Les 09 Poëzie (deel 1)

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Hoe zou jij poëzie omschrijven?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Mijn gedacht, goed gedacht!
Ga in discussie met je groep over onderstaande vragen. Per vraag krijg je 1 minuut. Zorg dat je na de discussie een korte samenvatting van wat je besproken hebt kunt geven voor de klas.

• Does a poem always have to rhyme?
• What are typical elements of a poem?
• Why does a poet use rhyme?
• What makes a good poem in your opinion?

Slide 5 - Tekstslide

Wat doet het ideale gedicht volgens jou vooral?
A
het ontroert
B
het troost
C
het stemt tot nadenken
D
het zet aan tot actie

Slide 6 - Quizvraag

Wat primeert voor jou in een gedicht?
A
vorm
B
inhoud

Slide 7 - Quizvraag

Wat is volgens jou het belangrijkste thema voor het ideale gedicht?

A
liefde, vriendschap
B
verdriet, afscheid
C
technologie en onze maatschappij
D
het raadsel van ons bestaan

Slide 8 - Quizvraag

Ons gedacht, goed gedacht!
Ga in discussie met je groep over onderstaande vragen. Per vraag krijg je 1 minuut. Zorg dat je na de discussie een korte samenvatting van wat je besproken hebt kunt geven voor de klas.

• Does a poem always have to rhyme?
• What are typical elements of a poem?
• Why does a poet use rhyme?
• What makes a good poem in your opinion?

Slide 9 - Tekstslide

1. Wat is poëzie?
1.1 Opbouw van een gedicht
Gedichten (poëzie, _______________.) verschillen alleen al door de bladschikking van toneel en verhalen. Zinnen lopen niet door zoals in een roman, maar staan verspreid over korte _______________ die opgedeeld worden in _______________. Gedichten zijn meestal korte teksten waarin de _______________ iets wil uitdrukken of oproepen. Hij gebruikt daarvoor beeldspraak, rijm, associaties en allerlei soorten stijlfiguren en vormelementen. Poëzie is het genre bij uitstek om _______________ uit te drukken of los te maken. Nog niet helemaal mee met alle nieuwe termen? Geen paniek! In de tweede en derde graad word je bedolven onder de poëzietermen, nog even geduld dus! 

Slide 10 - Tekstslide

1. Wat is poëzie?
1.1 Opbouw van een gedicht
Gedichten (poëzie, lyriek) verschillen alleen al door de bladschikking van toneel en verhalen. Zinnen lopen niet door zoals in een roman, maar staan verspreid over korte strofen die opgedeeld worden in verzen. Gedichten zijn meestal korte teksten waarin de dichter iets wil uitdrukken of oproepen. Hij gebruikt daarvoor beeldspraak, rijm, associaties en allerlei soorten stijlfiguren en vormelementen. Poëzie is het genre bij uitstek om emoties uit te drukken of los te maken. Nog niet helemaal mee met alle nieuwe termen? Geen paniek! In de tweede en derde graad word je bedolven onder de poëzietermen, nog even geduld dus! 

Slide 11 - Tekstslide

Even oefenen!
Enkele woorden zijn verdwenen in het gedicht. Kun jij een suggestie bedenken? Vul de ontbrekende woorden in in het gedicht. 

Vergelijk met je buur. Is er een verschil?  

Bekijk de vragen in je bundel! 



Slide 12 - Tekstslide

1.2 Onderwerpen en thema 
Het thema van een gedicht is het antwoord op de vraag waarover het gedicht gaat. Een thema is zo goed als altijd een abstract woord (bv. verliefdheid, verlies, winter). 

Slide 13 - Tekstslide

1.3 Verschillende dichtvormen
Een dichtvorm is een vaste opzet van een gedicht, waarmee het rijmschema, het ritme, de klank of de inhoud van het gedicht kan worden voorgeschreven. 

→ Lees de gedichten en verbind ze met de passende dichtvorm. Werk in groepjes.





Slide 14 - Tekstslide

1.3 Verschillende dichtvormen
Verbetersleutel oefening:

1 D
2 C
3 A
4 G
5 F
6 H
7 B
8 E

Slide 15 - Tekstslide

2. Ook dit is poëzie
  
‘Poëzie is saai!’ ‘Poëzie is moeilijk!’ ‘Poëzie is niets voor mij.’ Ja, poëzie heeft nog altijd flink te kampen met vooroordelen. Zelf heb ik dat nooit erg gevonden, want ze dagen mij als dichter uit om er speels tegenin te gaan. Poëzie is een underdog, die ik maar al te graag laat kwispelen.


