5.4: De macht van vorsten

5.4: De macht van vorsten
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

5.4: De macht van vorsten

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
  • introductie van de paragraaf (wat ga je leren?)
  • uitleg 5.4 en controlevragen  in LessonUp.
  • aan de slag met de opdrachten van de methode.
  • werken aan je bouwopdrachten en je verslag.

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van deze les:
  • weet je waar deze paragraaf over gaat.
  • Heb je geleerd hoe drie vorsten steeds meer macht kregen.
  • Kun je uitleggen wat de volgende begrippen betekenen: staatsvorming en centralisatie.

Slide 3 - Tekstslide

5.4: De macht van vorsten:
Leerdoelen:
  • Hoe werden Engelse, Franse en Bourgondische vorsten machtiger?
  • Hoe werkten vorsten samen met de drie standen?
  • Hoe kon het dat Duitse koningen minder machtig bleven?

Slide 4 - Tekstslide

5.4: De macht van vorsten
Kenmerkende aspecten: 
1. Het begin van staatsvorming en centralisatie
2. de strijd tussen kerk en staat.


Slide 5 - Tekstslide

Drie vorsten
Deze paragraaf gaat over het ontstaan van staten (landen) we gaan deze paragraaf kijken naar 3 vorsten uit verschillende gebieden. Dit zijn:

1. De Franse Koningen
2. De Engelse Koningen
3. De Hertogen van Bourgondië

Slide 6 - Tekstslide

Vorsten
Werden in de tijd van steden en staten steeds rijker en machtiger. Dit kwam vooral door het verkopen van stadsrechten en door het invoeren van belastingen. Met het geld dat een koning verdiende kon hij ambtenaren in dienst nemen die hem hielpen bij het bestuur van zijn gebied. Ook betaalden koningen van het geld voor een eigen leger. Koningen gingen in deze tijd hun gebieden steeds meer besturen als een eenheid, dit noemen we staatsvorming.  Ook kozen koningen steeds vaker één plek uit van daaruit hun gebied te besturen, dit noemen we centralisatie.

Slide 7 - Tekstslide

Wat zijn Ambtenaren?

Slide 8 - Open vraag

Wat betekent staatvorming?

Slide 9 - Open vraag

Leg het begrip centralisatie uit

Slide 10 - Open vraag

Begrip: Staatsvorming
Betekenis: als een land steeds meer als eenheid wordt bestuurd.

Met ambtenaren en een eigen leger waren vorsten minder afhankelijk van de hulp van leenmannen. Ook voerden koningen in deze tijd rechtbanken en wetten in voor het hele gebied, je had dus vanaf nu overal dezelfde wetten ipv. per gebied verschillende wetten en straffen.

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit waarom het hebben van dezelfde wetten belangrijk is geweest voor staatsvorming.

Slide 12 - Open vraag

Kun je een voorbeeld noemen van staatsvorming in Nederland nu?

Slide 13 - Open vraag

Begrip: Centralisatie
betekenis: als een land steeds meer vanuit één plek wordt bestuurd.

Vorsten gingen vanuit één plek hun gebied besturen, vaak bouwden ze in deze 'hoofdstad' een groot paleis. 

Slide 14 - Tekstslide

Leg aan de hand van deze afbeelding uit dat er in Nederland nog steeds sprake is van centralisatie.

Slide 15 - Open vraag

In de Nederlanden:
Nederland als land bestond nog niet in deze tijd. Nederland bestond uit verschillende gewesten

In de tijd  van steden en staten kregen de hertogen van Bourgondië steeds meer gebieden onder hun heerschappij door oorlog en huwelijken, erfenissen en oorlogen. Ook een groot deel van Nederland viel hier onder ( zie afbeeldingen op de volgende dia) 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Filips de Goede 
  • vanaf 1419 hertog en graaf van veel gewesten in de Nederlanden.
  • instelling van één rechtbank voor alle gewesten
  • instelling van belasting die betaald moest worden aan de centrale regering.
  • ambtenaren voor taken in het bestuur en de rechtspraak.

Slide 18 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van staatsvorming door Filips de Goede.

Slide 19 - Open vraag

aan de slag:
  • lees het kopje: Drie vorsten (paragraaf 5.4 kopje 1)
Maak van paragraaf 5.4 opdr. 1, 2, 3
  • Werk aan je eindopdracht (bouwen + verslag maken)


Slide 20 - Tekstslide