4.4 Het oude regime/ Ancien Régime

Geef een antwoord op de vraag op je wisbordje
Noem een verlichte denker met zijn ideeën.

Eerder klaar: Noem er nog 1 of 2 met hun ideeën.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Geef een antwoord op de vraag op je wisbordje
Noem een verlichte denker met zijn ideeën.

Eerder klaar: Noem er nog 1 of 2 met hun ideeën.

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
1. Leerdoel(en)
2. Uitleg met aantekeningen.
3. Checkvraag bij de uitleg.
4. Werkboek maken/nakijken opdrachten.
5. Korte samenvatting leerdoel(en).

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel: ik kan uitleggen hoe de Franse bevolking leefde voorafgaand aan de Franse revolutie.

Slide 3 - Tekstslide

Ancien Régime

  1. 1e stand geestelijken: priester, bisschop, paus.
  2. 2e stand adel: graven, hertog, markies.
  3. 3e stand burgers/boeren: rijke burgerij=> advocaten, dokters, kooplieden.       Gewone burgerij=> ambachtslieden, werklieden. Boeren.
  • Ancien Régime= periode voor de Franse revolutie met het absolutisme en een standensamenleving.

Slide 4 - Tekstslide

Standensamenleving= samenleving met sociale verdeling, waar de ene stand meer rechten heeft dan de andere.
  • Steeds meer discussie over verschillen tussen rechten en plichten standen:
  1. Geestelijken: bezaten land, betaalden geen belasting, invloed op bestuur. Taak: zielenzorg. Verlichte denkers wilden tolerante samenleving met gelijke rechten voor godsdiensten. 
  2. Adel: bezaten meeste land, betaalden geen belasting, invloed op bestuur. Inkomsten:  pacht. Taak: oorlog voeren, rechtspraak en bestuur. 
1e en 2e stand staan op de 3e stand. Op steen: Taille=grondbelasting, impots=belasting, et corvees=herediensten

Slide 5 - Tekstslide

Grote verschillen tussen groepen 3e stand
3. 3e stand burgerij/boeren:
  • Bezitten het minst, betalen alle belasting, geen invloed op bestuur. 

  • Rijke burgers het meest ontevreden: geen invloed op bestuur, terwijl ze zorgden voor de wetenschappelijke  ontwikkeling, welvaart. Willen invloed bestuur.
  • Boeren ontevreden: doen al het werk, betalen pacht, grond-, zoutbelasting (gabelle).  Willen eerlijke belasting en verdeling van de landbouwgrond.

Slide 6 - Tekstslide

Lodewijk XVI (16e) en de problemen in Frankrijk
  • Problemen in Frankrijk 1788:  enorme staatsschuld, belastinghervormingen mislukt.
  • Koning en vrouw Marie-Antoinette werden openlijk bekritiseerd, omdat zij maar geld bleven uitgeven. Marie-Antoinette werd het symbool voor alles wat mis ging in Frankrijk, ze kreeg nare bijnamen zoals ‘Madame Déficit’ (Mevrouw Staatsschuld) en er werden leugens over haar verspreid.

Slide 7 - Tekstslide

Klachten worden verzameld.
  • Herfst 1788: de Staten-Generaal werd weer bijeen geroepen. Doel: de belastingen anders te gaan heffen, zodat er meer inkomsten zouden zijn voor de schatkist. 
  • De 3 standen gingen per stand de  klachten verzamelen. Overal werd gediscussieerd en de discussie ging over meer dan alleen belastingen. Er kwam een klachtenboek: het Cahier des Doléances.

Slide 8 - Tekstslide

  • Grote problemen voorjaar 1789: Oogsten mislukt en erg koude winter. Hongersnood in Frankrijk. 
  • In die gespannen situatie kwamen de Staten-Generaal op 4 mei 1789 in Versailles bijeen.

Slide 9 - Tekstslide

Soorten oorzaken en gevolgen (vaardigheid)
  • Sociaal-economisch: gaan over middelen van bestaan, geld, landbouw, nijverheid, handel, werkgelegenheid, sociale verschillen over bezit en macht. 
  • Politiek-bestuurlijk: hoe het bestuur werkt, hoe de macht is verdeeld, hoe beslissingen tot stand komen en hoe dat alles invloed heeft op de gebeurtenissen. 
  • Cultureel-mentaal: gebruiken , gewoontes, over hoe mensen hun leven zin geven, hun waarden en normen. 

Slide 10 - Tekstslide

a: Leg uit wat we zien in de afbeelding.
b: Leg uit wat de kritiek van de tekenaar is.

Slide 11 - Open vraag

Te doen
Maken werkboek par 4.4 vraag  60,61,63,64,65.

Leren par 4.2,4.3+begrippen+tijdlijn.
Klaar dan maken succescriteria, cornell schema/ flashcards/ 4.8 afsluiting/ oefentoetsen maken par. 4.4


Slide 12 - Tekstslide

Samenvatting leerdoelen
Gebruik de 5W en H vragen of het cornell schema
(wie, wat, waar, waarom, wanneer en hoe).
Schrijf in max. 5 zinnen een samenvatting van de lesstof van vandaag.
timer
2:00

Slide 13 - Tekstslide