methodiek herhaling
1 / 21
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Is reuma een verpleeg- of medische diagnose
A
Verpleegdiagnose
B
Medische diagnose
Slide 2 - Quizvraag
Wanneer men de temperatuur neemt onder de oksel neem je de sublinguale temperatuur
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Binta heeft een hartslag van 125 in rust. We spreken hier van...
A
Tachycardie
B
Bradycardie
C
Hypotensie
D
Hypertensie
Slide 4 - Quizvraag
Wanneer je Paul helpt om uit bed te komen voelt hij zich draaierig en flauw. Dit kan een symptoom zijn van...
A
orthostatische hypertensie
B
cheyne-stokes
C
orthostatische hypotensie
D
dyspnoe
Slide 5 - Quizvraag
De afkorting voor EWS staat voor: early warning score
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Wanneer we in het dossier zien staan: " patiënt zag er niet zo goed uit en had echt veel pijn" is dit een...
A
subjectieve waarneming
B
objectieve waarneming
Slide 7 - Quizvraag
Op welke plaats zal je een scheermesje deponeren wanneer de bewoner die niet meer gebruikt?
A
Bij het risicohoudend medisch afval
B
In de glasbak
C
In de naaldcontainer
D
In de zak voor het huishoudelijk afval (niet-medisch afval)
Slide 8 - Quizvraag
"Ik zorg ervoor dat de patiënt geen last meer heeft van zijn knie"
A
Goed geformuleerde doelstelling
B
Geen goede geformuleerde doelstelling
Slide 9 - Quizvraag
Vasodilatatie wil zeggen dat de bloedvaten, cellen en weefsels uitzetten onder invloed van warmte
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Linde zag deze morgen muizen in de ziekenhuiskamer. Is dit een hallucinatie of een waan?
A
hallucinatie
B
waan
Slide 11 - Quizvraag
Nycturie wil zeggen:
A
etter in de urine
B
bloed in de urine
C
verhoogde urinelozing 's nachts
D
urineretentie
Slide 12 - Quizvraag
Met de juiste medicatie kan men schizofrenie genezen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Risico op ondervoeding is een...
A
actuele verpleegdiagnose
B
potentiële verpleegdiagnose
Slide 14 - Quizvraag
De duur van isolatie bij een patiënt met clostridium difficile is vanaf de patiënt ...
A
5 opéénvolgende dagen vaste stoelgang had
B
Wanneer de patiënt geen buikpijn meer heeft
C
Hij moet helemaal niet in isolatie
D
3 opéénvolgende dagen vaste stoelgang had
Slide 15 - Quizvraag
MRSA staat voor:
A
Multiple Resistente Staphylococcus Aureus
B
Methicilline Restistente Staphylococcus Aureus
C
Methicilline Rose Staphylococcus Aureus
D
Methicilline Restistente Sorgproef Aureus
Slide 16 - Quizvraag
Wanneer Otto stress ervaart dan begint hij enorm veel te snoepen. Dit is een vorm van coping
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quizvraag
Wanneer ziektekiemen van de ene zorgontvanger overgaan naar de andere zorgontvanger via de bloeddrukmeter spreken we van
A
indirecte besmetting
B
directe besmetting
Slide 18 - Quizvraag
Somnolentie wil zeggen:
A
bewustloosheid, geen reactie meer, enkel nog een paar reflexen
B
de zorgvrager heeft moeite met rekenen (sommen)
C
de zorgvrager wil voortdurend slapen maar kan nog gewekt worden
D
de zorgvrager is verward in tijd, plaats en ruimte
Slide 19 - Quizvraag
Bacteriën hebben een vaste vorm en zijn vaak antibioticagevoelig
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quizvraag
Ik zie de zorgproef helemaal zitten
A
100 procent!
B
inderdaad !
