Slavernij 1637-1863

Slavernij 1637-1863
Vanaf de zeventiende eeuw verhandelden Nederlanders mensen om te werken op plantages, in mijnen en in de huishouding. Deze mensen werden als slaaf behandeld: ze moesten gedwongen werken en kregen geen loon. Ze kwamen  Pas in 1863 verbood Nederland de slavernij.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slavernij 1637-1863
Vanaf de zeventiende eeuw verhandelden Nederlanders mensen om te werken op plantages, in mijnen en in de huishouding. Deze mensen werden als slaaf behandeld: ze moesten gedwongen werken en kregen geen loon. Ze kwamen  Pas in 1863 verbood Nederland de slavernij.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een slaaf?
Een persoon die het bezit is van een ander.
Synoniem: horige, lijfeigene, onderworpene

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Fort Elmina
Al in de vijftiende eeuw haalden de Portugezen mensen uit Afrika om te werken op hun plantages in Brazilië. Andere Europese landen deden al snel hetzelfde. De Nederlandse Republiek stichtte forten langs de Afrikaanse kust. Van daaruit werd handelgedreven met koninkrijken in Afrika. Het belangrijkste Nederlandse fort was Elmina, in het huidige Ghana. Hier werden Afrikaanse mensen gevangengehouden. De Nederlandse handelaren ruilden deze mensen in Elmina voor textiel, metaal, sieraden, alcohol, buskruit en wapens. Daarna werden ze vervoerd naar Amerika om daar als slaven verkocht te worden.
West-Indische compagnie
Vanaf 1621 organiseerde de West-Indische Compagnie (WIC), een Nederlandse groep bedrijven, de slavenhandel. WIC-schepen vervoerden Afrikaanse mensen over de Atlantische oceaan naar de kolonies in Amerika. In vreselijke omstandigheden, op overvolle zeilschepen, maakten ze de lange reis


In totaal vervoerden Europese slavenhandelaren zo’n twaalf miljoen mensen als slaaf over de Atlantische oceaan. Nederlandse schepen vervoerden ongeveer 600.000 slaven.

Opstand
In Suriname was een kleine groep slavenhouders de baas over bijna de hele bevolking. De slavenhouders gebruikten heel veel geweld. Een deel van de slaven wist te ontsnappen naar het oerwoud. Ze werden marrons genoemd. Vanuit hun schuilplaatsen vielen ze de plantages aan, omdat ze wilden dat de slavernij werd afgeschaft.
Afschaffing van de slavernij
In Europa zagen steeds meer mensen in dat slavernij onmenselijk was. Ze vonden dat het verboden moest worden. Nederland was één van de laatste landen in Europa die de slavernij afschafte: in 1860 in Nederlands-Indië en op 1 juli 1863 in de kolonies aan de andere kant van de Atlantische oceaan.
Elk jaar viert Nederland op 1 juli het bevrijdingsfeest Keti Koti om de afschaffing van de slavernij te herdenken. 


Slide 4 - Tekstslide

Wat is geen synoniem van het woord slaaf?
A
horige
B
onderworpene
C
lijfeigene
D
volgzame

Slide 5 - Quizvraag

Waar kwamen de slaven vandaan?
A
Azië
B
Amerika
C
Europa
D
Afrika

Slide 6 - Quizvraag

Hoe werd iemand tot slaaf gemaakt?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Video

Welk werk kregen de slaven op de plantages?
A
Schoonmaken
B
Rietsuiker verbouwen
C
Koken
D
Jagen

Slide 9 - Quizvraag

'Keti Koti' is Surinaams voor:
A
‘Ketenen gebroken’
B
'Schepen gezonken'
C
'Roti': een gerecht met kip
D
'Buskruit en Wapens'

Slide 10 - Quizvraag

Wat doen VOC en WIC niet?
A
Bouwt forten
B
Veroverd steden
C
Drijft handel
D
Maakt grote fabrieken

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn marrons?

Slide 12 - Open vraag

Hoeveel slaven ongeveer werden door de Nederlandse schepen vervoerd?
A
50 000
B
12 000 000
C
600 000
D
6 000 000

Slide 13 - Quizvraag

In welke Nederlandse fort werden Afrikaanse mensen gevangen gehouden?

Slide 14 - Open vraag

Nederland was één van de laatste landen in Europa die de slavernij afschafte. In welk jaar was dat?
A
1807
B
1863
C
1833
D
1814

Slide 15 - Quizvraag

Wat vind je zelf van de slavernij en de slavenhandel?

Slide 16 - Open vraag