V6 herhaling - ITCZ

Herhaling
- Luchtstromen
- ITCZ

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4,6

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Herhaling
- Luchtstromen
- ITCZ

Slide 1 - Tekstslide

Warme lucht ....
A
stijgt
B
daalt

Slide 2 - Quizvraag

Welke uitspraak is juist?
A
Stijgende lucht veroorzaakt lage luchtdruk
B
Stijgende lucht veroorzaakt hoge luchtdruk
C
Lage luchtdruk veroorzaakt stijgende lucht
D
Lage luchtdruk veroorzaakt dalende lucht

Slide 3 - Quizvraag

Vul de ontbrekende woorden in:

Wind waait van .......... druk naar ............ druk
A
hoog - laag
B
laag - hoog

Slide 4 - Quizvraag

Welk weer hoort bij lage luchtdruk?
A
Zonnig en warm
B
Zon en rustig weer
C
Kou en wind
D
Regen en wind

Slide 5 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding:

Wat voor drukgebied vind je boven de evenaar?
A
Lage druk
B
Hoge druk

Slide 6 - Quizvraag

Wat voor type neerslag ontstaat bij de evenaar?
A
Stuwingsneerslag
B
Stijgingsneerslag
C
Frontale neerslag

Slide 7 - Quizvraag

Welke woorden omschrijven de ITCZ
A
Gebied van hoge druk bij 30 graden NB en ZB
B
Gebied van lage druk bij 30 graden NB en ZB
C
Gebied van lage druk bij de evenaar
D
Gebied van hoge druk bij de evenaar

Slide 8 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding over de ITCZ.

Welke situaties horen bij de ITCZ?
A
Lage druk, stijgende lucht, veel neerslag
B
Lage druk, stijgende lucht, weinig neerslag
C
Hoge druk, dalende lucht, weinig neerslag
D
Hoge druk, dalende lucht, veel neerslag

Slide 9 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding over de ITCZ.

Welk klimaat vind je in het gebied van de ITCZ.
A
Landklimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Tropisch klimaat

Slide 10 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding:

Welke afwijking heeft de wind die op het Noordelijke halfrond waait van 30 graden NB naar de evenaar?
A
Naar links
B
Naar rechts

Slide 11 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.

In welke maanden heeft India veel neerslag?
A
Januari - maart
B
April - september
C
Oktober - december

Slide 12 - Quizvraag

Hoe noemen we de periode met veel neerslag in India?
A
Passaten
B
ITCZ
C
Moesson
D
Zomer

Slide 13 - Quizvraag

Welke windrichting is er in juli ter hoogte van India tussen de evenaar en de ITCZ?
A
Noordoosten
B
Zuidoosten
C
Noordwesten
D
Zuidwesten

Slide 14 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.

Wat is er gebeurd met de ITCZ in juli vergeleken met de stand van januari?
A
Die is naar het noorden geschoven
B
Die is naar het zuiden geschoven
C
Die is omhoog geschoven
D
Die is naar beneden geschoven

Slide 15 - Quizvraag

Welke maanden valt de meeste neerslag in Noord-Australië?
A
maart-juni
B
juli-oktober
C
november-februari

Slide 16 - Quizvraag

Welke windrichting is er in december ter hoogte van Australië tussen de evenaar en de ITCZ.
A
Noordoosten
B
Zuidoosten
C
Noordwesten
D
Zuidwesten

Slide 17 - Quizvraag