Sport & Maatschappij - Periode 1

Sport & Maatschappij

Periode 1
Schooljaar 2024-2025


1 / 92
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 92 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 10 videos.

time-iconLesduur is: 61 min

Onderdelen in deze les

Sport & Maatschappij

Periode 1
Schooljaar 2024-2025


Slide 1 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen cultuur en subcultuur?
A
Cultuur is alleen gerelateerd aan kunst en muziek, terwijl subcultuur verwijst naar de normen en waarden van een samenleving.
B
Cultuur omvat de bredere normen en waarden van een samenleving, terwijl subcultuur verwijst naar de specifieke normen en waarden van een kleiner groep mensen binnen die samenleving.
C
Cultuur en subcultuur hebben dezelfde betekenis.
D
Cultuur verwijst naar de normen en waarden van een individu, terwijl subcultuur verwijst naar de normen en waarden van een samenleving.

Slide 2 - Quizvraag

Vorige les
Cultuur
Normen en waarde

Slide 3 - Woordweb

Programma Sport & Maatschappij

Sport en Maatschappij (Burgerschap) is een examenvak binnen het MBO
--> Komend schooljaar gaan we 4 dimensies behandelen

Periode 1: de sociaal-maatschappelijke dimensie
Periode 2: dimensie vitaal burgerschap
Periode 3: politieke en juridische dimensie
Periode 4: economische dimensie

Slide 4 - Tekstslide

Burgerschap: diploma-eis


Eisen vanuit Curio Sport en Bewegen:

1. Je hebt een beoordeling voor alle 4 dimensies
2. Je scoort voor alle 4 dimensies een voldoende 
--> Haal je een onvoldoende dan moet je deze herkansen


Slide 5 - Tekstslide

Periode 1: Sociaal Maatschappelijke Dimensie

De sociaal-maatschappelijke dimensie heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren

In de opleiding Sport en Bewegen zoomen we in op:
  Het adequaat functioneren in de eigen woon- en leef/werkomgeving, culturele verschillen, waarden en normen, veilig sportklimaat(pesten)

 

Slide 6 - Tekstslide

Het werkveld als sportbegeleider

Hierin is veel aandacht voor:
Kennis en respect voor andere culturen(normen en waarden)
Hoe ga om met een andere (sub)cultuur 
Hoe zorg je veiligheid(veilig sportklimaat) voor al de deelnemers
Ben je bewust van de beroepscode van sportbegeleider
 



Slide 7 - Tekstslide

Thema 3: Gedrag, groepen en cultuur Thema 5: Veilig sportklimaat

Thema 8: Pesten



Week 1,2,3: Waarden en normen- Cultuur & Socialisatie
Week 4& 5: Veilig sportklimaat,
Beroepscode van de sportbegeleider & Pesten
Week 6: Herhalen afgelopen weken
 



Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Toetsing S&M periode 1

In periode 1 is de toets via een werkboek wat je gaat maken en inleveren.
Cijfer: Onvoldoende, Voldoende of Goed
Onvoldoende: Niet alle opdrachten gedaan of voldoende voldaan, geen actieve bijdrage geleverd aan de les.
Voldoende: Opdrachten voldaan en actieve houding in de les.
Goed: Opdrachten uitgebreid beschreven en actieve houding in de les

--> Onvoldoende dan MOET je hem herkansen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Sport & Maatschappij
Week 1
Lesdoelen: 
Je kunt het begrip cultuur omschrijven.
Je kunt vertellen wat waarden en normen zijn

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

Waarden en normen

Waarden: Dat wat jij belangrijk vindt, dat waar jij waarde aan hecht in het leven.
Norm: Een gedragsregel; het gedrag dat past  bij, of dat volgt uit, een bepaalde waarde.


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Terugblik op de vorige les

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Hoe worden waarden en normen overgedragen binnen een samenleving?
A
Waarden en normen worden alleen overgedragen door middel van wetten en regels.
B
Waarden en normen worden voornamelijk overgedragen door middel van religieuze instituten.
C
Waarden en normen worden voornamelijk overgedragen door middel van sociale interactie, onderwijs en opvoeding.
D
Waarden en normen worden alleen overgedragen door oudere generaties aan jongere generaties.

Slide 35 - Quizvraag

Wat zijn waarden en normen?
A
Waarden zijn de principes en overtuigingen die mensen belangrijk vinden, terwijl normen de gedragsregels zijn die voortvloeien uit die waarden.
B
Waarden en normen zijn alleen van toepassing op religie en spiritualiteit.
C
Waarden en normen hebben dezelfde betekenis.
D
Waarden zijn de gedragsregels die mensen volgen, terwijl normen de principes en overtuigingen zijn die mensen belangrijk vinden.

