Thema 2 Basisstof 1 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Thema 2
Basisstof 1
Voedingsmiddelen
en Voedingsstoffen
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2
In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Thema 2
Basisstof 1
Voedingsmiddelen
en Voedingsstoffen
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt de functies van voedingsstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen noemen.
Je kunt zes groepen voedingsstoffen noemen met hun functies en kenmerken.
Je kunt essentiële en niet-essentiële voedingsstoffen onderscheiden.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Wat is eigenlijk het verschil tussen een voedingsmiddel en een voedingsstof?
Slide 4 - Tekstslide
Voedingsmiddelen en
Voedingsmiddelen
Alle producten die je eet en drinkt
Plantaardig of dierlijk
Slide 5 - Tekstslide
Voedingsmiddelen en
Voedingsstoffen
Voedingsstoffen zijn kleine bestanddelen uit ons voedsel wat ons lichaam nodig heeft voor energie, groei en herstel.
Slide 6 - Tekstslide
Functies van voedingsstoffen
Bouwstoffen zorgen voor groei, ontwikkeling en herstel. Sporters en bodybuilders gebruiken dit veel om meer spieren te krijgen. Of pubers in de groei!
Brandstoffengebruik je om energie van te krijgen. Jouw lichaam verbrandt deze stoffen, zodat je kunt bewegen of leren en om je lichaamstemperatuur op peil te houden.
Slide 7 - Tekstslide
Functies van voedingsstoffen
Reservestoffen worden opgeslagen in jouw lichaam totdat deze het nodig heeft.
Beschermendestoffen zorgen ervoor dat je lichaam gezond blijft.
Slide 8 - Tekstslide
Alle voedingsstoffen op een rij
Vetten (complexe moleculen)
Eiwitten (complexe moleculen)
Koolhydraten (complexe moleculen)
Water (simpel, direct op te nemen)
Mineralen (simpele bouw, direct op te nemen)
Vitamines (simpele bouw, direct op te nemen.
*Voedingsvezel --> nodig ter bevordering darmperistaltiek/darmwerking
Slide 9 - Tekstslide
Voedingsstof
Bouwstof
Brandstof
Reservestof
Beschermende stof
Eiwitten
Koolhydraten
Vetten
Water
Mineralen
Vitaminen
Slide 10 - Tekstslide
Voedingsstof
Bouwstof
Brandstof
Reservestof
Beschermende stof
Eiwitten
ja
ja
nee
nee
Koolhydraten
ja
ja
ja
nee
Vetten
ja
ja
ja
nee
Water
ja
nee
nee
nee
Mineralen
ja
nee
nee
ja
Vitaminen
ja
nee
nee
ja
Slide 11 - Tekstslide
Eiwitten
Eiwitten dienen als bouwstoffen en brandstoffen. Ze zijn nodig voor de vorming van cytoplasma en bij de vorming van spieren.
Een teveel aan eiwit wordt omgezet naar vet en dan opgeslagen als reservestof. Ze zitten veel in vlees, vleesvervangers, zuivel, vis, noten en eieren.
Slide 12 - Tekstslide
Koolhydraten
Koolhydraten dienen als brandstof, maar worden soms gebruikt als bouwstof of reservestof.
Voedingsvezels zijn ook koolhydraten
Voorbeelden: suikers zoals glucose, zetmeel en glycogeen (= opslagvorm van suiker).
Pasta, rijst, aardappelen, brood, fruit en groente
Slide 13 - Tekstslide
vwo3
Slide 14 - Tekstslide
Vetten
Vetten dienen vooral als brandstof, maar worden ook gebruikt als bouwstof en worden snel opgeslagen als reservestoffen.
Vetten komen voor in boter, kaas, vlees, vis en kip, noten, oliën, room, zaden en avocado.
Slide 15 - Tekstslide
Wat is een verschil tussen een verzadigd vet en een onverzadigd vet?
A
Van een verzadigd vet raak je sneller "vol" als je dat eet.
B
Onverzadigde vetten zijn altijd dierlijke vetten en verzadigde vetten zijn altijd plantaardige vetten.
C
Verzadigde vetten stollen bij kamertemperatuur en onverzadigde vetten blijven dan vloeibaar.
D
Verzadigde vetten zijn gezonder voor de bloedvaten dan onverzadigde vetten.
Slide 16 - Quizvraag
Water
Water is de belangrijkste bouwstof voor het lichaam en water speelt een belangrijke rol bij het vervoeren van andere stoffen in het lichaam.
Je lichaam bestaat voor ongeveer 60% uit water.
Dranken, fruit en groenten bevatten water.
Slide 17 - Tekstslide
Mineralen
Mineralen in ons lichaam zijn vooral bouwstoffen en beschermende stoffen. Het zijn zouten, bijvoorbeeld calcium (voor je botten), natrium, magnesium en ijzer. Mineralen zijn ook nodig voor de werking van enzymen in je lichaam.
Slide 18 - Tekstslide
Vitaminen
Vitaminen zijn de belangrijkste beschermende stoffen.
Ze zorgen dus dat je gezond blijft. Sommige vitaminen zijn oplosbaar in vet (zoals A, D en E) en anderen in water (zoals B en C). Vit. K wordt gemaakt door de bacteriën die in onze dikke darmen zitten.
Slide 19 - Tekstslide
Voedingsvezels
Verzamelnaam voor plantaardige stoffen die je lichaam niet kan verteren
Vezels behoren tot de koolhydraten
Afkomstig uit de celwanden van planten (groente, fruit, peulvruchten en volkoren producten)
Zorgen voor een verzadigd gevoel
Belangrijk voor een goede darmwerking (peristaltiek) om bijvoorbeeld geen verstoppingen te krijgen
Slide 20 - Tekstslide
Essentiële voedingsstoffen
via voedsel in het lichaam
lichaam kan het niet zelf maken
Niet-essentiële voedingsstoffen
lichaam maakt dit zelf
vooral door de lever
aminozuren (bouwstenen voor eiwitten) en vetten
Slide 21 - Tekstslide
Even checken of alles begrepen is.......
Slide 22 - Tekstslide
Water is een belangrijke.....
A
Bouwstof
B
Brandstof
C
Reservestof
D
Beschermende stof
Slide 23 - Quizvraag
Koolhydraten zijn
A
Brandstof
B
Brandstof, bouwstof
C
Brandstof, bouwstof en reservestof
D
Brandstof, bouwstof, reserve- en beschermende stof
Slide 24 - Quizvraag
Beschermende voedingsstoffen zijn
A
Vetten, mineralen en vitamines
B
Vitamines en mineralen
C
Koolhydraten, mineralen en vitamines
D
Vetten en vitamines
Slide 25 - Quizvraag
Vezels zijn nodig voor....
A
een goede stoelgang
B
de darmperistaltiek
C
veel energie
D
een goede bescherming
Slide 26 - Quizvraag
Vlees bevat.....
A
Eiwitten, vetten en mineralen en vitaminen
B
Eiwitten en vetten
C
Koolhydraten en vetten
D
Koolhydraten en mineralen
Slide 27 - Quizvraag
Bouwstoffen heb je vooral nodig voor
A
Groei, herstel en energie
B
Groei, ontwikkeling en herstel
C
Groei en herstel
D
Groei en energie
Slide 28 - Quizvraag
Hoe heten de stoffen die in volkoren brood, groente en fruit zitten en die er voor zorgen dat onze spieren in de darmen actief blijven?
Slide 29 - Open vraag
Laatste vraag: Vitamines, mineralen en water zijn voedingsmiddelen