Quiz - Brandveilig leven

QUIZ - Brandveilig leven
Brandveilig leven 

  • Vuur
  • Blusmethoden
  • Brandwonden
  • Brandoorzaken
  • Rook en rookmelders
  • Vluchten
QUIZ
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BrandveiligheidBurgerschapskunde+1BasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Introductie

Een quiz over brandveiligheid. Wat weet jij over brandoorzaken en wat kun je doen om brand te voorkomen? Wat weet jij van rookmelders en wat doe je als deze in alarm gaan? Hoe goed ben jij voorbereid? Test je kennis met deze informatieve quiz.

Instructies

Voorbereiding:
Deze docentenhandleiding geeft een uitgebreide toelichting op de les- en leerstof en lesideeën. Handig om van te voren door te nemen.

Downloaden:
Download voorafgaand aan de les de werkbladen om tijdens de les te maken en/of om mee naar huis te geven.

Instructies

Werkbladen

Onderdelen in deze les

QUIZ - Brandveilig leven
Brandveilig leven 

  • Vuur
  • Blusmethoden
  • Brandwonden
  • Brandoorzaken
  • Rook en rookmelders
  • Vluchten
QUIZ

Slide 1 - Tekstslide

In deze quiz denk je na over brandveilig leven.

De onderwerpen die aan bod komen zijn:
  • Vuur
  • Blusmethoden
  • Brandwonden
  • Brandoorzaken
  • Rook en rookmelders
  • Vluchten
Eén op de 65 personen maakt brand mee in huis!
Heb jij ook een brand meegemaakt?

Slide 2 - Tekstslide

Heb jij ook een brand meegemaakt?
  • Wat is er gebeurd?
  • Is iedereen op tijd in veiligheid gekomen?
  • Wie heeft het ontdekt?
  • Wat was de eerste reactie?
  • Kon je nog blijven wonen, of moest je ergens anders gaan wonen?
  • Was je bang? Hoe is dat nu?
Wat heb je nodig voor het maken van vuur?
A
Stenen, zuurstof en hout
B
Brandstof, warmte en water
C
Warmte, zuurstof, brandstof

Slide 3 - Quizvraag

Wat heb je nodig voor het maken van vuur?

Antwoord: C
  • Zuurstof: dat zit in de lucht en is overal om ons heen.
  • Brandstof: iets dat wil branden.
  • Warmte: ieder materiaal heeft een bepaalde temperatuur waarop het materiaal gaat branden of gaat ontleden. 
Branddriehoek

Slide 4 - Tekstslide

Dit is de branddriehoek. Deze driehoek geeft de 3 elementen aan die je nodig hebt voor vuur.

Welke elementen zijn dat?
Klik op de oogjes om het zichtbaar te maken.

Als je één van de 3 zijdes van de driehoek weghaalt, wordt het vuur gedoofd.
De driehoek stort in elkaar.

Experiment:
Nodig:
  • Waxinelichtje (klein kaarsje/theelichtje).
  • Glazen potje met metalen deksel.
  • Een lange aansteker.

Stappen:
  • Zet het waxinelichtje op het metalen dekseltje.
  • Steek het waxinelichtje aan.
  • Als het kaarsje goed brandt, zet dan het glazen potje op de kop over het brandende kaarsje.
Wat gebeurt er?
Antwoord:
Het kaarsje gaat uit.

Waarom?
Antwoord:
Het vuur heeft geen zuurstof meer.
Als je één van de zijdes van de driehoek weghaalt, gaat het vuur uit.

Je kunt vuur doven door:
De zuurstof weg te halen. Bijvoorbeeld met de deksel van de pan, zand of een blusdeken.
De temperatuur naar beneden brengen door te blussen met water.
De brandstof weghalen door bijvoorbeeld de gaskraan te sluiten.

Op welke manier kun je een vuur uitmaken?
A
Het brandende hout uit elkaar trekken
B
Zand erop gooien
C
Water erop gooien
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 5 - Quizvraag

We weten nu hoe je vuur kunt maken. 
Maar weet je ook hoe je vuur kunt uitmaken?

Antwoord: A, B, C, D

Alle antwoorden zijn goed.

