A
BIKINI
B
PARAPLU
C
PINDA
D
BAVIAAN
Slide 39 - Quizvraag
D, BAVIAAN
PINDA valt af, omdat het maar twee lettergrepen heeft.
BIKINI heeft een K PARAPLU heeft een R
Slide 40 - Tekstslide
15%
Slide 41 - Tekstslide
welk woord is hier uitgebeeld?
timer
0:40
Slide 42 - Tekstslide
welk woord is hier uitgebeeld?
Slide 43 - Open vraag
PLATINA
plat bevindt zich
in de letter A
Slide 44 - Tekstslide
10%
Slide 45 - Tekstslide
Welke maand van het jaar duurt in Nederland het langst?
timer
0:40
Slide 46 - Open vraag
OKTOBER
Oktober heeft 31 dagen en een extra uur vanwege het ingaan van de wintertijd.
Slide 47 - Tekstslide
5%
Slide 48 - Tekstslide
Wat is de letter die in deze reeks logischerwijs op de plaats van het vraagteken komt? 1 = E 2 = W 3 = i 4 = ?
timer
0:40
Slide 49 - Open vraag
R
1 = EEN
2 = TWEE
3 = DRIE
4 = VIER
Het gaat om de eerste letter van EEN, de tweede letter van TWEE, de derde letter van DRIE en de vierde letter van VIER
Slide 50 - Tekstslide
1%
Slide 51 - Tekstslide
raad de volgende twee letters in de reeks. R D V T L I _ _