Nederlands Tekstdoelen en tekstsoorten BEBO

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Nederlands

Tekstdoel en tekstsoort

Doel: Je weet welk tekstdoel bij welke tekstsoort hoort.

Eerst even inkomen...

...met de volgende test.

Je kan dit prima alleen doen. Je hoeft niet in te loggen deze keer. Sleep de juiste kaartjes naar elkaar toe.

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel

Informeren

Activeren

Overtuigen

Amuseren

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel

Gevoelens oproepen

Mening geven

Instrueren

Gelukt?

Nu volgt er een filmpje met uitleg over tekstsoort en tekstdoel.

Weet je het allemaal al? Klik dan door naar de volgende sheet.

Waarom moet je dit weten?

- dan kan je het juiste antwoord geven als je vragen krijgt over een tekstdoel en tekstsoort met de toets of het examen

- dan weet je wat voor taal je moet gebruiken als je zelf een tekstsoort moet schrijven met de toets of het examen

Voordat je verder gaat...

Een tekst heeft vaak meerdere doelen, maar er is maar één hoofdtekstdoel. 

Het hoofdtekstdoel is het belangrijkste doel van een tekst.

En nu de test...

...maak de memory door het juiste tekstdoel bij de juiste tekstsoort te zoeken.

Je kunt de memory op 2F doen: het taalniveau dat past bij jouw opleiding.

Je kunt ook de memory op 3F doen: het taalniveau van een niveau 4-opleiding: aan jou de keuze!

Klik ->

https:

En nu de ultieme test...3F

...maak de memory door het juiste tekstdoel bij de juiste tekstsoort te zoeken.

Let op: het cijfer dat op het kaartje staat moet ook overeenkomen:

Klik ->

https:

Opdrachten uit het boek

Maak de volgende opdrachten uit het boek en lees ook de theorie die bij de opdracht hoort:

opdracht 5 (blz. 20)

opdracht 6 (blz. 21)

opdracht 7 (blz. 22)

opdracht 8 (blz. 23)

opdracht 9 (blz. 24)

Alles af?

Volgende week kijken we de opdrachten van het boek na.

Ga naar VIAstarttaalOnline 2F en maak de deeltoets van:

- Als / Dan

Als gebruik je als het gelijk is: ik ben even groot als jij.

Als gebruik je ook bij het woordje 'zo': Ik eet 2x zoveel als jij.

Dan gebruik je als het ongelijk is: ik ben groter dan jij.