Door het verwijderen van één van de zijdes van de branddriehoek wordt vuur gedoofd.
Wat moet je doen als tijdens het koken de vlam in de pan komt?
A
Water erop gooien
B
De pan zo snel mogelijk naar buiten brengen
C
De deksel op de pan zetten

Slide 6 - Quizvraag

Je hebt even niet opgelet tijdens het eten koken. Hierdoor ontstaat de vlam in de pan. Je bent dicht in de buurt. wat doe je?

Antwoord: C
  • Plaats een deksel op de pan.
  • Draai de warmtebron uit.
  • Zet de afzuigkap uit.
  • Laat de pan staan!
  • Bel voor nacontrole 112.
Gooi NOOIT water op de vlam in de pan. Dan ontstaat een enorme steekvlam. Het water zal door de hete temperatuur direct gaan 'koken' en de hete stoom vol brandende vetdeeltjes verspreid zich in de ruimte.

Ga NOOIT met een brandende pan lopen. De vlammen kunnen je kleding in brand zetten, of je laat de pan vanwege de hitte vallen waardoor het vuur zich verspreidt.
Wat doe je als je kleding in brand staat?
A
Liggen, rollen, onder een lauwe douche
B
Zo snel mogelijk kleding uit
C
Wegrennen

Slide 7 - Quizvraag

Tijdens het koken is je kleding in brand gegaan. Wat doe je?

Antwoord: A
Door te gaan liggen en rollen zorg je ervoor dat er geen zuurstof bij de vlammen komen en dat de vlammen doven.
Dan trek je onder een lauwe douche voorzichtig je kleding uit. 
Blijf maximaal 10 minuten koelen.

Als de brandwonden wat dieper zijn, of een groot oppervlakte van je huid is verbrand, neem dan contact op met de huisarts of bel 112.
Op deze manier laad ik veilig mijn telefoon op!
A
Tijdens het eten, met de telefoon op het aanrecht
B
's Nachts als ik slaap, in een ruimte met een rookmelder
C
Overdag, op de bank.

Slide 8 - Quizvraag

In deze vraag denk je na over wat de meest veilige manier is om je telefoon op te laden.
Opladen telefoon

Slide 9 - Tekstslide

NIET op de bank in de kamer:
Als je je telefoon oplaadt op de bank tussen de kussens, dan is de kans aanwezig dat de telefoon of het kussen door het opwarmen van het toestel in brand raakt.
Niet altijd hangt er in de woonkamer een rookmelder. Als je zelf niet aanwezig bent, ontdek je een brand vaak te laat.

NIET 's nachts als je slaapt. Want dan zie je niet wanneer het toestel is volgeladen. Het is veiliger wanneer je de stekker van de oplader uit het stopcontact haalt zodra het toestel vol is. Wat wel goed is, is dat de telefoon wordt opgeladen op een harde ondergrond en dat in de ruimte een rookmelder aanwezig is.

GOED De telefoon wordt opgeladen op een harde ondergrond. Je bent erbij aanwezig. Als het mis gaat: verlaat de ruimte, doe de deur achter je dicht en bel buiten 112. 

Natuurlijk kun je ook op andere momenten opladen.
  • Maar let erop dat het op te laden apparaat niet te warm kan worden.
  • Er een rookmelder aanwezig is die een eventuele brand snel kan ontdekken.
  • Het op te laden apparaat niet in een vluchtroute ligt. 
Brand kun je voorkomen door:
A
Veel elektrische apparaten aansluiten op een stekkerdoos
B
Batterij vol? Opladers uit het stopcontact!
C
Patat bakken in een gewone pan met olie
D
Het schoorsteenkanaal vegen

Slide 10 - Quizvraag

Brand kun je voorkomen door:

Antwoord: B en C
Branden ontstaan vaak doordat stekkerdozen worden overbelast. Stekkerdozen die aan elkaar worden gekoppeld en veel apparaten tegelijk in gebruik.

Sluit grootverbruikers rechtstreeks aan op het stopcontact. Denk bijvoorbeeld aan kacheltjes, haarföhn, frituurpan, gourmetstellen.

Gebruik voor patat bakken een frituurpan met thermosstaat. Die zorgt ervoor dat het vet niet heter wordt dan 180 graden. Want als de olie meer wordt verwarmd, tot ongeveer 300 graden, dan zal het vet gaan branden.

