3.1 Nationaalsocialisme

Nationaalsocialisme
paragraaf 3.1
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Nationaalsocialisme
paragraaf 3.1

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:
  • Je kunt uitleggen wat de belangrijkste ideeën van de nationaalsocialisten waren.
  • Je kunt uitleggen op welke manier Hitler aan de macht kwam.
  • Je kunt uitleggen dat Duitsland na 1933 een totalitaire staat werd.

Slide 2 - Tekstslide

Opkomst nationaal-socialisme
  • Duitsland lag in puin na de Eerste Wereldoorlog en
     door het Verdrag van Versailles. 
  • Door het wantrouwen in de democratie zochten mensen
     een alternatief. Hierdoor konden partijen met extreme
     ideologieën makkelijk aan de macht komen. 
  • Een van die partijen was de Nationaal-socialistische Duitse
     Arbeiderspartij (NSDAP)

Slide 3 - Tekstslide

Kenmerken nationaal-socialisme
Het nationaal-socialisme is net als het communisme en fascisme een totalitaire ideologie. 
  1. leidersbeginsel: er is 1 leider, de Führer
  2. Extreem nationalisme
       bijv.: Lebensraum → alle Duitssprekende volkeren zouden in één           land moeten wonen
  3. Militarisme
  4. Anticommunistisch

Slide 4 - Tekstslide

Kenmerken nationaalsocialisme
5. Antisemitisch
    = jodenhaat.
     Nazi's geloofden in het idee dat de joden minderwaardig waren en               gaven ze de schuld van alle ellende in Duitsland.
6. Rassenleer
7. Antidemocratisch
8. Terreur
9. Propaganda en censuur

Slide 5 - Tekstslide

Hitler komt aan de macht 
Vanaf 1929 won de NSDAP in korte tijd veel stemmen. Ze beloofden:
  • de economie te herstellen
  • het verdrag van Versailles teniet te doen
            → verloren gebieden terughalen + geen herstelbetalingen meer
  • te zorgen voor werkgelegenheid
  • alle Duitsers in één Duits rijk

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Rassenleer in de praktijk
De Neurenbergerwetten (1935): er wordt vastgesteld wie Duits is en wie niet
- burgerrecht van Joden wordt ontnomen
- Joden mogen geen relaties hebben met Duitsers
- Joden mogen niet meer voor de overheid werken

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Hitlers beloften
- economie herstellen
- verdrag van Versailles teniet doen
      - gebieden terug
      - geen herstelbetalingen meer
- werkgelegenheid 
- alle Duitsers in één Duits rijk: Heim ins Reich

Slide 11 - Tekstslide

Hitler aan zet
Hitler wist dat hij het Verdrag van Versailles ging verbreken maar moest wel voorbereid zijn op de reactie van het buitenland:

- Dienstplicht invoeren
- Wapenfabrieken openen

In 1936 militairen naar Rijnland
 

Slide 12 - Tekstslide

1933
In 1933 was de NSDAP de grootste partij geworden en Hitler werd rijkskanselier. 

Slide 13 - Tekstslide

Opkomst van Hitler
- middenstand/hoge klasse: net als Hitler anti-communistisch
- arbeiders/lagere klasse: verlangden naar werkgelegenheid
- boeren: betere prijzen voor hun producten

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

1933: Rijksdagbrand
In 1933 brak er brand uit in de Rijksdag, de Tweede Kamer van Duitsland.
Volgens Hitler was dit gedaan door een communist. 
Hij riep uit dat er een noodsituatie was en trok hierna alle macht naar zich toe: machtigingswet

Slide 16 - Tekstslide

Duitsland is totalitair
Hitler had nu in zijn eentje alle macht.
Om dit te handhaven nam hij de volgende maatregelen:
- Elke andere partij werd afgeschaft.
- Tegenstanders werden opgesloten in concentratiekampen.
- Er kwam een ministerie van Propaganda
- Jeugdverenigingen (Hitlerjugend) om de jeugd te indoctrineren

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video