klas 4TL - bij Hfd. 1 - Uitleg de regelmatige ww op -er

de ww op -er 


 
van regelmatige ww op -er
in de présent
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

de ww op -er 


 
van regelmatige ww op -er
in de présent

Slide 1 - Tekstslide

de regelmatige werkwoorden die eindigen op -er

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

zingen = chanter
ik zing = ...
A
je chante
B
tu chantes
C
il chante
D
elle chante

Slide 4 - Quizvraag

zingen = chanter
jij zingt = ...
A
je chante
B
tu chantes
C
il chante
D
elle chante

Slide 5 - Quizvraag

zingen = chanter
hij zingt = ...
A
je chante
B
tu chantes
C
il chante
D
elle chante

Slide 6 - Quizvraag

zingen = chanter
zij zingt = ...
A
je chante
B
tu chantes
C
il chante
D
elle chante

Slide 7 - Quizvraag

zingen = chanter
wij zingen = ...
A
nous chantons
B
vous chantez
C
ils chantent
D
elles chantent

Slide 8 - Quizvraag

zingen = chanter
jullie zingen / u zingt = ...
A
nous chantons
B
vous chantez
C
ils chantent
D
elles chantent

Slide 9 - Quizvraag

zingen = chanter
zij (mnl) zingen = ...
A
nous chantons
B
vous chantez
C
ils chantent
D
elles chantent

Slide 10 - Quizvraag

zingen = chanter
zij (vrl) zingen = ...
A
nous chantons
B
vous chantez
C
ils chantent
D
elles chantent

Slide 11 - Quizvraag

je danse
tu danses
il danse
elle danse
ik dans
jij danst
hij danst
zij danst

Slide 12 - Sleepvraag

nous dansons
vous dansez
ils dansent
elles dansent
wij dansen
jullie dansen
u danst
ze (mnl) dansen
zij (vrl) dansen

Slide 13 - Sleepvraag

Opdracht- zet in de goede vorm:
1. Je .................................... (parler) français.

Slide 14 - Open vraag

Opdracht- zet in de goede vorm:
2. Nous ............... (chanter) une chanson.

Slide 15 - Open vraag

Opdracht- zet in de goede vorm:
3. Tu .................. (manger) des pommes ?

Slide 16 - Open vraag

Opdracht- zet in de goede vorm:
4. Vous ............................ (aimer) le collège?

Slide 17 - Open vraag

Opdracht- zet in de goede vorm:
5. Marc et Eline .......... (adorer) le collège.

Slide 18 - Open vraag