Paragraaf 4: grondrechten en rechten van de kamer

Staatsinrichting 
van Nederland


6. De Staten-Generaal
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Staatsinrichting 
van Nederland


6. De Staten-Generaal

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van de les ken je de taken en bevoegdheden van het parlement. Daarnaast weet je wat de klassieke en sociale grondrechten zijn. 

Slide 2 - Tekstslide

Begintaak:
Wat zijn voor- en nadelen van een twee kamer systeem?

Slide 3 - Open vraag

Voordelen twee-kamersysteem

  • Extra (juridisch-technische) controle

  • Moment van bezinning

  • Leden van de Eerste Kamer (senatoren) staan wat verder van de politiek af

Slide 4 - Tekstslide

Nadelen twee-kamersysteem

  • Wetsvoorstellen duren langer

  • Kost meer (belasting-)geld

  • Chambre du doublure (Kamer van herhaling)

Slide 5 - Tekstslide


Taken van het parlement

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een controlerende taak van het parlement
A
recht van initiatief
B
recht van amendement
C
recht van interpellatie

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een wetgevende taak van het parlement?
A
recht van budget
B
recht van initatief
C
recht op een motie
D
recht van enquete

Slide 8 - Quizvraag

Wat hoort niet bij de trias politica
A
Rechterlijke macht
B
uitvoerende macht
C
wetgevende macht
D
controleren de macht

Slide 9 - Quizvraag

Wat gaan we doen
  • Uitleg Paragraaf 4 (we lezen de tekst eerst samen)
  • Aantekening paragraaf 4
  • Afmaken wb paragraaf 4

Slide 10 - Tekstslide

Aantekening paragraaf 4
Pak de leerdoelen (aantekeningen ) van paragraaf 4 erbij
Luister naar de uitleg en vul je aantekeningen aan.

Slide 11 - Tekstslide

Hoofdtaken Eerste Kamer

  • Controleren van de regering (controlerende taak)

  • Bekijken van wetsvoorstellen (goed of afkeuren)

Slide 12 - Tekstslide

Hoofdtaken Tweede Kamer

  • Controleren van de regering (controlerende taak)

  • Maken van wetten (wetgevende taak)

Slide 13 - Tekstslide

Grondrechten
agv de Franse revolutie stelden de revolutionairen een document op waarin de belangrijkste rechten van de mens werden vastgelegd.
De Nederlandse Grondwet (1848) is hierop gebaseerd.

Slide 14 - Tekstslide

Klassieke grondrechten

De overheid heeft veel macht. Om te voorkomen dat zij hun macht misbruiken hebben de burgers rechten die hen tegen de overheid beschermen.

bv. Vrijheid van godsdienst
Sociale grondrechten

De overheid heeft ook als taak om er voor te zorgen dat alle burgers een goed bestaan hebben. 
Bescherming door de overheid

bv. Recht op onderwijs

Slide 15 - Tekstslide


Grondrechten



  • Grondrechten staan Hoofdstuk 1 van de Grondwet (van 1983)
  • Het belangrijkste onderdeel, het anti-discriminatie-artikel, is Artikel 1
  • Ze zijn bedacht in een tijd dat grondrechten niet vanzelfsprekend waren.
  • Er wordt een onderscheid gemaakt in Klassieke- en Sociale grondrechten

Slide 16 - Tekstslide


Klassieke grondrechten


  • Beschermen ons tegen de overheid 
  • Geven ons rechten tegen een te machtige overheid

  • Staan sinds 1848 in de Grondwet 
  • Klassiek betekent: 'iets van vroeger, maar niet verouderd'

Slide 17 - Tekstslide


bijvoorbeeld:

  • Artikel 1: Anti-discriminatie artikel

  • Artikel 2: Wie is Nederlander?

  • Artikel 4: Kiesrecht

  • Artikel 7: Vrijheid van meningsuiting

  • Artikel 8: Recht op vereniging

  • Artikel 9: Recht op vergadering

  • Artikel 10: Onaantastbaarheid van de persoonlijke levenssfeer

  • Artikel 11: Onaantastbaarheid van het lichaam

  • Artikel 13: Briefgeheim

Slide 18 - Tekstslide


Sociale grondrechten



  • Plichten van de overheid: bescherming door de overheid
  • zorgen voor een goed bestaan


  • Zijn pas later (1983) in de Grondwet opgenomen, hoewel ze al eerder bestonden.

Slide 19 - Tekstslide


bijvoorbeeld:



  • Recht op veilig bestaan

  • Recht op onderwijs

  • Recht op gezondheidszorg

  • Recht op woongelegenheid

  • Recht op bewoonbaar gebied

  • Recht op rechtsbijstand

  • Recht op werk

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag

  • Maken wb paragraaf 4
  • Test jezelf
  • Oefentoets

Slide 21 - Tekstslide

Afronding
De volgende vragen gaan over klassieke en sociale grondrechten

Slide 22 - Tekstslide

Klassieke grondrechten beschermen je voor de overheid
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Sociale grondrechten geven je bescherming door de overheid
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Wanneer zijn klassieke grondrechten opgenomen in de grondwet?
A
1848
B
1917
C
1919
D
1983

Slide 25 - Quizvraag

Wanneer zijn sociale grondrechten opgenomen in de grondwet?
A
1848
B
1917
C
1919
D
1983

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een klassiek grondrecht
A
recht op onderwijs
B
recht op bestaanszekerheid
C
vrijheid van vereniging
D
recht op gezondheidszorg

Slide 27 - Quizvraag

Wat is een sociaal grondrecht
A
vrijheid van meningsuiting
B
recht op demonstratie
C
briefgeheim
D
recht op woonruimte

Slide 28 - Quizvraag

Begrippen uit deze les

  • controlerende taak
  • wetgevende taak
  • Recht van budget
  • Recht van enquête 
  • Vragenrecht
  • Motierecht
  • Recht van interpellatie 
  • Recht van amendement 
  • Recht van initiatief 
  • klassieke en sociale grondrechten

Slide 29 - Tekstslide

huiswerk:



Huiswerk:

Afronden van hoofdstuk (paragraaf 4)

Werk je leerdoelen uit

Slide 30 - Tekstslide