- Maud Vanhauwaert -
(stadsdichteres Antwerpen 2018-2019)

Slide 16 - Tekstslide

2. Ook dit is poëzie
2.1 Beeldende poëzie — 2.2.1 Een typografisch gedicht  

Slide 17 - Tekstslide

2. Ook dit is poëzie
2.1 Beeldende poëzie — 2.2.1 Een typografisch gedicht  
→ Bespreek per twee de vragen horend bij deze gedichten. Beantwoord de vragen via de LessonUp. 






Slide 18 - Tekstslide

a) Wat zie je? Wat valt je op? Wat is dit?

Slide 19 - Open vraag

b) Wat lees je? Hoe moet je het gedicht lezen? Vind je het makkelijk

Slide 20 - Open vraag

c) Waarover gaat het gedicht? Op welke manier werd het gemaakt? Hoe ging de dichter te werk bij het maken van het gedicht? Welke materialen werden er gebruikt?

Slide 21 - Open vraag

d) Werd er gebruik gemaakt van rijm? Welke woorden vallen op? Welke woorden of zinnen vind jij mooi?

Slide 22 - Open vraag

e) Is dit volgens jou poëzie?

Slide 23 - Open vraag

2. Ook dit is poëzie
2.1 Beeldende poëzie — 2.2.2 Een beeldsonnet

Slide 24 - Tekstslide

2. Ook dit is poëzie
2.1 Beeldende poëzie — 2.2.3 Stiftgedicht

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

2. Ook dit is poëzie
2.1 Beeldende poëzie — 2.2.4 Stapelgedicht

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

2. Ook dit is poëzie 
2.2 Muzikale poëzie — 2.2.1 Slam Poetry
→ Bespreek per twee de vragen horend bij deze gedichten. Beantwoord de vragen via de LessonUp. 

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Link

a) Waarover ging het? Wat viel je op?

Slide 32 - Open vraag

b) Vond je het leuk om naar te kijken/luisteren?

Slide 33 - Open vraag

c) Wat vond je hier mooi/niet mooi aan?

Slide 34 - Open vraag

d) Vond je het makkelijk/moeilijk om te begrijpen?

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Video

2. Ook dit is poëzie 
2.3 Creatief schrijven — 2.3.1 Raadgedicht 

Slide 37 - Tekstslide

2. Ook dit is poëzie 
2.3 Creatief schrijven — 2.3.2 Flarfgedicht 

Slide 38 - Tekstslide

2. Ook dit is poëzie 
2.3 Creatief schrijven — 2.3.3 Whatsapp-gedicht 

Slide 39 - Tekstslide

2. Ook dit is poëzie 
2.3 Creatief schrijven — 2.3.3 Poetweet
Via de website Poetweet kan je een gedicht laten maken van tweets. Je hoeft gewoon de naam van het Twitteraccount in te geven van je gekozen Twitteraar. Daarna kan je kiezen tussen drie soorten van gedichten: een sonnet, een rondeel of een achtregelig gedicht. Je moet dan enkel nog even geduld hebben en daar is je gedicht!

Slide 40 - Tekstslide

2. Ook dit is poëzie 
2.3 Creatief schrijven — 2.3.3 Instapoëzie

Slide 41 - Tekstslide

2. Ook dit is poëzie 
2.3 Creatief schrijven — 2.3.3 En nog veel meer

Slide 42 - Tekstslide

3. Poetry Reading Session
Het brengen van poëzie vraagt natuurlijk wel wat oefening. Je mimiek, stemgebruik, tempo ... bepalen hoe jouw publiek het gedicht ervaart. Om wat inspiratie op te doen, kun je alvast even kijken naar het volgende filmpje waarin Maud Vanhauwaert aan het dichten slaat in de Brugse binnenstad. 

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Video

3. Poetry Reading Session
→ Werk per twee. Speur met je partner naar een gedicht dat jullie aanspreekt. Gebruik het wereldwijde web!


Probeer het gedicht elk op een andere manier te brengen. Je kunt het gedicht bijvoorbeeld erg stilletjes of net met veel volume brengen, je kunt eerder triest klinken of heel veel enthousiasme aan de dag leggen tijdens het voordragen van je verzen.


Wat vinden jullie? En wat vinden jullie klasgenoten? Verandert voor jullie ook de betekenis/inhoud van het gedicht wanneer je een gedicht op een andere manier voordraagt?

Slide 45 - Tekstslide