Apparaten met een accu moet je opladen. Is het apparaat vol? Stekker uit het stopcontact. Laad op in ruimte met rookmelder. Niet in de vluchtroute. Gebruik originele opladers en onbeschadigde kabels. 

Door de schoorsteenpijp jaarlijks te vegen is er minder kans op het ontstaan van schoorsteenbranden.
Wat is de belangrijkste oorzaak van het ontstaan van brand?
A
Overbelasting elektrische apparaten
B
Stoken
C
Dat ben je zelf
D
Koken

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste oorzaak van het ontstaan van brand?

Antwoord: C
Je bent zélf degene die de meeste branden veroorzaakt. Gelukkig ben je zélf ook degene die ervoor kan zorgen dat de meeste branden voorkomen kunnen worden.
  • Stekkerdozen kunnen overbelast raken wanneer de hierop aangesloten apparaten meer stroom vragen dan maximaal op de stekkerdoos kan worden aangesloten. Controleer welke apparaten op de stekkerdoos zijn aangesloten en hoeveel Watt aan stroom ze gebruiken. Tel dit bij elkaar op en controleer of het maximale belasting van de stekkerdoos niet wordt overschreden.
  • Laat jaarlijks het schoorsteenkanaal vegen en stook alleen goed droog en onbehandeld hout.
  • Blijf bij het eten koken aanwezig. Dan kun je de warmtebron op tijd laag zetten.
Wat is het meest gevaarlijk bij brand?
A
De hitte van het vuur
B
De giftige gassen in de rook
C
Dat je niets meer ziet in de rook

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het meest gevaarlijk bij brand?

Antwoord: B. De giftige gassen in de rook.

Alle drie zijn gevaarlijk bij brand.
Het meest gevaarlijk zijn de giftige stoffen die in de rook zitten. Als je deze inademt, dan worden de giftige stoffen in je bloed opgenomen. Waardoor je niet meer helder kunt nadenken. Als je veel rook inademt, kun je bewusteloos raken of zelfs dood gaan.

Blijf altijd uit de rook.

Slide 13 - Video

Introduceer Video:
In deze video zie je hoe een kleine brand zich in een paar minuten ontwikkelt naar een grote brand. Er is genoeg zuurstof. In beeld zie je de tijd meelopen en zie je de temperatuur oplopen. Let goed op de rookontwikkeling en hoe deze zich door de kamer verplaatst.
Er staan maar weinig spullen in deze woonkamer.

Bespreek:
Als er meer spullen in de kamer staan, ontwikkelt de brand zich dan sneller of langzamer?

Antwoord:
De brand ontwikkelt zich sneller.

En als de ramen en deuren dicht zouden zitten?

Antwoord:
De brand ontwikkelt zich langzamer.

Vertel:
Je zag hoe de rook zich eerst naar boven verspreidde, daarna verplaatste de rook zich van boven naar beneden in de ruimte. Rook is levensgevaarlijk, rook moet je niet inademen. Ga snel weg uit de ruimte en blijf laag bij de grond. De temperatuur is daar lager, je hebt meer zicht.

Blijf laag bij de grond. Doe de deuren dicht!

Slide 14 - Tekstslide

Als er rook in de ruimte is, trekt deze door de warmte naar boven. Als er een rookmelder in de ruimte hangt, dan gaat deze in alarm.

Laag bij de grond is op dat moment nog geen rook. Dus als je dan laag bij de grond blijft, heb je meer zicht én ook meer zuurstof.

Verlaat de ruimte snel en doe de deur van de brandende ruimte achter je dicht.
Doordat je de deur dicht doet, heeft de brand minder zuurstof tot zijn beschikking en zal daardoor minder snel groeien.

Ga naar buiten en bel daar het alarmnummer 112 van de brandweer.

Ga niet weer terug naar binnen, want het gevaar wordt steeds groter. Vertel de brandweer waar het brand, wat er brand en geef ze de sleutel van je huis. Dan kunnen ze de brand snel blussen.
Op welk tijdstip van de dag vallen de meeste slachtoffers bij brand?
A
Overdag
B
's Nachts
C
's Avonds

Slide 15 - Quizvraag

Op welk tijdstip van de dag vallen de meeste slachtoffers bij brand?

