Toets Thema 1 Organen en Cellen

oefentoets
Klas 3
Thema 1 VMBO GT
Organen en Cellen
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

oefentoets
Klas 3
Thema 1 VMBO GT
Organen en Cellen

Slide 1 - Tekstslide

Bij welk organisatieniveau hoort een nier?
A
Organisme
B
Orgaan
C
Weefsel
D
Cel

Slide 2 - Quizvraag

Hebben planten organen?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

Bij welke organismen komt het levenskenmerk uitscheiden voor?
A
Bij alle organismen
B
Alleen bij dieren
C
Alleen bij planten

Slide 4 - Quizvraag

Een groep cellen met dezelfde bouw en dezelfde functies wordt orgaan genoemd.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Een weefsel bestaat uit verschillende cellen, die samen een bepaalde functie hebben.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Een kattenoog is een voorbeeld van een orgaan.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Een organenstelsel bestaat uit een aantal organen die samen een functie hebben.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Het ademhalingsstelsel bestaat alleen uit de linker- en rechterlong.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag


Hoe heet orgaan nummer 1?
A
slokdarm
B
long
C
luchtpijp
D
aorta

Slide 10 - Quizvraag


Hoe heet orgaan nummer 4?
A
maag
B
long
C
lever
D
aorta

Slide 11 - Quizvraag


Hoe heet orgaan nummer 8?
A
slokdarm
B
long
C
luchtpijp
D
aorta

Slide 12 - Quizvraag


Hoe heet orgaan nummer 10?
A
slokdarm
B
lever
C
nier
D
maag

Slide 13 - Quizvraag

Dit is een dwarsdoorsnede van?
A
Borstholte
B
Buikholte

Slide 14 - Quizvraag


Hoe heet letter e?
A
nier
B
slokdarm
C
maag
D
lever

Slide 15 - Quizvraag

Tussencelstof bij planten zijn?
A
celwanden
B
plastiden
C
vacuolen
D
niets

Slide 16 - Quizvraag

Hoe heet deel 2?
A
celmembraan
B
vacuolevocht
C
celwand
D
cytoplasma

Slide 17 - Quizvraag

Hoe heet deel 4?
A
celmembraan
B
vacuole
C
celwand
D
cytoplasma

Slide 18 - Quizvraag

Hoe heet deel 9?
A
celmembraan
B
celkern
C
celwand
D
cytoplasma

Slide 19 - Quizvraag

Zijn in cel A plastiden aanwezig?
A
nee
B
ja, een soort plastiden
C
ja, twee soorten plastiden
D
ja, drie soorten plastiden

Slide 20 - Quizvraag

Jonge plantencellen hebben veel vacuolen en oudere plantencellen hebben 1 centrale vacuole?
A
Juist
B
onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Als appels rijp worden, verandert de schil van kleur.
Welke verandering in de plastiden is hiervan de oorzaak?
A
bladgroenkorrels zijn overgegaan in kleurstofkorrels
B
bladgroenkorrels zijn overgegaan in zetmeelkorrels
C
kleurstofkorrels zijn overgegaan in zetmeelkorrels
D
zetmeelkorrels zijn overgegaan in kleurstofkorrels.

Slide 22 - Quizvraag

DNA bevat de informatie voor erfelijke eigenschappen.

A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

De kern van een levercel van een mens bevat 1 paar chromosomen?

A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Een levercel bevat DNA met informatie over de oogkleur.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

De kern van een huidcel van een mens bevat 46 chromosomen.

A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quizvraag

In het lichaam van een vrouw van 100 jaar vindt nog celdeling plaats voor?

A
herstel
B
herstel en vervanging
C
herstel, vervanging en groei
D
vervanging en groei

Slide 27 - Quizvraag

Zijn chromosomen zichtbaar in de periode tussen twee celdelingen in?

A
ja
B
nee

Slide 28 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen bevat elke dochtercel na een gewone celdeling bij een mens?

A
1
B
2
C
23
D
46

Slide 29 - Quizvraag

Waardoor wordt elke dochtercel na afloop van mitose net zo groot als de moedercel?

A
mitose
B
celdeling
C
kerndeling
D
plasmagroei

Slide 30 - Quizvraag

Hoe komt het dat de chromosomen van een delende cel zichtbaar worden met een microscoop?

A
Omdat je de grootse vergroting gebruikt.
B
Omdat je de chromosomen kunt zien onder de microscoop.
C
Omdat de chromosomen op dat moment spiraliseren.
D
Omdat ze altijd onder de microscoop te zien zijn.

Slide 31 - Quizvraag

In de herfst verkleuren de bladeren van loofbomen. Een leerling merkt op dat de bladeren van een linde waarop het licht van een lantaarn valt langer groen blijven dan de bladeren van dezelfde boom die niet door de lantaarn worden beschenen. De leerling verwacht dat het langer groen blijven van de bladeren wordt veroorzaakt doordat deze bladeren langer licht ontvangen dan de overige bladeren. Is deze mening een conclusie, onderzoeksvraag of een hypothese?

A
conclusie
B
onderzoeksvraag
C
hypothese

Slide 32 - Quizvraag

Meiose is de....
A
deling van gewone cellen.
B
deling waarbij er 46 chromosomen ontstaan uit 23 chromosomen.
C
deling van geslachtscellen.
D
mitose.

Slide 33 - Quizvraag


Mitose
Wat is geen mitose plaats?
A
Het ontstaan van een huidcel in de huid van een olifant.
B
Het ontstaan van een bastcel in de stengel van een klimop.
C
De celdeling van een bevruchte eicel.
D
Het ontstaan van een stuifmeelkorrel.

Slide 34 - Quizvraag

Levende organismen herken je aan de levenskenmerken. 
Sleep het levenskenmerk naar het juiste plaatje.
Voortplanten
Reageren
Uitscheiden
Voeden
Ademen
Groeien

Slide 35 - Sleepvraag