Hoogbegaafd of ontwikkelingsvoorsprong

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les weten jullie: 
  • Het verschil tussen  hoogbegaafdheid en een ontwikkelingsvoorsprong
  • Wat er wordt verstaan onder een ontwikkelingsvoorsprong
  • Wat onderpresteren of compensatiegedrag inhoudt


Aan het einde van de les kunnen jullie: 
  • Kenmerken benoemen om hoogbegaafdheid of een ontwikkelingsvoorsprong te signaleren
  • Materialen inzetten om deze kinderen te ondersteunen

Slide 2 - Tekstslide

Wat is hoogbegaafdheid

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Stelling: Als je hoogbegaafd bent heb je echt geluk, want dan ben je heel erg slim.

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Curve 
In de curve is te zien dat hoogbegaafde mensen een klein gedeelte van de bevolking uitmaken. Ongeveer 2.5 % van de mensen heeft een hoger IQ dan gemiddeld. 

Slide 7 - Tekstslide

Praktijk
We richten ons tijdens deze les op peuters die hoogbegaafd zijn of een ontwikkelingsvoorsprong hebben. 

Slide 8 - Tekstslide

Ontwikkelingsvoorsprong
Een kind dat op bepaalde gebieden in de ontwikkeling duidelijk voorloopt op zijn leeftijdsgenoten, heeft een zogenoemde ontwikkelingsvoorsprong. Het woord zegt het al: het kind heeft een voorsprong in de ontwikkeling.

Slide 9 - Tekstslide

Kenmerken van kinderen die een ontwikkelingsvoorsprong hebben

Slide 10 - Open vraag



Buitengewone nieuwsgierigheid
Goed geheugen
Grote woordenschat
Maakt lange zinnen en gebruikt moeilijke woorden
Begrijpt meervoudige opdrachten
Heeft humor en snapt grapjes
Brede interesse
Heeft weinig uitleg nodig
Vraagt om uitleg (waarom?), al op heel vroege leeftijd, en wil dan steeds weer dóórvragen (totdat de volwassene het antwoord soms ook niet meer weet)
Heeft een groot gevoel voor rechtvaardigheid



Laat in het spel zien dat hij/zij een plan heeft
Stelt originele en verrassende vragen
Heeft interesse in letters en cijfers
Houdt niet van herhaling
Verveelt zich snel
Rijke fantasie bij spelen en vertellen
Denkt diep na over gebeurtenissen
Houdt van denkspelletjes voor oudere kinderen
Is eigenzinnig
Speelt graag met oudere kinderen
Wil graag de eerste, de beste, de snelste zijn
Streeft naar perfectie

Slide 11 - Tekstslide

Het is belangrijk om kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong genoeg uitdaging te geven, want anders lopen zij kans op onderpresteren. Kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong hebben speciale onderwijsbehoeften.

Slide 12 - Tekstslide

Hoe dagen jullie op stage kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong extra uit?
Wij bieden andere activiteiten aan
Gesprekken met ouders over activiteiten die thuis aangeboden kunnen worden
Aanpassingen in materialen
Het kindje laten spelen met oudere kinderen
Wij bieden op stage geen extra uitdaging aan

Slide 13 - Poll

Stap 1


Signaleren op welk niveau het kind functioneert. Maak gebruik van de ontwikkelingslijsten/kind volgsysteem  van de voorschoolse voorziening mits er een hogere scoring dan tot vier jaar mogelijk is. 



Ga in gesprek met ouders om een goed beeld van het functioneren van het kind in de thuissituatie te krijgen.

Slide 14 - Tekstslide

Stap 2
Bedenk wat de peuter nodig heeft van:




Een pedagogisch medewerker
De omgeving
Het materiaal
De andere kinderen
De ouders

Slide 15 - Tekstslide

Stap 3

Maak een plan met daarin aanpassingen op het gebied van:



de activiteit
de omgeving
de rol van de pedagogisch medewerker
het aanspreekniveau
de speelmaatjes

Slide 16 - Tekstslide


Voorbeeld: voorlezen 
Tijdens het voorlezen heb je soms interactie met de kinderen. Je kan vragen stellen over het verhaal of de afbeeldingen in het boek. Dit is een mooi moment om extra verdieping aan te bieden. 

