A-blauw: thema verliefd, adjectief

• NT2
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Welkom allemaal!

Nederlands/NT2

A-blauw

7-2-2022

Wat gaan we  doen/leren?

• Nieuwe woorden
• Adjectief
• Zelfstandig werken
• Raadspel

Thema 5 Verliefd zijn

Dit thema gaat over verliefd zijn en verkering hebben.

Nieuwe woorden

maand = month

In welke maand ben je jarig?

briefje = note

appje

appen

de schooltijden

• hoe laat de school begint en hoe laat de school eindigt
• zin: De les begint om half negen.
• zin: De les eindigt om tien voor half drie.

thuisblijven 

= staying at home

Als ik ziek ben, mag ik thuisblijven. 

weleens = sometimes

Daar wil ik ook weleens op vakantie gaan!

zo'n = such

`Ik heb niet zo’n mooi handschrift als jij.`

Volgende week toets

- DISK thema 5 woordenlijst

- bijvoeglijk naamwoord/

adjectief

- werkwoorden

- Voltooide tijd/past perfect

- aanwijzend voornaamwoord 

Adjectieven/bijvoeglijk nmw.

Geven extra informatie over een -de/ het of een- woord!

Met of zonder -e(n)?

Wat zie je?

De auto is groot.                                  Het vliegtuig is snel.

De grote auto.                                       Het snelle vliegtuig.

Een grote auto.                                     Een snel vliegtuig

Deze/ die auto is groot.                    Dit/dat vliegtuig is snel.

De jongen is lief.                                   Het meisje is lief.

Een lieve jongen.                                  Een lief meisje.

Het vieze glas.                                        Een vies glas.             

Hoofdregel 1

Staat het adjectief (A) achter het substantief (S), dan schrijf je altijd het basiswoord:

De pen is blauw.

De man is dik. 

Het bord is groot.

Het meisje is lief. 

Hoofdregel 2

Staat het adjectief (A) voor het substantief (S), dan schrijf je meestal een -e achter het BN:

De blauwe pen.

De dikke man. --> let wel op -k

Het grote bord. --> let wel op -o

Het lieve meisje. --> let wel op f/v en s/z

Uitzondering 1 (exception)

Staat er 'een' voor het A en is het S een het-woord?
Dan komt er geen -e achter het A:

Een blauwe pen.

Een dikke man.

Een groot bord. 

Een lief meisje. 

Uitzondering 2 ( exception)

Gaat het A over een stof (=materiaal)? Schrijf dan bij 'oude' stoffen altijd -en achter het A. Bij nieuwe stoffen komt geen -e of -en achter het A.

Een gouden ring.               Een metalen buis.          Een nylon panty.

Een katoenen t-shirt.       Een aluminium buis.     Een leren bank. 

Een plastic tas.                   Een papieren tas.            Een eiken tafel. 

even oefenen....

Pak een wisbordje

De schoenen zijn witte.

1. goed
2. fout

Het lieve meisje.

1. goed
2. fout

Een lieve meisje.

1. goed
2. fout

De goude ring.

1. goed
2. fout

Een leuke klas.

1. goed
2. fout

oefenen....

voorbeeld:
Het schrift is klein.

Typ: Het kleine schrift. 

Het gras is groen.

De toets is moeilijk.

De jongen is mooi.

Het vliegtuig is groot.

De taart is lekker.

OPDRACHT: pak 10 dingen (van jezelf) en beschrijf ze met adjectieven

Zelfstandig werken

taalschool of van a tot zin

Taboe