Thema 2.1 Frankische koningen

• Geschiedenis
• Basisschool
• Groep 7

Hoe werd Karel keizer van zo'n groot rijk?

Lees bladzijde 26 + 27 in je lesboek.

Beeld van Karel de Grote

Hoe lang zou Karel geweest zijn?

Waaraan kun je aan zien dat het hier om een koning gaat?

Wat straalt het beeld van Karel de Grote uit?

Wat zou hij in de andere hand gehad hebben?

In dit thema kijken we naar de tijd van de monniken en ridders.

In die tijd waren de koningen heel belangrijk. 

We kijken ook naar de tijd van steden en staten, naar het Bourgondische Rijk.

Waarom zette Karel de Grote maar een heel klein ruitje in zijn handtekening? Wie deed de rest?

1. Er woonden nog een volk in het noorden van Nederland: de Friezen.

Wat is een volksverhuizing?

2. Waarom was er chaos onder de germaanse stammen?

Wie was Clovis?

Wie waren de Merovingers?

3. Waarom zou Karel Martel de bijnaam Karel de Hamer hebben gehad?

Wie was Karel Martel?

4. Wie is nu de vader van Karel  de Grote? Wie was zijn opa?

Wat is een paus?

Wat is het Karolingische koningshuis?

Op weg door Europa
In het jaar 400 wonen hier ... Romeinen

1. wel
2. geen

Veel volken trokken dwars door ...

1. Europa
2. Nederland

De volken hadden ... talen en godsdiensten.

1. dezelfde
2. verschillende

De Franken en Saksen waren ... van elkaar.

1. vrienden
2. vijanden

Karel de Grote was een ... koning

1. Frankische
2. Saksische

Tijdens de grote volksverhuizing gingen
volken op reis. Leg uit.

Waarom wilde Clovis dat al zijn onderdanen hetzelfde geloof hadden?

1. Dat scheelt een hoop ruzie.
2. Het geeft je het gevoel dat je bij elkaar hoort.
3. Het rijk kan daardoor heel sterk worden.

De Frankische koning

1. Clovis
2. Karel Martel

De opa van Karel de Grote

1. Clovis
2. Karel Martel

De kerk was boos op hem

1. Clovis
2. Karel Martel

Hij liet de zich met 3.000 mannen samen dopen

1. Karel Martel
2. Clovis

Wie zei: "Geef hier! Het land bij deze kerk
is nu van ons!"

Wie zei: "Ik koop een paard van de
opbrengst van mijn land."

1. Karel Martel
2. Clovis
3. een edele
4. de paus

Wie zei: "Ik heb nu heel veel land en een leger soldaten met paarden!"

1. Clovis
2. Karel Martel

Wie zei: "Wij zijn kwaad!"

1. de kerk
2. de krijgers

Pippijn was de zoon van Karel Martel.

1. waar
2. niet waar

Pippijn was een vijand van de kerk.

1. waar
2. niet waar

Pippijn zorgde dat de edelen geld gingen betalen aan de ...

1. kerk
2. krijgers
3. Longobarden
4. paus

Pippijn beschermde de paus tegen ...

1. de Longobarden
2. een gemene familie

Pippijn beschermde de paus. Wat zegt Pippijn?

Bedankt voor de bescherming! Als dank zal ik je ...

En wat zegt de paus?

Nu ik koning ben, geef ik je ...

Reflectie

Hoe kwam Karel aan zo'n groot rijk?

Clovis, Karel de Hamer en Pippijn maakten alle drie hun rijk groter. Daarvoor werkten ze samen met de kerk. 

Hoe deden ze dat?

Wat vinden jullie van Karel de Grote?