Opdracht
Pak per tweetal een kinderboek. 
Lees het verhaal door en bedenk voorbeelden van eenvoudige vragen en  voorbeelden van doordenkvragen. 
Voorbeeld: 
1. Wat is de naam van de ijsbeer? 2. Weet jij wat een geheim is? 
Extra uitdaging

Slide 17 - Tekstslide

Kinderen die hoogbegaafd of een ontwikkelingsvoorsprong hebben presteren (altijd) beter dan hun leeftijdsgenoten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Toelichting
Omdat zij zich niet kunnen spiegelen aan leeftijdsgenootjes kunnen zij zich een vreemde eend in de bijt voelen, met als gevolg dat kinderen gaan onderpresteren. 


Slide 19 - Tekstslide

Het is belangrijk om kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong zo vroeg mogelijk te
signaleren en te begeleiden zodat het kind zich kan blijven ontwikkelen.
Kinderen bij wie de ontwikkelingsvoorsprong blijft bestaan, zijn vaak de kinderen die later
(hoog)begaafd blijken te zijn. 

Slide 20 - Tekstslide

Onderpresteren
 Er zijn verschillende oorzaken waardoor hoogbegaafde kinderen onderpresteren. Ze zijn niet allemaal even makkelijk te herkennen:


  • Te weinig uitdaging en verveling
  • Opstandig gedrag vertonen 
  • Bang zijn om fouten te maken en niet als ‘slim’ te worden gezien
  • Prestaties aanpassen om bij de groep te horen of niet op te vallen

Een andere oorzaak van onderpresteren is het aanpassingsvermogen van kinderen in het algemeen, maar van kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong in het bijzonder. Als een kleuter op school het niveau van klasgenootjes ziet, zal deze kleuter zijn
ontwikkelingsvoorsprong proberen te verbergen. Dit doet het gedeeltelijk zodat het niet in een uitzonderingspositie terecht zal komen, maar ook omdat het kind er van uitgaat dat het zo hoort op school.

Slide 21 - Tekstslide

Wat is compensatiegedrag?

Jullie kennen deze term o.a. uit de documentaire die jullie onlangs hebben gezien over ADHD

Slide 22 - Open vraag

Compensatiegedrag
Het kind begrijpt niet wat er van hem of haar verwacht wordt en kan dan onzeker worden. Vanuit dit niet begrijpen ontwikkelt een kind compensatiegedrag. Dit compensatiegedrag uit zich door bijvoorbeeld op een negatieve manier de aandacht te trekken, een grote mond of het vertonen van pestgedrag.

Slide 23 - Tekstslide

Hoogbegaafd of ontwikkelingsvoorsprong
Voor het zesde levensjaar spreken we van een ontwikkelingsvoorsprong, daarna is er pas sprake van hoogbegaafdheid. Dit komt omdat de ontwikkeling van  jonge kinderen nog niet lineair verloopt maar sprongsgewijs. 

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht van vandaag: 
  1. Schrijf allemaal 3 activiteiten op die jij op stage regelmatig uitvoert met de kinderen of spelletjes die kinderen regelmatig spelen. 
  2. Kies in tweetallen 3 activiteiten die jullie niet zelf hebben opgeschreven (indien mogelijk)
  3. Schrijf deze activiteiten uit en benoem hoe kan herkennen of kinderen bij deze activiteit of het spel voorlopen.
  4. Benoem hoe je deze activiteit uitdagender kan maken voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong. 
  5. Plaats dit overzicht in teams. 

Slide 25 - Tekstslide

Vanaf welke leeftijd spreken we van hoogbegaafdheid?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 26 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen hoogbegaafdheid en een ontwikkelingsvoorsprong?

Slide 27 - Open vraag

Benoem het verschil tussen een ontwikkelingsvoorsprong en compensatiegedrag.

Slide 28 - Open vraag

Blik naar volgende week
Verslavingen en eetstoornissen

Slide 29 - Tekstslide