In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
H9 Ontwikkelingspeil.
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Wat gaan we deze periode doen.
Leerdoelen
Instructie + vragen
Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Deze periode.
1. PO weging 2. Bestaand uit deel-PO's.
1. Als ik baas van de wereld was.
2. Hoe geglobaliseerd eet jij.
3 ???
2. Eindtoets weging 3x
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen: Aan het einde van de les kan je...
Vertellen hoe de wereld is ingedeeld kijkend naar welvaart.
Kan je vertellen wat het verschil is tussen welvaart en welzijn.
Je weet wat ontwikkelingspeil is.
Je weet wat het BNP is en BBP is.
Je kan uitleggen wat koopkracht is en hoe dit per land kan verschillen.
Slide 4 - Tekstslide
Wanneer ben je rijk?
Slide 5 - Tekstslide
Wanneer ben je rijk?
Slide 6 - Woordweb
Slide 7 - Tekstslide
In welk werelddeel is de foto genomen denk je?
A
Afrika
B
Azië
C
Zuid-Amerika
D
Europa
Slide 8 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding. Denk je dat dit binnen Afrika een rijk of arm gebied is. Waarom denk je dat?
Slide 9 - Open vraag
H5 Arm en rijk
Het is niet altijd makkelijk om te zeggen of een gebied arm is of rijk.
Slide 10 - Tekstslide
Foto-opdracht
Je ziet straks achter foto. Geef bij de foto zoveel mogelijk aanwijzingen van zowel rijk als arm.
Slide 11 - Tekstslide
Geef aan dat er op deze foto zowel aanwijzingen voor rijk als arm zijn
Slide 12 - Open vraag
Noem van de volgende foto: -In welk land dit zou kunnen zijn -Is de foto in een stad of platteland -Of het een rijk of arm gebied is
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
H5 Arm en rijk
Tegenwoordig gebruiken we vaak de indeling uit bron 2:
Centrumlanden
Periferielanden
De tussengroep van semi-periferielanden
Slide 15 - Tekstslide
Hoe kan je zien of een land ontwikkeld is of juist niet?
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
Ontwikkelingspeil
Hoe ontwikkeld/onontwikkeld een land is. Dit kun je meten door inkomen, voeding, gezondheid, opleiding en huisvesting te onderzoeken.
Slide 18 - Tekstslide
Welvaart en Welzijn
Welvaart = de mate waarin mensen zich in hun levensbehoeften kunnen voorzien. Hoe hoger het inkomen hoe hoger de welvaart.
Welzijn = De kwaliteit van het leven. Bv: Goed voedsel, een goede opleiding, een dokter waar je naartoe kan.
Slide 19 - Tekstslide
Welvaart meten.
BNP = Bruto nationaal product = De totale productie van goederen en diensten in een land in een jaar, uitgedrukt in geld. (Mensen in het buitenland tellen mee)
BBP = Bruto binnenlands product. Hetzelfde als BNP, alleen gaat het nu om de productie binnen de staatsgrenzen.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
BBP staat voor?
A
Buitenlandse beroepsbevolking per persoon
B
Binnenlandse beroepsbevolking
C
Bruto binnenlands product
D
Bruto buitenlands product
Slide 22 - Quizvraag
1. BBP/ hoofd
Welvaart meten
Slide 23 - Tekstslide
1. BBP/ hoofd
Welvaart meten
Welvaart - Welzijn
Slide 24 - Tekstslide
3. beroepsbevolking
- Primair
- Secundair
- Tertiair
Stad - Platteland
Slide 25 - Tekstslide
3. beroepsbevolking
- Primair
- Secundair
- Tertiair
Slide 26 - Tekstslide
Wat is in Nederland de grootste sector in de beroepsbevolking?