4 Hoe ontwikkelen jongeren een eigen identiteit?

Hoe ontwikkelen jongeren een eigen identiteit? p.42
Casus
- Lees zelfstandig in stilte
- Markeer het antwoord van vraag A en B in de casus
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoe ontwikkelen jongeren een eigen identiteit? p.42
Casus
- Lees zelfstandig in stilte
- Markeer het antwoord van vraag A en B in de casus

Slide 1 - Tekstslide

Verbetering casus

Slide 2 - Tekstslide

Theorie van Erikson p.43
Opdracht: levensloopfase, conflicten en deugden
Combineer de juiste begrippen in de tabel

Slide 3 - Tekstslide

Conflict 
Identiteit versus identiteitsverwarring
nadenken over zichzelf 
Ontwikkelen van identiteit en zelfbeeld → uiterlijke kenmerken en vriendschappen

Slide 4 - Tekstslide

Jongerenperiode
Identiteitsverwarring → twijfels omtrent keuzes
VB???
Ontstaan van problemen 
Delinquent gedrag =  persoon die strafbare handelingen begaat

Slide 5 - Tekstslide

A. Optreden van welke lichamelijke veranderingen bij puberteit?

Slide 6 - Woordweb

B. Op welke manier hebben deze veranderingen een invloed op de ontwikkeling van de identiteit?
A
Ze hebben veel vertrouwen in zichzelf
B
Ze twijfelen aan zichzelf en hun uiterlijk = onzeker

Slide 7 - Quizvraag

C. Welke cognitieve veranderingen treden erop tijdens de adolescentie?
A
Kunnen abstract en kritisch denken. Stellen waarden en normen van opvoeders in vraag. Ontwikkelen eigen waarde.
B
In dit stadium ziet de jongeren al wel logische verbanden, maar heeft nog steeds de behoefte aan concreet materiaal.

Slide 8 - Quizvraag

D. Op welke manier hebben deze veranderingen een invloed op de ontwikkeling van de identiteit?

Slide 9 - Open vraag

E. Noteer welke socio-emotionele veranderingen er optreden tijdens de adolescentie?

Slide 10 - Open vraag

F. Op welke manier hebben deze veranderingen een invloed op de ontwikkeling van de identiteit?
A
Jongeren vinden het tof dat andere leeftijdgenoten hun mening delen over hun.
B
Jongeren gaan waarden en normen van andere jongeren overnemen en zich hier mee vergelijken. Jongeren zijn gevoelig voor mening van hun leeftijdsgenoten.

Slide 11 - Quizvraag

A. Je gedraagt je niet overal en bij iedereen hetzelfde.

Slide 12 - Woordweb

Voorbeeld p.44-45
Rol = stagiaire
Verwachtingen =  opstellen van lesvoorbereidingen

Slide 13 - Tekstslide

Afsluiter: stellingen
Links van het lokaal = ja
Rechts van het lokaal = nee

Slide 14 - Tekstslide