mon, ton, son, notre, votre, leur

ik kan in het Frans vertellen van wie iets is
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

ik kan in het Frans vertellen van wie iets is

Slide 1 - Tekstslide

le programme
Français dans la classe
huiswerk bespreken  -  zelfstandig werken planner D 
online werken planner H  - verlengde instructie passé composé 

Slide 2 - Tekstslide

les buts - leerdoelen
je kunt Franse woorden herkennen die aangeven van wie iets is
je weet hoe je deze woorden in het Frans moet gebruiken
je kent de betekenis van deze woorden 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Français dans la classe 
Ça va?
Comment tu t'appelles?
C'est quel jour aujourd'hui?
Tu as passé de bonnes vacances?
Tu as été où?
Avec qui?
Il a fait beau?

Slide 5 - Tekstslide

mannelijke-, vrouwelijke-,meervouds, l'apostrofwoorden
le/un
la/une
l'
les
mijn
mon
ma 
mon
mes
jouw
ton
ta 
ton
tes
zijn/haar
son
sa
son
ses
ons/onze
notre 
notre 
notre
nos
uw
votre 
votre 
votre
vos
hun
leur
leur
leur
leurs 

Slide 6 - Tekstslide

Leer dit schema uit je hoofd! Kan op melodietje van 'vader Jacob':
mon, ma, mèhè - ton, ta, tèhe - son, sa, ses [sè] (2x)
notre, notre, noho - votre, votre voho - leur, leur, leurs

Slide 7 - Tekstslide

bezittelijk voornaamwoord

Slide 8 - Woordweb

mon père
ma mère
mes frères

Slide 9 - Tekstslide

2. Kies de juiste vorm
Voilà (jouw) ______________ livres.
Ton
Ta
Tes

Slide 10 - Tekstslide

Luc
Son père, Jef
Sa femme, Anniek
Ses enfants, Marie & Greet
Sa mère, Annie

Slide 11 - Tekstslide

zijn, haar
ons
jullie, uw

hun


jouw

mijn
notre,notre,nos
leur, leur,leurs
mon,ma,mes
votre,votre,vos
ton,ta,tes
son,sa,ses

Slide 12 - Sleepvraag

vertaal: haar moeder

Slide 13 - Open vraag

Vertaal: haar broer

Slide 14 - Open vraag

vertaal: haar boek

Slide 15 - Open vraag

vertaal: zijn klas

Slide 16 - Open vraag

LET OP
l'ami= de vriend
mon ami = mijn vriend
l'amie = de vriendin
mon amie = mijn vriendin

Omdat amie met een a begint = mijn ...mon

Slide 17 - Tekstslide

haar vriendin
A
son amie
B
sa amie

Slide 18 - Quizvraag

welk woord past, mijn school =
........... école

Slide 19 - Open vraag

welk woord? jouw boeken =....................livres

Slide 20 - Open vraag

... ordinateur
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 21 - Quizvraag

Mon, ma, mes?
___ parents
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 22 - Quizvraag

... parents (haar ouders)
A
son
B
sa
C
ses

Slide 23 - Quizvraag

(haar) amie
A
son
B
sa
C
ses

Slide 24 - Quizvraag

(onze) collège
A
notre
B
nos

Slide 25 - Quizvraag

(hun) parents
A
leur
B
leurs
C
nos
D
notre

Slide 26 - Quizvraag

Où est ... (uw) passeport?
A
Vos
B
Votre
C
Nos
D
Notre

Slide 27 - Quizvraag

zijn, haar
ons
jullie, uw

hun


jouw

mijn
notre,notre,nos
leur, leur,leurs
mon,ma,mes
votre,votre,vos
ton,ta,tes
son,sa,ses

Slide 28 - Sleepvraag

difficile? 1
zijn = son, sa, ses
zijn broer = son frère, zijn moeder = sa mère
haar = son, sa, ses
haar broer = son frère, haar moeder = sa mère

Slide 29 - Tekstslide

difficile 2
mijn, jouw, zijn, haar voor een enkelvoud vrouwelijk woord beginnend met een klinker of h = mon, ton, son
jouw vriendin = ton amie/ ta copine
haar school = son école/ son collège
mijn vriendin = mon amie/ ma copine

Slide 30 - Tekstslide

stel hier een vraag

Slide 31 - Woordweb