Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Week 4. zelfstandigwerken
Zelfstandig werken in stilte
Zelfstandig werken en fluisteren
Zelfstandig werken en overleggen
1 / 52
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
52 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Zelfstandig werken in stilte
Zelfstandig werken en fluisteren
Zelfstandig werken en overleggen
Slide 1 - Tekstslide
Hoy/vandaag: Repaso Hoofdstuk 3
Boek: Paso Adelante 1 Hoofdstuk 3 "Mi casa es tu casa"
- terugblik op werkwoord tener (hebben)
- vertellen over familie
- huis beschrijven
•Ik kan vertellen hoe oud mijn ouders zijn
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
schrijf volledig de cijfer:
21
Slide 4 - Open vraag
schrijf volledig de cijfer:
38
Slide 5 - Open vraag
schrijf volledig de cijfer:
66
Slide 6 - Open vraag
schrijf volledig de cijfer:
100
Slide 7 - Open vraag
¿Cuántos años tiene tu madre o padre (hoe oud is jouw moeder of vader)
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
¿Cuántos hermanos tienes?
Slide 10 - Open vraag
GETALLEN t/m 100
Schrijfwijze & uitspraak
Slide 11 - Tekstslide
LT p.27 Ronde getallen
let op de uitzonderingen!
10 diez
20 veinte
30 treinta
40 cuarenta
50 cincuenta
60
se
s
enta <<<
70
se
t
enta <<<
80 ochenta
90
n
o
venta
100 cien
Slide 12 - Tekstslide
Kies de juiste vorm van Tener (hebben):
Yo ........ un abuelo gracioso(grappig)
A
tengo
B
tienes
C
tiene
D
tenéis
Slide 13 - Quizvraag
Kies de juiste vorm van Tener (hebben):
Vosotros ........ un X-box?
A
tenemos
B
tenéis
C
tengo
D
tienes
Slide 14 - Quizvraag
Kies de juiste vorm van Tener (hebben):
Tú, ....... hermanas?
A
tiene
B
tienes
C
tengo
D
tenemos
Slide 15 - Quizvraag
Kies de juiste vorm van Tener (hebben):
Ellas ....... una casa bonita
A
tienen
B
tienes
Slide 16 - Quizvraag
Kies de juiste vorm van Tener (hebben):
Nosotras ...... quince años
A
tenemos
B
tenéis
C
tengo
D
tienes
Slide 17 - Quizvraag
¿Cómo se llama tu padre?
Slide 18 - Open vraag
¿Cómo se llama tu madre?
Slide 19 - Open vraag
Naam + ik is=
Bijvoorbeeld: Mi padre y yo
A
De wij vorm
B
De zij-meervoud
C
De jullie vorm
Slide 20 - Quizvraag
Naam + Naam is=
Bijvoorbeeld: Eva + Suss
A
De wij vorm
B
De zij-meervoud of De jullie vorm.
C
De jullie vorm
D
De zij-enkelvoud
Slide 21 - Quizvraag
Thijmen is = ÉL OF ELLA
Thijmen.........................(hablar) inglés.
A
ella habla
B
él habla
C
Usted habla
Slide 22 - Quizvraag
Welk Spaans persoonlijk voornaamwoord hoort hierbij?
... viven en Italia.
A
Ellos / Ellas
B
Nosotros
C
Vosotros
D
Stefan & Matthijs
Slide 23 - Quizvraag
Welk Spaans persoonlijk voornaamwoord hoort hierbij?
... comemos a las tres y media.
A
Ellos / Ellas
B
Vosotros
C
Tú
D
Nosotros
Slide 24 - Quizvraag
Welk Spaans persoonlijk voornaamwoord hoort hierbij?
Él es holandés y ... es española.
A
él
B
ella
C
yo
D
tú
Slide 25 - Quizvraag
Welk Spaans persoonlijk voornaamwoord hoort hierbij?
Ella es holandesa y ... son españoles.
A
nosotros
B
ellos
C
ella
D
tú
Slide 26 - Quizvraag
Welk Spaans persoonlijk voornaamwoord hoort hierbij?
... sois holandesas ?
A
Ellos / Ellas
B
Vosotros
C
Vosotras
D
Nosotros
Slide 27 - Quizvraag
Welk Spaans persoonlijk voornaamwoord hoort hierbij?
¿... y Lucía tenéis catorce años?
A
yo
B
tú
C
él / ella
D
Nosotros
Slide 28 - Quizvraag
Sleep de werkwoorden naar de juiste persoonsvorm.
soy
eres
es
somos
sois
son
estoy
estás
está
estamos
estáis
están
tengo
tienes
tiene
tenemos
tenéis
tienen
yo (ik)
tú (jij)
él, ella, usted (hij, zij, u) - ev
vosotros (jullie)
ellos, ellas, ustedes (hij, zij, u) - mv
nosotros (wij)
Slide 29 - Sleepvraag
El verbo 'estar'
yo
estoy
tú
estás
él/ella/usted
está
nosotros/nosotras
estamos
vosotros/vosotras
estáis
ellos/ellas/ustedes
están
Slide 30 - Tekstslide
Geeft de vervoeging van de regelmatige werkwoorden : tegenwoordige tijd
Maud y Melisa _____
(estar)
de vacaciones en Madrid.
