Woordenboek

Goedemorgen allemaal
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen allemaal

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag leren?
Woordenboek!

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de juiste volgorde van jong naar oud?

A
Opa-Puber-Baby
B
Baby-Opa-Puber
C
Puber-Opa-Baby
D
Baby-Puber-Opa

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde van klein naar groot?
A
Kat-Beer-Muis-Walvis
B
Muis-Kat-Beer-Walvis
C
Walvis-Beer-Kat-Muis
D
Beer-Kat-Walvis-Muis

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde van tellen?
A
1-2-3-4
B
4-3-2-1
C
3-2-1-4
D
2-1-3-4

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde van kleine naar grote getallen?
A
23-44-11-50
B
11-44-50-23
C
11-23-44-50
D
50-44-23-11

Slide 6 - Quizvraag

Alfabetische volgorde
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Slide 7 - Tekstslide

Welke letters staan op de juiste alfabetische volgorde?
A
D-C-B-A
B
A-B-C-D
C
B-A-C-D
D
C-A-D-B

Slide 8 - Quizvraag

Welke woorden staan op de juiste alfabetische volgorde?
A
Aap-Citroen-Beer-Dier
B
Dier-Citroen-Aap-Beer
C
Aap-Beer-Citroen-Dier
D
Citroen-Beer-Aap-Dier

Slide 9 - Quizvraag

Welke letters staan op de juiste alfabetische volgorde?
A
A-H-O-V
B
H-A-V-O
C
A-V-O-H
D
A-O-V-H

Slide 10 - Quizvraag

Welke woorden staan in de juiste alfabetische volgorde?
A
Appel-Aap
B
Aap-Appel

Slide 11 - Quizvraag

Welke woorden staan in de juiste alfabetische volgorde?
A
Stil-Slang
B
Slang-Stil

Slide 12 - Quizvraag

Welke woorden staan in de juiste alfabetische volgorde?
A
Bid-Bed-Bied
B
Bed-Bid-Bied
C
Bed-Bied-Bid
D
Bied-Bid-Bed

Slide 13 - Quizvraag

Hoe gebruik je een woordenboek?

Ga op zoek naar het zoekwoord.
Een zoekwoord is 
een vorm van het woord zoals het in het woordenboek staat.

Kijk naar het volgende filmpje, daar wordt het nog eens uitgelegd.



Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

zoekwoorden
Bij een werkwoord is het zoekwoord dus het hele werkwoord

voorbeeld
Mijn tandvlees is ontstoken.
het trefwoord van ontstoken is ontsteken.

Slide 16 - Tekstslide

zoekwoorden
bij een zelfstandig naamwoord is het zoekwoord de kortste vorm, dus enkelvoud en géén verkleinwoord.

voorbeeld
bomen= boom
daken= dak
bloempje= bloem

Slide 17 - Tekstslide

Wat is het trefwoord van
'gewinkeld'?

Slide 18 - Open vraag

Zoek de betekenis van het woord 'aandenken' op.

Slide 19 - Open vraag

Welk synoniem wordt er bij 'aal' gegeven?

Slide 20 - Open vraag

Zelf onderzoeken
Polyester                 Infiltrant
Gruwelijk                 Molecule        
Giraffe                       Hint
Choreograaf          Sonnet               
                         

Slide 21 - Tekstslide

Wat heb jij aan deze les gehad?

Slide 22 - Open vraag