De Sprong thema 7

De Sprong thema 7
Kunst
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zijn + aan het + inf (lopen, zitten, staan, liggen)ISK

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

De Sprong thema 7
Kunst

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma De Sprong (thema 7)
'Daar is geen kunst aan!'
Soorten kunst
Praten over kunst + grammatica 'zijn + aan het + infinitief' (liggen, zitten, staan, lopen)
Spreken in tweetallen en drietallen
Een tekst schrijven 
Nieuwe woorden voor volgende week bespreken en opschrijven 
Indien tijd over: luisteren naar een tekst. 
Doel: je kunt spreken over verschillende soorten kunst en een schilderij beschrijven. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De schilderkunst

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De beeldhouwkunst

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De muziek

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Het theater

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De film

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De fotografie

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De literatuur

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn aan het + infinitief
Met deze constructie beschrijven we een activiteit waar iemand mee bezig is of was. 

p. 229

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen
Gebruik 'zijn aan het' + infinitief. Let op de werkwoordstijd (presens of imperfectum). 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We maken samen het huiswerk.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat deden jullie gisteren?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik luister de hele dag naar muziek op Spotify.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De docent corrigeert de toets.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De zangeres zong een Marokkaans liedje.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De studenten schrijven een scriptie.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom kook je zoveel spaghetti?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ali bespreekt de moeilijke woorden met Oleg.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zitten te / staan te / liggen te / lopen te + infinitief. 
Met deze constructies bespreken we ook een activiteit waar iemand mee bezig is of was. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen
Verander de volgende zinnen. Gebruik een constructie met: zitten te / staan te / liggen te / lopen te + infinitief

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De docent maakt kopietjes voor zijn cursisten. (staan)

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dat kind zeurt de hele tijd. (lopen)

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De studenten maken een toets. (zitten)

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ze keek op de bank naar een film. (liggen)

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik belde mijn oma. (ziten)

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ze dronken een pilsje aan de bar. (staan)

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tegenwoordig appen mensen de hele dag. (lopen of zitten)

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met spreken

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het melkmeisje
Johannes Vermeer, ca. 1658

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woorden om een schilderij
te beschrijven

Slide 36 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek op internet
Zoek een afbeelding van een schilderij dat je mooi vindt, of dat je aanspreekt. Bespreek het schilderij met je buurman of buurvrouw. Schrijf daarna op wat je buurman of buurvrouw heeft verteld en lever de tekst in bij de docent. 
p. 238, De Sprong

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leren voor volgende week
Neem de woorden over en leer ze! 

15 woorden, 2 dia's >>

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spreken in groepjes van drie
1. Op welke plekken kun je kunst zien?
2. Welke kunst kun je op straat zien?
3. Weet je wat streetart is?
4. Wat vind je van streetart?
5. Is er in jouw woonplaats streetart te vinden?   
p. 238, De Sprong

Slide 42 - Tekstslide

Deze oefening is eigenlijk voor volgende week, alleen doen als we tijd over hebben. 
Huiswerk
Werk verder in LINK+. Maak schrijfopdrachten! 
Zorg dat je volgende week zaterdag weer een toets kunt doen. 
Leer de nieuwe woorden van deze les. 
Zoek informatie op over de 17e eeuw in Nederland. Vroeger noemden we die 'de Gouden Eeuw'. 


Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 44 - Poll

Deze slide heeft geen instructies