Antwoord: B 's Nachts

's Nachts als je slaapt heb je minder snel in de gaten dat er brand ontstaat. Dat komt omdat je in je slaapt niet kunt ruiken. Je wordt dus niet wakker van de geur van de rook. Als je slaapt en het wordt heel heet op je kamer, dan droom je misschien dat je door de woestijn loopt. Je hersenen leggen niet direct een link naar de warmte als gevolg van brand. Met je ogen dicht merk je een brand niet snel op.

Rookmelders ontdekken een brand snel en geven een alarmsignaal af. Het zeer herkenbare alarm zal je waarschuwen, zodat je snel naar buiten kunt gaan.
Rookmelders redden levens. Maar waar hang je ze op?
A
Op iedere verdieping in de vluchtroute
B
Antwoord A + in de slaapkamers
C
Antwoord A + B + in de ruimtes waarin kans is op het ontstaan van brand

Slide 16 - Quizvraag

Rookmelders redden levens. Maar waar hang je ze op?

Antwoord: Alle 3 de antwoorden zijn goed.

Antwoord A is de plaats die volgens de wet verplicht is vanaf juli 2022.

Als je voor antwoord B hebt gekozen, is dat beter. Immers in je slaap zal je een brand minder snel ontdekken.

Antwoord C is de beste keuze. In bijna alle ruimtes in je huis is er kans op het ontstaan van brand. Met rookmelders op al deze risicovolle plaatsen zul je een brand snel ontdekken.

Hang geen rookmelder op in de badkamer. Als je gaat douchen komt er stoom in en gaat de rookmelder ook in alarm.

Hang ook geen rookmelder dicht bij het kooktoestel. Je wilt niet dat iedere keer tijdens het eten koken de melder in alarm gaat. Heb je een kleine keuken? Hang dan een hittemelder op. Deze reageert op temperatuurverschil. 

Hang ook geen rookmelder op in de garage. Meestal is deze ruimte niet verwarmd en is er veel stof. Het gevolg is dat de kans groter is op een brandalarm, terwijl er geen brand is.

Rookmelders hebben onderhoud nodig.
Maak rookmelders regelmatig stofvrij. En druk op de testknop van de rookmelder. Dan weet je of het alarm nog goed functioneert.
Wat kun je het beste doen als je huis in brand staat?
A
Een natte doek halen en voor je mond houden
B
Zo snel mogelijk naar buiten gaan
C
Eerst kijken wat er brandt en waar het brandt

Slide 17 - Quizvraag

Je ontdekt brand. De rookmelder is in alarm. Wat kun je het beste doen als je huis in brand staat?

Antwoord: B

Ga zo snel mogelijk naar buiten. 

Als je op weg naar buiten langs een ruimte komt waarachter jij denkt dat er brand is, omdat er rook door de kieren komt, laat de deur dan dicht zitten. Want zodra je de deur opent, dan krijgt de brand zuurstof. Er vindt dan een zeer snelle (explosieve) branduitbreiding plaats.

Ben je in de ruimte waar je ziet dat er brand ontstaat, dan kun je misschien zelf de brand nog blussen. Let op: brand groter dan een voetbal, maak dat je weg komt en doe de deur achter je dicht!

Een aantal voorbeelden wat je kunt doen als je een brand ziet ontstaan.
  • Je ziet de vlam in de pan ontstaan: Leg de deksel erop, warmtebron uit, afzuigkap uit en bel 112 voor nacontrole.
  • Een kaars valt om en zet het tafelkleed in brand: Blus het met een blusdeken.
  • Een prullenbak gaat in brand: Gooi er water in.
  • Een apparaat met een accu begint te stinken, het lijkt erop dat die gaat branden: Stekker uit het stopcontact en zo mogelijk naar buiten gooien. Let op: Apparaten met een brandende accu kun je NIET blussen. De damp/rook is zéér giftig. Verlaat de ruimte, sluit de deur achter je en bel buiten 112.

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Stel, je huis staat in brand. Je kunt niet meer via de normale weg vluchten. Wat doe je?
A
Deuren sluiten, kieren dichten, door het raam om hulp roepen
B
Toch door de rook heen je weg naar buiten zoeken
C
Uit het raam springen

Slide 19 - Quizvraag

Stel, je huis staat in brand. Je kunt niet meer via de normale weg vluchten. Wat doe je?

