Introductie

Planning 
Hoe ziet een Middeleeuwse stad eruit? 
Wat is het verschil tussen tijdvak 3 en tijdvak 4?
Aan de slag! 



Leerdoel:  Je kunt vertellen welke verbeteringen er waren in de landbouw en wat dat te maken heeft met het ontstaan van de steden
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Planning 
Hoe ziet een Middeleeuwse stad eruit? 
Wat is het verschil tussen tijdvak 3 en tijdvak 4?
Aan de slag! 



Leerdoel:  Je kunt vertellen welke verbeteringen er waren in de landbouw en wat dat te maken heeft met het ontstaan van de steden

Slide 1 - Tekstslide

Nakijken
Geen huiswerk gehad 
:)
Huiswerk voor volgende les
1A/B:
Maak opdracht 1 tm 5 van paragraaf 4.1 (blz 120).

1C: 
Maak opdracht 1 tm 5 van paragraaf 4.1 (blz 132).

Slide 2 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak opdracht 1 tm 5 van 4.1
timer
10:00000

Slide 3 - Tekstslide

s                                    



                                                                          Steden en Staten
                                                                           1000-1500

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Verbetering in de landbouw: Ploeg!

Slide 6 - Tekstslide

Ambachten: werk waarbij je iets met je handen maakt.

Slide 7 - Tekstslide

Handel
ambacht

Slide 8 - Tekstslide

Domein
Vroonhof
Hier woonde de heer van het dorp. Vaak het grooste en sterkste huis/boerderij (Hoeve genoemd) met bescherming (muur) erom heen. Vaak zat er een smid bij en een brouwerij. 

Kerk
In de kerk werden diensten gehouden door de plaatselijke geestelijke (mensen van de kerk)
Braak veld
Het veld dat niet beplant wordt om plantenziektes tegen te gaan en vruchtbaarheid van het grond hoog te houden. 
Akker
Veld dat bewerkt wordt voor de landbouw. Je had een akker voor de heer en akkers voor de horigen. Alle akkers werden door de horigen bewerkt.

Beplant veld
Landbouwmethode uit de vroege Middeleeuwen heet het drieslagstelsel: 

Akkers werden in drie stukken verdeeld, waarvan twee gebruikt werden en één braak ligt (niks op verbouwt wordt). Dat deden ze om de grond vruchtbaar te houden en plantenziektes tegen te gaan. 
Watermolen
In de middeleeuwen gebruikte ze de kracht van water en wind om bijvoorbeeld graan te vermalen. 
Huizen van horigen
Hier woonde de horige boeren van het dorp

Slide 9 - Tekstslide

Van platteland naar stad

2. De ploeg wordt verbeterd, waardoor de mest beter verspreid wordt en de grond vruchtbaarder wordt. Door de vruchtbare grond is er steeds meer voedsel.
3. Doordat er meer voedsel is worden de gezinnen steeds groter, tussen 1000 en 1300 verdubbeld de bevolking
4. Niet iedereen hoeft op het land te werken, dus mensen gaan het voedsel   wat ze overhebben en de spullen die ze maken (ambacht) verkopen op de markt (handel)


Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag!


Maken opdracht 1 tm 6 van 4.1 (blz 120)
OF 
Leer voor het SO H3
timer
20:00000

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
Lees de tekst: Stad en platteland
Vul in het werkblad in wat de stappen zijn tussen: 
Leven op platteland, er zijn bijna geen steden 
naar
sommige marktplaatsen groeien uit tot een stad

Bewaar dit werkblad!!
timer
12:00000

Slide 12 - Tekstslide

Tijdvak 3: Monniken en ridders
500 - 1000
Tijd van landbouw
Tijdvak 4: Steden en staten
1000 - 1500 
Tijd van opkomende handel, steden en staten

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Rond welk jaar ontstonden er steden?
A
500
B
850
C
1000
D
1500

Slide 15 - Quizvraag

De middeleeuwen zijn van..
A
350-1000
B
500-1000
C
500-1500
D
1000-1500

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een ambacht?
A
Een beroep waarbij je op kantoor zit.
B
Een functie in het leger.
C
Een beroep waarbij je één onderdeel van een product maakt.
D
Een beroep waarbij je een product met de handen maakt (of gereedschap).

Slide 17 - Quizvraag

Ambacht of geen ambacht?

Marktkoopman
A
Ambacht
B
Geen ambacht

Slide 18 - Quizvraag

Ambacht of geen ambacht?

Bakker
A
Ambacht
B
Geen ambacht

Slide 19 - Quizvraag

Wat is geen ambacht?
A
Schoenenmaker
B
Boer
C
Bakker
D
Handelaar

Slide 20 - Quizvraag

Aan de slag!
Maak de opdrachten van 4.1 af. 
Klaar? Maak de verdieping van 4.1
timer
13:00000

Slide 21 - Tekstslide