Kick y yo______
(estar)
en el salón 132.
¿Tú________
(estar-tú)
en casa o en el colegio?
Yo _______ (
estar)
en la casa de mi abuela
Floris y tú _____
(estar-vosotros)
en Holanda.
están
Estamos
estás
estoy
estáis
Slide 31 - Sleepvraag
Completa:
"Tú______ en la biblioteca."
A
estoy
B
está
C
estáis
D
estás
Slide 32 - Quizvraag
Completa:
"Yo______ en casa."
A
estoy
B
están
C
estáis
D
estás
Slide 33 - Quizvraag
Los verbos regulares
Slide 34 - Tekstslide
Yo (hablar) .... español.
A
hablamos
B
habláis
C
hablo
D
hablas
Slide 35 - Quizvraag
Carmen y tú (comer) ... patatas fritas.
A
comen
B
coméis
C
comemos
D
comes
Slide 36 - Quizvraag
Geeft de vervoeging van de regelmatige werkwoorden : tegenwoordige tijd
_______
(hablar-yo)
español con Jaira.
Zanna___________
(comer)
frutas en el desayuno.
Lars y Leen _______________
(escribir)
correos en en dos idiomas.
Sjadia y yo ___________
(comer)
muchos churros con chocolate.
No, Seraphiem y yo _____
(cantar)
en español.
Tú...................................
(escribir)
los deberes en tu Ipad.
hablo
come
escriben
comemos
cantamos
escribes
Slide 37 - Sleepvraag
VIVO
VIVES
VIVE
VIVIMOS
VIVEN
VIVÍS
Slide 38 - Sleepvraag
Oefenen met regelmatige werkwoorden op -AR
YO
TÚ
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
HABLO
BAILO
CANTA
BAILAN
ESCUCHAS
TOCAMOS
ESCUCHÁIS
BAILA
HABLAN
CANTAMOS
ESTUDIÁIS
HABLAS
Slide 39 - Sleepvraag
Nosotros (bailar)
A
bailas
B
bailamos
C
bailiamos
D
bailan
Slide 40 - Quizvraag
Vosotros (hablar)
A
hablas
B
hablan
C
habláis
D
hablamos
Slide 41 - Quizvraag
Él (cocinar) bien
A
cocino
B
cocinas
C
cocina
D
cocinara
Slide 42 - Quizvraag
Bob (pintar) pinturas
A
pinto
B
pintas
C
pintamos
D
pinta
Slide 43 - Quizvraag
Nosotros (trabajar) mucho
A
trabajemos
B
trabajos
C
trabajamos
D
trabajáis
Slide 44 - Quizvraag
Ellos (tocar) el piano
A
tocan
B
toca
C
tocas
D
tocáis
Slide 45 - Quizvraag
mirar
más
knap
vooruit
zoeken
ahora
bekijken
meer
guapo
adelante
buscar
nu
Slide 46 - Sleepvraag
encima debajo
Slide 47 - Tekstslide
¿Dónde está la pelota?
A
debajo de la mesa
B
encima de la mesa
C
debajo la mesa
D
encima la mesa
Slide 48 - Quizvraag
¿Dónde está el perro
A
a la derecha del grifo
B
encima del grifo
C
debajo del grifo
D
la izquierda del grifo
Slide 49 - Quizvraag
¿Dónde está el elefante?
A
a la izquierda de la silla
B
debajo de la silla
C
al lado de la silla
Slide 50 - Quizvraag
¿Dónde está el oso?
A
al lado de los libros
B
encima de los libros
C
debajo de los libros
D
enfrente de los libros
Slide 51 - Quizvraag
Stap 1: Open een nieuw tabblad en log in op Magister.
Stap 2: Open een ander tabblad en ga naar www.woots.nl.
Stap 3: Log in met je Entree-account.
Stap 4: Maak de oefentoets.
Woots
timer
20:00
Slide 52 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Herhaling Capítulo 2 En Camino
November 2023
- Les met
45 slides
Spaans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Oefentoets 2: Capítulo 2 - M/H/V
January 2021
- Les met
48 slides
Spaans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Oefentoets 1: Capítulo 2 En Camino
December 2024
- Les met
47 slides
Spaans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
H2 voorbereiding toets
November 2023
- Les met
37 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
les do 13 feb
February 2025
- Les met
35 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
HRC - V2 - grammatica
June 2022
- Les met
38 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
les 14. ir
April 2022
- Les met
23 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
VH1 Herhalen + maanden / verjaardagen
January 2021
- Les met
31 slides
Spaans
Middelbare school