Antwoord: A

Als je 's nachts de deur van je slaapkamer dicht hebt, zorg je ervoor dat rook niet makkelijk in je slaapkamer kan komen. Met een deken kun je de kier onder de deur dicht maken. Zo hou je de rook nog meer tegen.

Ga naar een raam voor frisse lucht en roep om hulp.


Slide 20 - Video

In deze video luister je naar de bandopname van de meldkamer. Jeroen is wakker geworden van brand in zijn huis. Hij kan niet meer via de normale weg vluchten.
De centralist die hij aan de lijn heeft, geeft een aantal tips.
Heb jij een vluchtplan?

Slide 21 - Tekstslide

Heb jij een vluchtplan?

Een vluchtplan zijn een aantal afspraken die je maakt met je huisgenoten voor het geval dat er brand is in je huis.

Het doel is dat iedereen op tijd veilig buiten kan komen.

Zorg er in ieder geval voor dat je goedwerkende rookmelders hebt opgehangen. Zo wordt je op tijd gewaarschuwd.

Aan welke afspraken kun je denken?
  • Binnendeuren in je huis dicht, zodat een eventuele brand en rook niet snel kan verspreiden.
  • Wie helpt wie. Zodat ook iemand die niet wakker wordt van het brandalarm of hulp nodig heeft, óók op tijd in veiligheid gebracht kan worden.
  • Waar kun je langs naar buiten. Als de normale vluchtroute geblokkeerd is, is er dan nog een andere route?
  • De sleutels op een vaste plek dicht bij de deuren. Dan hoef je niet te zoeken.
  • Spreek een verzamelplek buiten af. Dit is een veilige plek waar je direct kunt zien of iedereen in veiligheid is. Let op: Blijf wel uit de rook en bel dan 112!
  • Waarschuw eventueel de buren. 
Ben jij goed voorbereid?
A
Ja
B
Nee
C
Ik weet het niet
D
Ik weet hoe ik mezelf nog beter kan voorbereiden

Slide 22 - Quizvraag

Ben jij goed voorbereid?

Hopelijk heeft deze quiz je voldoende handvatten gegeven om jezelf goed voor te bereiden voor het geval er brand ontstaat in jouw huis. Of beter nog, om te voorkomen dat er brand ontstaat bij jou thuis.

Wil je nog beter voorbereid zijn?
Oefen dan je vluchtplan. Ben jij binnen 3 minuten veilig buiten?

Wat doe je bij brand? Stap voor stap.
Ben je buiten? Blijf buiten!

Slide 23 - Tekstslide

Wat doe jij bij brand? Stap voor stap.

  • Je ontdekt brand, je hoort de rookmelder piepen. 
  • Je waarschuwt je huisgenoten.
  • Als er rook is in de ruimte, kruip je eronderdoor en verlaat je het vertrek.
  • Doe de deur achter je dicht en ga naar de verzamelplaats buiten.
  • Woon je in een flat? Ga niet met de lift.
  • Op een veilige plek buiten bel je het alarmnummer 112.
  • Wacht buiten op de brandweer en vertel wat er brandt en waar het brandt. Geef ook aan of iedereen veilig buiten is en eventuele bijzonderheden. Geef ze de sleutel van je huis zodat ze snel kunnen gaan blussen.
Wat vind je belangrijk om thuis te vertellen vanuit deze les?

Slide 24 - Open vraag

Vertel:
In deze les hebben we verschillende onderwerpen besproken:
  • Oorzaken van brand.
  • Gevaren bij brand.
  • Het maken van een vluchtplan.
  • Het voorkomen van brand.
  • Wat er gebeurt als je 112 belt.
Vraag:
Wat vind je belangrijk om thuis te vertellen vanuit deze les? 
Wat vond je van deze presentatie?
Zijn er nog vragen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Met deze poll zie je hoe de deelnemers deze les hebben ervaren.
Vraag ook naar tips om deze les eventueel te verbeteren.

Tips voor het aanpassen of verbeteren van de les kunnen worden gemaild naar:
brandweeropschool@brandweer.nl.