online herhaling e-les

• NT2
• Hoger onderwijs

allemaal/iedereen/helemaal

1. Denk jij dat ………………………………. dit begrijpt?

1. allemaal
2. iedereen
3. helemaal

2. Ik begrijp het toch niet ……………………………….., kan je het laatste deel nog eens herhalen?

1. allemaal
2. iedereen
3. helemaal

3. De cursisten hebben ……………………………….. hun online test gemaakt, behalve Johanna.

1. allemaal
2. iedereen
3. helemaal

4. De kinderen hebben de taart …………………………………… opgegeten, er bleef geen kruimel meer over.

1. allemaal
2. iedereen
3. helemaal

5. Op Allerheiligen gaat bijna …………………………………… naar het kerkhof met chrysanten.

1. allemaal
2. iedereen
3. helemaal

6. Ben je zeker dat ze dit …………………………………. alleen hebben gemaakt.

1. allemaal
2. iedereen
3. helemaal

preposities

Heb jij ook een hekel ……………. de herfst?

Je kan je huiswerk laten maken ………………… betaling.

Ik probeer te antwoorden …………… je vraag, maar het is een moeilijke zaak.

Ik breek al dagen mijn hoofd …………….. deze moeilijke kwestie.

De directeur is niet te spreken ……………….. de vakbondsacties

Ze trekt zich niets aan …………… al die kritiek.

Heb jij ook een hekel AAN de herfst?
De herfst is het seizoen .... ik een hekel heb.

op wat ==> waarop

in wat ==> waarin

over wat ==> waarover

...

Dit is de vraag ... ik probeer te antwoorden.

Dit is de kwestie ... ik mijn hoofd breek.

De vakbondsacties ... de directeur niet te spreken is.

De kritiek ... ze zich niets aantrekt.

Ben jij een voorzichtige zwakke weggebruiker (voetganger/fietser)?

Heb jij een rijbewijs? Hoe verliep het examen?

Hou jij je altijd aan de verkeersregels? Wanneer wel/ niet?

Welk type chauffeur ben jij? Rustig? Agressief? Snelheidsduivel?

Kan je goed parkeren?

Is de rijstijl in verschillende landen anders?

Zou jij je auto kunnen missen?

Gebruik je regelmatig het openbaar vervoer?

Wat is het meest recente voorval in het verkeer waar je je aan geërgerd hebt?

Rij je graag/vaak op de autosnelweg?

Neem je soms sluipwegen om drukke verkeerspunten te vermijden?