VWO 1 - Unit 4 - Lesson 4.2- much/many/few/a little

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

UNIT 4 - FOOD

Lesson 2: writing

Lesindeling

1. Lesdoelen bespreken
2. Floris dag
3. Grammatica uitleg "much / many / (a) little / (a) few"
4. Oefenen leestoets
5. Huiswerk bespreken
6. Huiswerk maken
7. Blooket

Learning goals

• You can write short, simple messages about issues of immediate importance.
• You can take short and simple notes for yourself. 
• You can use "much / many / (a) little / (a) few" correctly in an English sentence.

Engelse dag

• De Engelse dag is op 5-3 vanaf 8:30 tot 10:30 bij de Florisschool.
• Korte lesjes geven over Engels met het thema 'lente', denk aan bloemen, jonge dieren, het weer, etc. > dit mag je zelf invullen.
• De juffen en meesters zijn aanwezig, dus jullie zijn er niet verantwoordelijk om orde te houden.
• Er zijn vier bijeenkomsten, op 4-2, 12-2, 18-2 en 4-3, van 14:50 t/m 15:30 om jullie voor te bereiden, hiervoor krijgen de leerlingen elke keer een flexuur en op de dag zelf worden ze in de ochtend uitgeroosterd. 

much / many / (a) little / (a) few

Much/Many + Few/Little

Wat betekent het volgende?:

Many books                                         Few books

Much water                                          Little water

Much/Many + Few/Little

'Much' en 'Many' beteken allebei 'veel'. 

'few' en 'little' beteken allebei 'weinig'.

Wanneer gebruik je welke?

Much/Many + Few/Little

Wanneer gebruik je welke?

	telbaar	ontelbaar
veel	many friends many books	much fun much water
weinig	few friends few books	little fun little water

_____ work

1. much
2. many

_____ pens

1. much
2. many

_____ minutes

1. little
2. few

_____ food

1. little
2. few

1. eating too _____ (veel) chocolate is bad for you.

2. There are only a _____ (weinig) minutes left.

3. There are _____ (veel) cars on the road.

4 We only have ____ (weinig) time.

5. My new videogame has ____ (veel) levels.

Oefenen leestoets

https://allesvoorengels.nl/vaardigheden/lezen/

https://lingua.com/nl/engels/lezen/

Kies voor niveau A1/A2

Huiswerk bespreken 

• Do exercises 12, 13, 14, 15 & 18 on p. 135-139
  
• Study vocabulary 4.2 on p. 184 (or StudyGo)

Get to work 

Start on your homework:

• Do exercises 16, 17, 19, 20, 21 & 22 on p. 138-143
• Study the phrases writing on p. 186 

Homework

• Do exercises 16, 17, 19, 20, 21 & 22 on p. 138-143
  
• Study the phrases writing on p. 186