S en B les 8

Zelfredzaamheid stimuleren is de kern van de begeleiding die je gaat uitvoeren.
A
Waar
B
Niet waar
1 / 16
volgende
Slide 1: Quizvraag
Signaleren en begeleidenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Zelfredzaamheid stimuleren is de kern van de begeleiding die je gaat uitvoeren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 1 - Quizvraag

Zelfredzaamheid stimuleren is niet echt geschikt voor mensen met beperkingen, die
hebben er niets aan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Je helpt mensen het beste door zoveel mogelijk zelf te doen en zo de mensen te
ontlasten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Zelfredzaamheid betekent dat de cliënt alles helemaal zelf moet doen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Het is niet de bedoeling dat ik de naasten van de cliënt inschakel bij het versterken
van zijn zelfredzaamheid.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Je werkt als begeleider steeds aan het behalen van de begeleidingsdoelen die vanuit
de WMO zijn gedefinieerd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

De begeleidingsdoelen vanuit de WMO mag ik naast me neerleggen als ik denk dat
dat nodig is.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Om te kunnen begeleiden, is een samenwerkingsrelatie met je cliënt nodig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Als ik het goed bedoel, als mijn intenties goed zijn, dan is de cliënt altijd blij met mijn
begeleiding.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

. Een belangrijk doel van stimuleren is het vergroten van het zelfvertrouwen van de
cliënt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Succeservaringen en faalervaringen mogen evenveel voorkomen, dat maakt de cliënt
alleen maar sterk.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Voordeel van methodisch werken is dat je de kans vergroot dat je begeleidende
taken de gewenste resultaten hebben.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Ik bepaal wat de cliënt belangrijk moet vinden, en welke begeleidingsdoelen het
beste zijn voor hem.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

In het ondersteuningsplan beschrijf ik alleen de acties die uitgevoerd moeten worden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Als ik samen met de cliënt acties benoem in het ondersteuningsplan, schakel ik altijd
externe hulpverleners in.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Methodisch werken doe je al.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag