Even terug (1)

Even terug
  • Kort geding
  • Rechtsmiddelen
  • AVG 

Lees voor het (proef)examen goed door : Hoofdstuk 7 !
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2,4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Even terug
  • Kort geding
  • Rechtsmiddelen
  • AVG 

Lees voor het (proef)examen goed door : Hoofdstuk 7 !

Slide 1 - Tekstslide

Kort geding (spoedprocedure)
  • Wanneer op korte termijn uitspraak nodig is 
  • Voor spoedeisende zaken (Spoedeisend belang!)
  • De rechter bepaalt of een zaak voor een kort geding in aanmerking komt. Hij kijkt of een vonnis op korte termijn nodig is en of dat niet ten koste gaat van de belangen van de andere partij. 
  • Als de rechter een kortgedingprocedure toestaat, dan brengt de eiser een dagvaarding uit. 
  • Na de mondelinge behandeling volgt de uitspraak. Er is dus geen conclusiewisseling!
  • Geen verplichte procesvertegenwoordiging gedaagde



Slide 2 - Tekstslide

Kort geding (spoedprocedure)

Slide 3 - Tekstslide

Rechtsmiddelen
Een procespartij die het niet eens is met de rechterlijke uitspraak, kan in de meeste gevallen een rechtsmiddel instellen. 

Rechtsmiddelen zijn:

  • Verzet
  • Hoger beroep
  • Cassatie.

Verzet dient bij dezelfde rechter. Bij hoger beroep en cassatie wordt de zaak opnieuw door een hogere rechter bekeken.

Slide 4 - Tekstslide

Rechtsmiddelen
  • Verzet: tegen vonnis waar hij niet bij aanwezig was. Is een voortzetting van de eerste procedure waar hij niet bij aanwezig was                                            
  • Hoger Beroep: binnen bepaalde termijn van de rechtbank. Binnen de termijn van het hoger beroep hoeft de uitspraak van de rechter nog niet te worden uitgevoerd, Appel-appellant-geïntimideerde, is niet gebonden aan eerdere uitspraak, uitspraak heet arrest

Slide 5 - Tekstslide

Rechtsmiddelen
  • Cassatie: Hoge raad behandelt de zaak niet opnieuw, kan alleen bij strafrecht, burgerlijk recht en bij belastingzaken, dus niet bij andere bestuurszaken, uitspraak heet arrest


De rechter beoordeelt alleen juridische - technische kwesties!

Als de uitspraak van de lagere rechter wordt vernietigd doet de Hoge Raad zelf uitspraak. Komen er nieuwe feiten aan het licht dan verwijzen zij door naar een gerechtshof.  

Slide 6 - Tekstslide

AVG
Wat betekende de afkorting ook alweer ? 

Slide 7 - Tekstslide

AVG

Slide 8 - Tekstslide

AVG
  • Verwerken: een verzamelnaam voor alle handelingen die mogelijk zijn met persoonsgegevens. Denk aan verzamelen, opslaan, analyseren, gebruiken, aanvullen, doorgeven aan anderen, wijzigen, opvragen, wissen en vernietigen van persoonsgegevens.

Persoonsgegevens mogen alleen door een organisatie worden verwerkt als dit direct samenhangt met een duidelijk omschreven doel. Dat staat in art. 5 lid 1 onder b AVG. 

De AVG bepaalt dat het doel van de gegevensverwerking uitdrukkelijk omschreven moet zijn en dat het om een concreet doel moet gaan. Het doel bepaalt welke persoonsgegevens mogen worden verwerkt.

Slide 9 - Tekstslide

6 grondslagen voor gegevensverwerking
Als de reden van verwerking van de gegevens niet past bij een van deze zes grondslagen, dan mag verwerking niet!

  1. Het is noodzakelijk voor de uitvoering van een overeenkomst.
  2. Het is noodzakelijk voor het nakomen van een wettelijke verplichting.
  3. Het is noodzakelijk voor de vervulling van een taak van algemeen belang of de uitoefening van openbaar gezag.
  4. Het is noodzakelijk ter bescherming van vitale belangen.
  5. Het is noodzakelijk voor de behartiging van gerechtvaardigde belangen.
  6. De betrokkene heeft toestemming gegeven voor het verwerken van gegevens.

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een grondslag van de AVG voor het verwerken van persoonsgegevens?
A
Noodzakelijk voor de uitvoering van taken
B
Noodzakelijk voor het nakomen van afspraken
C
Noodzakelijk ter bescherming van vitale belangen

Slide 11 - Quizvraag

Welke van de onderstaande opties is GEEN grondslag voor gegevensverwerking volgens AVG?
A
Financiële winst
B
Toestemming
C
Vitale belangen
D
Wettelijke verplichting

Slide 12 - Quizvraag

Privacy rechten
De wet geeft de persoon op wie de gegevens betrekking hebben - en die vallen onder de regels van de AVG - het recht op:

  1. Informatie, artikel 13 AVG
  2. Inzage, artikel 15 AVG
  3. Correctie, artikel 16 AVG
  4. Overdraagbaarheid, artikel 20 AVG
  5. Verwijdering, artikel 17 AVG.

Slide 13 - Tekstslide