2C stunde 36

Stunde 36
in deze les:
- bespreken opdrachten 16, 17
- uitleg grammatica: uitgangen onbepaald lidwoord en bez. vnw

lesdoelen:
- aan het einde van de les ken je de uitgangen van ein/kein
- je kent de bezittelijke vnw in het Duits
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Stunde 36
in deze les:
- bespreken opdrachten 16, 17
- uitleg grammatica: uitgangen onbepaald lidwoord en bez. vnw

lesdoelen:
- aan het einde van de les ken je de uitgangen van ein/kein
- je kent de bezittelijke vnw in het Duits

Slide 1 - Tekstslide

van znw naar pers vnw
der Mann - er
die Frau - sie
das Kind - es 
die leute - sie 

Slide 2 - Tekstslide

ein und eine
Dit betekent een of één in het Duits. 
Wanneer gebruik je ein en wanneer eine?

Slide 3 - Tekstslide

ein und eine
de mannelijke en onzijdige znw krijgen ein-
de vrouwlijke znw en mv krijgen ein-e. Dus uitgang -e.

der / das -> ein
die / die -> eine


Slide 4 - Tekstslide

Vul het juiste onb lidwoord in
ein..... Oma

Slide 5 - Open vraag

Vul het juiste onb lidwoord in
ein... Freundin

Slide 6 - Open vraag

Vul het juiste onb lidwoord in
ein.... Onkel

Slide 7 - Open vraag

Vul het juiste onb lidwoord in
ein.... Pferd

Slide 8 - Open vraag

mein und meine
Bezittelijk vnw (das Possessivpronomen)
Deze krijgen dezelfde uitgang als ein en eine. 
Daar waar je ein en eine gebruikt kun je ook mein en meine gebruiken. 

Slide 9 - Tekstslide


de bez. vnw in het Duits 

mijn - mein
jouw/je - dein
zijn - sein
haar - ihr





ons/onze - unser
jullie - euer
hun - ihr
uw - Ihr


Slide 10 - Tekstslide

voorbeelden
Ich habe ein Glass Wasser.      Ist das dein Glass Wasser?
Ich sehe eine Katze.      Ist das deine Katze?




Slide 11 - Tekstslide

Let op!
Het woord ihr heeft dus verschillende betekenissen. 
jullie als in jullie lopen - ihr kauft
haar als bez. vnw dat bij een vrouwspersoon hoort - ihre Katze
hun - das sind ihre Eltern (bez. vnw)
uw - ist das Ihr Kaffe? (bez. vnw)

Het geslacht van het znw bepaalt of er een -e achter komt  

Slide 12 - Tekstslide

Let op!

Bij het bez. vnw jullie is de schrijfwijze verschillend bij mannelijk en vrouwelijk: euer of eure.
Euer hoort bij mannelijk en onzijdig
Eure hoort bij vrouwelijk en meervoud.

De plaatsing van de 'r' is dus verschillend.

Slide 13 - Tekstslide

aan het werk
Maak de opdrachten 18, 19, 21 t/m 25
vwo maakt ook opdracht 27

Slide 14 - Tekstslide

Wanneer gebruik je ein en wanneer eine?

Slide 15 - Open vraag