Slide 36 - Quizvraag

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Video

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Week 4: Veilig sportklimaat
Veilig sportklimaat en de beroepscode binnen de sport

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Video

Slide 51 - Video

Slide 52 - Tekstslide

Slide 53 - Tekstslide

Slide 54 - Video

Slide 55 - Tekstslide

Week 5: Cyberpesten en pesten
Wat is cyberpesten en hoe ga ik hier als sportleiding mee om.
Hoe herken ik het?
Wat kan ik eraan doen?

Slide 56 - Tekstslide

Theorie over pesten
Lees blz 285 t/m 288
Maak opdracht 14 in je werkboek(in 2-tallen)

Slide 57 - Tekstslide

Slide 58 - Video

Slide 59 - Video

Pesten vs Cyberpesten
Wat is het verschil?
Waar kan het plaatsvinden?
Wat zijn mogelijke gevolgen van het pesten?
Bespreek dit met je buurman/buurvrouw(5 min)

Maak opdracht 15 uit je werkboek

Slide 60 - Tekstslide

Wat te doen tegen pesten
Lees blz 299 t/m 305 in je boek

Maak opdracht 16 in je werkboek
--> Zoek zelf projecten op internet

Slide 61 - Tekstslide

Onder cultuur verstaan we de tradities en gewoontes van een land of gebied.
A
juist
B
onjuist

Slide 62 - Quizvraag

Wat is geen cultuurelement?
A
Religie
B
Klimaat
C
Feesten
D
Bouwstijl

Slide 63 - Quizvraag

Een cultuurgebied is
A
Waar veel toeristen komen
B
Waar een gemeenschappelijke cultuur is
C
Waar mensen hetzelfde geloof hebben

Slide 64 - Quizvraag

Tot welk cultuurgebied hoort dit plaatje?
A
Hindoeïstisch
B
Islamitisch
C
Budistisch
D
Latijns-Amerikaans

Slide 65 - Quizvraag

Tot welk cultuurgebied hoort dit plaatje?
A
Islamitisch
B
Chinees
C
Latijns-Amerikaans
D
Orthodox

Slide 66 - Quizvraag

Tot welk cultuurgebied hoort dit plaatje?
A
Islamitisch
B
Latijns-Amerikaans
C
Hindoeïstisch
D
Orthodox

Slide 67 - Quizvraag

Tot welk cultuurgebied hoort dit plaatje?
A
Hindoeïstisch
B
Latijns-Amerikaans
C
Japans
D
Westers

Slide 68 - Quizvraag

Wat is culturele diversiteit?
A
Het betekent dat er verschillen bestaan binnen een samenleving
B
Er bestaan verschillen tussen werknemers

Slide 69 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen cultuur en religie?
A
Cultuur is de manier waarop mensen met elkaar omgaan en religie is de godsdienst van mensen.
B
Cultuur is hetzelfde als godsdienst en religie zijn gewoontes en gebruiken.
C
Religie is een ander woord voor cultuur en betekent hetzelfde.

Slide 70 - Quizvraag


Sport & Maatschappij

Week 6

Slide 71 - Tekstslide


Check-in
Hoe zit iedereen er bij?

Slide 72 - Tekstslide

Afspraken
1.
2.
3.

Slide 73 - Tekstslide

Doelen van deze les

  • Opfrissen lessen week 1 t/m 5
  • Afmaken werkboek opdrachten
  • Les kort afsluiten

Slide 74 - Tekstslide

Opdracht
30 seconds maken & spelen

Iedereen maakt 1 kaartje a.d.h.v. presentatie


Slide 75 - Tekstslide

Voorbeeld
5 begrippen per kaartje
1 begrip per week (thema)
  • Normen & Waarden
  • Tegencultuur
  • Peergroup
  • Beroepscode
  • Cyberpesten
(Week 1)
(Week 2)
(Week 3)
(Week 4)
(Week 5)

Slide 76 - Tekstslide

Week 1:

Slide 77 - Tekstslide

Week 1: Cultuur
Cultuur: is het geheel van              &               die mensen aan elkaar doorgeven.



Slide 78 - Tekstslide

Week 1: Cultuur
Cultuur: is het geheel van waarden en normen die mensen aan elkaar doorgeven.

Waarden: is wat jij belangrijk vindt, dat waar jij waarde aan hecht in het leven.

Norm: is een gedragsregel; het gedrag dat past bij, of dat volgt uit, een bepaalde waarde.


Slide 79 - Tekstslide

Week 2: Verschillen in culturen
Hoofdcultuur: de overheersende cultuur in een land, zoals in ons land de Nederlandse cultuur overheerst. 

Subcultuur: een eigen cultuur van een bepaalde groep, met eigen waarden en normen zoals ....................

Tegencultuur: culturen waarvan de normen & waarden in conflict zijn met die van de hoofdcultuur, ze verzetten zich er tegen.


Slide 80 - Tekstslide

Week 3: Socialisatie
Socialisatie: is het proces waarbij je normen & waarden van een groep leert en overneemt.

Primaire socialisatie: vindt plaats in het ............., waar kinderen basiswaarden en normen leren.

Secundaire socialisatie: gebeurt later, in groepen zoals ............ & .............., waar meer complexe sociale vaardigheden worden aangeleerd.




Slide 81 - Tekstslide

Week 3: Socialisatie
Socialisatie: is het proces waarbij je normen & waarden van een groep leert en overneemt.

Primaire socialisatie: vindt plaats in het gezin, waar kinderen basiswaarden en normen leren.

Secundaire socialisatie: gebeurt later, in groepen zoals scholen en sportverenigingen, waar meer complexe sociale vaardigheden worden aangeleerd.




Slide 82 - Tekstslide

Week 4: Veilig sportklimaat
Beroepscode: een beroepscode is een set ................... die professionals moeten volgen om ethisch en professioneel te werken. 

Het bewaken van grenzen: Het bewaken van grenzen betekent dat je duidelijk aangeeft wat je wel en niet accepteert in je werkrelaties. Dit kan gaan over fysieke, emotionele of professionele grenzen.




Slide 83 - Tekstslide

Week 4: Veilig sportklimaat
Beroepscode: een beroepscode is een set gedragsregels die professionals moeten volgen om ethisch en professioneel te werken. 

Het bewaken van grenzen: Het bewaken van grenzen betekent dat je duidelijk aangeeft wat je wel en niet accepteert in je werkrelaties. Dit kan gaan over fysieke, emotionele of professionele grenzen.




Slide 84 - Tekstslide

Week 5: Cyberpesten & Pesten
Pesten: het herhaaldelijk kwetsen, bedreigen of buitensluiten van iemand, vaak met de bedoeling om die persoon te vernederen of macht over hen te krijgen. Dit kan zowel fysiek zijn (bijv. slaan) als verbaal (bijv. schelden).

Cyberpesten: is pesten via digitale middelen, zoals sociale media, berichtenapps of e-mail. Hierbij worden kwetsende berichten, video's of foto's verspreid om iemand online te vernederen, bedreigen of buitensluiten. 



Slide 85 - Tekstslide

Opdracht
30 seconds

  • Vul nog één kaartje in a.d.h.v. andere begrippen uit je werkboek. 

Tijd: 5 minuten



Slide 86 - Tekstslide

Opdracht
30 seconds

  • Maak groepjes van 2 of 3
  • Ga met je groepje, bij een ander groepje zitten
  • Wissel je kaartjes als groepjes om 
  • Spreek met elkaar de regels af en speel het spel


timer
0:30

Slide 87 - Tekstslide

Opdracht
30 seconds

timer
0:30

Slide 88 - Tekstslide

Werkboek afmaken
De rest van de tijd:

Tijd om je werkboek opdrachten af te maken voor je eindbeoordeling (Opdracht 1 t/m 16)

Heb je dit af en ingeleverd?


Slide 89 - Tekstslide

Check-out
Stel jezelf een perfecte leraar voor: 

Hoe ziet deze er voor jullie uit?
- Wat doet hij/zij
- Wat doet hij/zij niet?

Slide 90 - Tekstslide

Wat is het belang van cultuur en subcultuur in de samenleving?
A
Cultuur en subcultuur beïnvloeden het gedrag, de attitudes en de identiteit van individuen en dragen bij aan sociale cohesie en diversiteit.
B
Cultuur en subcultuur zijn alleen belangrijk voor kunst en entertainment.
C
Cultuur en subcultuur creëren sociale ongelijkheid.
D
Cultuur en subcultuur hebben geen invloed op de samenleving.

Slide 91 - Quizvraag

Slide 92 - Tekstslide