herhaling werkwoorden/ futur proche

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare school

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

finir/présent : il
A
finis
B
finit
C
fins
D
finissent

Slide 2 - Quizvraag

vendre/présent : vous ..............
A
vendrons
B
vendez
C
vendriez
D
vendrez

Slide 3 - Quizvraag

rendre/passé composé : nous .........
A
rendrons
B
avons rendé
C
avez rendé
D
avons rendu

Slide 4 - Quizvraag

rendre présent: ils ...........
A
rende
B
rends
C
rend
D
rendent

Slide 5 - Quizvraag

punir/ imparfait : nous..............
A
punons
B
punissions
C
punirons
D
punissons

Slide 6 - Quizvraag

choisir imparfait : ils ...................
A
choisissaient
B
choisaient
C
choisiraient
D
choissisaient

Slide 7 - Quizvraag

présent: vous (choisir)

Slide 8 - Open vraag

passé composé : il (vendre)

Slide 9 - Open vraag

Maak m.b.v. de aantekening de volgende zinnen in de futur proche
1. hij gaat eten
2. wij gaan lezen
3. jullie gaan slapen 
4. wij gaan slapen
5. jij gaat spelen
6. zij gaat lezen
7. ik ga eten
8. wij gaan eten

Slide 10 - Tekstslide