BOS PER 12.2 Verlengers
1 / 33
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Zet in de juiste volgorde
A
Beleid - Missie - Visie
B
Missie - Visie - Beleid
C
Visie - Missie - Beleid
Slide 5 - Quizvraag
Uit welke drie elementen bestaat beleid?
A
Doelstellingen, tijdpad, middelen
B
Visie, randvoorwaarden, doelstellingen
C
Doelstellingen, randvoorwaarden,, tijdspad
D
Visie, doelstellingen, middelen
Slide 6 - Quizvraag
3. Een beleidsplan komt in 4 fases tot stand. Zet ze in de juiste volgorde.
A
Beleidsvoorbereiding - beleidsuitvoering - beleidsanalyse - beleidsevaluatie
B
Beleidsanalyse - beleidsvoorbereiding - beleidsuitvoering - beleidsevaluatie
C
Beleidsanalyse - beleidsuitvoering - beleidsvoorbereiding - beleidsevaluatie
Slide 7 - Quizvraag
4. Welke stelling of stellingen met betrekking tot de SWOT-analyse zijn juist?
I De strengths hebben vooral te maken met de externe omgeving van de organisatie.
II De threats zijn gericht op bedreigingen vanuit de interne organisatie.
I De strengths hebben vooral te maken met de externe omgeving van de organisatie.
II De threats zijn gericht op bedreigingen vanuit de interne organisatie.
A
Stelling I en II zijn beide juist
B
Alleen stelling II is juist
C
Stelling I en II zijn beide onjuist
D
Alleen stelling I is juist
Slide 8 - Quizvraag
5. Welk beleidsinstrument is volledig gericht op de externe omgeving?
A
DESTEP
B
SWOT
C
7s'en model
Slide 9 - Quizvraag
6. Bij sportaanbieder All4Fit is de klanttevredenheid heel hoog. Waar is dit een voorbeeld van?
A
Sterkte
B
Zwakte
C
Bedreiging
D
Kans
Slide 10 - Quizvraag
7. Welk beleidsinstrument is volledig gericht op de interne omgeving?
A
DESTEP
B
SWOT
C
7s'en model
Slide 11 - Quizvraag
8. Geef aan welk onderdeel vanuit de DESTEP er past bij onderstaande ontwikkeling:
Toename van verkleuring.
Toename van verkleuring.
A
Demografisch ontwikkeling
B
Politieke ontwikkeling
C
Ecologische ontwikkeling
D
Technologische ontwikkeling
Slide 12 - Quizvraag
9. Geef aan welk onderdeel vanuit de DESTEP er past bij onderstaande ontwikkeling:
Mensen met een lage SES vormen het speerpunt van gezondheidsbeleid
Mensen met een lage SES vormen het speerpunt van gezondheidsbeleid
A
Demografisch ontwikkeling
B
Politieke ontwikkeling
C
Ecologische ontwikkeling
D
Technologische ontwikkeling
Slide 13 - Quizvraag
10. Geef aan welk onderdeel vanuit de DESTEP er past bij onderstaande ontwikkeling:
Opkomst van apps om het beweeggedrag te stimuleren
Opkomst van apps om het beweeggedrag te stimuleren
A
Demografisch ontwikkeling
B
Politieke ontwikkeling
C
Ecologische ontwikkeling
D
Technologische ontwikkeling
Slide 14 - Quizvraag
11. Geef aan welk onderdeel vanuit de DESTEP er past bij onderstaande ontwikkeling:
Meer aandacht voor duurzaamheid
Meer aandacht voor duurzaamheid
A
Demografisch ontwikkeling
B
Politieke ontwikkeling
C
Ecologische ontwikkeling
D
Technologische ontwikkeling
Slide 15 - Quizvraag
12. Welke cirkel kan je gebruiken bij het maken van een beleidsanalyse?
A
PDCA cirkel
B
PCDA cirkel
Slide 16 - Quizvraag
13. Er is vervoersproblematiek ontstaan naar mijn bedrijf toe omdat ze aan het bouwen zijn in de wijk verder op. Welke plek zou je dit geven binnen een SWOT analyse?
A
Sterktes
B
Zwaktes
C
Kansen
D
Bedreigingen
Slide 17 - Quizvraag
14. Welk onderdeel past bij deze beschrijving?
Het doel van ons bedrijf is om over 4 jaar 50 % van de bevolking te voorzien van een EHBO diploma.
Het doel van ons bedrijf is om over 4 jaar 50 % van de bevolking te voorzien van een EHBO diploma.
A
Missie
B
Visie
C
Beleid
Slide 18 - Quizvraag
15. Wie zijn we? Waarom bestaan we? Waar zijn wij goed in?
Bij welk onderdeel zijn dit passende vragen?
Bij welk onderdeel zijn dit passende vragen?
A
Missie
B
Visie
C
Beleid
Slide 19 - Quizvraag
Hoeveel speerpunten heeft het Nationaal Sportakkoord?
A
5
B
6
C
7
D
8
Slide 20 - Quizvraag
Onder welke pijler valt de volgende ambitie van het Nationaal Sportakkoord:
'Overal met plezier, veilig, eerlijk en zorgeloos sporten'?
'Overal met plezier, veilig, eerlijk en zorgeloos sporten'?
A
Vitale aanbieder
B
Inclusief sporten en bewegen
C
Positieve sportcultuur
D
Van jongs af aan vaardig in bewegen
Slide 21 - Quizvraag
18. Onder welke pijler valt de volgende ambitie van het Nationaal Sportakkoord:
A
Vitale aanbieders
B
Positieve sportcultuur
C
Duurzaam sportinfrastructuur
D
Topsport die inspireert
Slide 22 - Quizvraag
19. Onder welke pijler valt de volgende ambitie van het Nationaal Sportakkoord:
A
Positieve sportcultuur
B
Inclusief sporten en bewegen
C
Duurzame sportinfrastructuur
D
Van jongs af aan vaardig in bewegen
Slide 23 - Quizvraag
20. Welke pijler van het Nationaal Sportakkoord omschrijft ambities die bijdrage aan sportaccommodaties?
A
Positieve sportcultuur
B
Duurzame sportinfrastructuur
C
Topsport die inspireert
D
Inclusief sporten en bewegen
